Door Berthil Bos.
In deel één van deze serie hebben we het erover gehad dat het presenteren van een streamer d.m.v. een spinhengel en/of lichte baitcaster heel goed mogelijk is. Ook als je gebruik maakt van niet al te grote streamers, mits gebonden met veel natuurlijke materialen.
Dit is één van de voorwaarden om een natte streamer behoorlijk weg te kunnen zetten. Natuurlijk zijn er ook nog andere zaken waar je rekening mee moet houden. Deze factoren kunnen soms erg minuscuul zijn, maar toch helpt het om onder elke omstandigheid je ‘’vlieg’’ te presenteren. De perfecte streamers voor de spinhengel kijk even op Ip streamers irresistible pikefly
De hengel moet wel van wanten weten tijdens de dril van een behoorlijke vis.
Buiten een aangepaste streamer is daar natuurlijk de hengel. Deze hengel moet je zeker niet te kort nemen. Minimaal 240 cm. is wel op zijn plaats, om deze lengte te gebruiken een behoorlijke werpafstand te realiseren. Hoe langer de hengel des te gemakkelijker dit gaat. Alleen moet dit niet ten koste gaan van de actie. Deze moet namelijk behoorlijk snel zijn en toch subtiel. Om de streamer goed te sturen bij een worp, is het belangrijk dat je snelle en pittige worpen maakt. Een topactie zal je hier zeker bij helpen. Dit topje moet werken als een soort katapult of misschien beter uitgelegd een zweepje. Het werpgewicht zal ik normaliter kiezen tussen de 20 en 60 gram, maar is natuurlijk wel afhankelijk van de omstandigheden. Bijvoorbeeld als je tussen de waterplanten je streamer zwemles geeft. Als je hier met een te lichte hengel vist, is het vragen om moeilijkheden. De snoeken zijn kampioenen in het verstrikt raken tussen het groen. Hier moet je dan ook wat meer vermogen hebben, maar de topactie zal toch redelijk subtiel moeten zijn.
Vooral bij het vissen bij of in de planten heb je extra power nodig.
Ikzelf gebruik een hengel met een werpgewicht van 30 tot 80 gram, waarbij het topje razendsnel is. Het lijkt dat deze hengel veel te zