Streameren op grote snoek. Wel of niet aan beginnen? (2)
Door Aad Kouwenberg
Wat over bleef was de lijn en hierover, heb ik gemerkt, lopen de meningen wel heel erg uiteen. Wat de één aanprijst als een fantastische lijn, wordt door de ander gebruikt als waslijn en ik moet zeggen dat het mij ook duizelde na zoveel verschillende meningen. Wat ik het belangrijkste vond was het type lijn. Er zijn bijvoorbeeld drijvende en langzaam zinkende respectievelijk intermidiate en snelzinkende lijnen genaamd. Aangezien ik wil vliegvissen van het vroege voorjaar tot in de herfst, moest het een lijn zijn die de streamer in de bovenste waterlagen binnenvist. Dan blijft de drijvende of intermidiate lijn over. De keuze is uiteindelijk op de intermidiate gevallen. De reden daarvan is, dat als je na de worp even wacht met binnenstrippen, je ook de mogelijkheid hebt om de streamer iets dieper binnen te vissen .
Een andere mogelijkheid is om een multi-tip lijn te nemen. Deze lijn bestaat uit een hoofdlijn waaraan diverse tips (laatste meters van de lijn) kunnen worden gemonteerd. Deze tips worden bijgeleverd van drijvend tot snelzinkend. Mijn keuze viel op een lijn van het merk Rio. Deze lijn de “stripped Bass” word door veel vissers ingezet voor het vissen met de streamer, maar mijn korte ervaring leert mij dat de lijn naast zijn uitstekende werpkwaliteiten ook een nadeeltje heeft, namelijk bij relatief koud weer en lage watertemperaturen is de lijn wat stug en wil tijdens het binnenstrippen een beetje kringelen. De nieuwe Pike taper van Elbi schijnt hiervan geen last te hebben vanwege zijn koudwaterkern. Onder de vliegenlijn wordt een backing gemonteerd. Dit is een ca. 30 pond zware gevlochten lijn die ervoor zorgt dat, mocht een grote vis je complete vliegenlijn van de reel trekken(ca 30 meter), je niet gelijk alles kwijt bent. Ook schijnen er vliegvissers te zijn die verre worpen maken waarbij ze de backing gebruiken. Dit laatste heb ik nog niet meegemaakt en dat zal denk ik ook niet snel gebeuren. Één keer is alle lijn van mijn reel gerukt maar toen zat ik gewoon in de elektromotor. Zo was ik bijna kompleet en kon ik aan de slag het enige wat nog ontbrak waren de streamers. Ik was het gepriegel met het binden van kleine vliegjes nog niet vergeten maar was ervan overtuigd dat ik wel een paar grote eenvoudige streamers in elkaar kon draaien. Het werden geen juweeltjes maar zo op het eerste gezicht voldeden ze. Een mooie dikke zwarte staart van racoon en aan de voorkant wat zwarte en rode bucktail. Deze kleuren voldoen op de spinner ook altijd dus waarom niet als streamer. Natuurlijk werden er ook fel geel, groen en oranje streamers gemaakt maar de zwarte is toch mijn favoriet geworden. Om de streamer aan de vliegenlijn te verbinden wordt meestal gewerkt met lussen. Aan de vliegenlijn word d.m.v. een speldknoop een ca 30 pond zware amnesia (geheugen vrij nylon) lijn gemonteerd. Aan de streamer wordt door middel van een smeltknoop een geplastificeerde stalen onderlijn gemonteerd met aan het einde een lus. Nu kan op een eenvoudige manier door de lus van de amnesia lijn door de lus van de streamer te steken en vervolgens de streamer op zijn beurt door de lus in de amnesia te halen je lichtgewicht kunstaas worden gemonteerd. Nu was alles kompleet en werd het tijd om met de hengel naar de waterkant te verhuizen. Gezien het koude voorjaar schatte ik de kansen op het grote water niet zo positief in en was ik eigenlijk gedwongen om de eerste worpen vanaf de kant te maken. En om deze eerste worpen kort samen te vatten; het was tobben en nog moeilijker dan ik al had gedacht. De techniek was me door diverse mensen uitgelegd en ik had de kunst diverse malen afgekeken, maar als je dan zelf éénmaal aan de waterkant staat is alles niet meer zo vanzelfsprekend. Het is de bedoeling om met maximaal twee valse worpen de lijn op lengte te brengen en dan de streamer zo’n 15 meter verder op het water te plaatsen. De twee valse worpen werden er meestal een stuk of acht en het eindigde meestal in een soort zweepslag waarbij de lijn op een afstand van maximaal een meter of 6 in een kluwen op het water viel. De eerste uren, nee dagen, leken af en toe meer op de WK kantklossen dan op vliegvissen. Het enige positieve was dat ik, ondanks dit circusnummer, het toch voor elkaar kreeg om een aantal snoeken te vangen waarvan er één zelfs de 97 centimeter haalde. Toch kwam er na een aantal weken schot in. Het aantal valse worpen nam af tot maximaal drie en de streamer moest regelmatig afstanden van tien meter of meer af leggen om aan de kant te komen. Ik vond het tijd, mede door de hogere temperaturen, met de boot het grote water op te gaan. Vijf hele dagen op het grote water en dan bedoel ik ook hele dagen, dagen van minimaal tien uur en ik had nog geen stootje gehad, nog geen snoek gezien. Het enige wat ervoor zorgde dat ik het niet opgaf was het feit dat niemand in mijn omgeving aan kunstaas vis ving. Één van de laatste weekeinden had ik met twee vismaten afgesproken om op een middelgrote plas te gaan vissen. Zij zouden met jerkbaits gaan vissen ik met de streamer. Toen we ‘s middags wat gingen eten hadden zij twee kleine snoekjes gevangen. Voor mij zag het er naar uit dat het weer een visloze dag zou worden. Volgens mijn vismaten was ik toch niet helemaal lekker om het weer een hele dag te proberen, maar om de streamer door het glasheldere water naar de boot te zien glijden bleef een fantastisch gezicht en die vis ‘och’ die moest wel een keer komen. Om een uur of twee gingen we weer het water op en het windje was inmiddels wat toegenomen. Na al deze dagen was mijn techniek zeker nog niet goed, maar wel goed genoeg om de streamer een meter of 12 tot 15 weg te zetten. Ik besloot om de windkant nog een keer uit te vissen en na een aantal worpen voelde ik een tik of was het grond want er stond amper een meter water. En de volgende worp was het dan eindelijk raak; na 6 dagen vliegvissen op het grote water was daar uit het niets die heerlijke ruk aan de lijn! Direct de haak zetten en dan genieten. De eerste snoek van het grote water was een feit en gelijk een probleem, ik was ondertussen in de windhoek verzeild geraakt en er liepen behoorlijke golven, om dan de boot te besturen en de snoek te pakken is niet eenvoudig. Met een jerkbaithengel trek je uiteindelijk de grootste snoek nog langs de boot maar met een vliegenhengel is dit minder eenvoudig. Ik wilde deze eerste dril niet laten verpesten dus dan maar het riet inwaaien en genieten van de kromme hengel. 96 centimeter was deze eerste grootwaterstreamersnoek! Nadat ik deze snoek vriendelijk had bedankt, ik was toch alleen in de boot, heb ik hem voorzichtig terug gezet. Hierna leek het werpen wel ineens beter te gaan en het ongelofelijke gebeurde; binnen 10 minuten weer een snoeiharde aanbeet en mijn eerste meter op de vliegenhengel was een feit. 102 centimeter, beresterk, een schitterende dril en alle visloze dagen waren vergeten. In de laatste weken van het seizoen heb ik in totaal 16 vissen kunnen vangen op de streamer waarvan 6 boven de meter met de grootste ruim boven de 110cm.
“Na 6 (!) visloze dagen werd door Aad toch uiteindelijk het geluk afgedwongen” Het komende seizoen ga ik veel met de streamer vissen want ik ben er van overtuigd dat het een zeer dressuur doorbrekend kunstaas kan zijn. Dat ik nog ontzettend veel moet leren bleek de laatste dag van het seizoen. Ik ben deze dag met Luc Coppens, ook een auteur van deze mooie site, wezen vissen. Luc vist al jaren met de streamer en stond deze dag worpen te maken waarvan ik alleen nog kan dromen. Het zal nog wel een tijdje duren voordat ik deze techniek ook maar benader. Maar toch ging er ook deze dag weer een hele mooie snoek aan mijn streamerhengel hangen. Luc, ik had nog zo gezegd “ze doen het vandaag alleen op de korte worpen”. Ik hoop dat ik met dit verhaal een aantal mensen enthousiast heb kunnen maken voor deze manier van vliegvissen. Een groot deel van mijn vismaten in ieder geval wel want ze hebben sinds kort allemaal een vliegenhengel in de boot liggen….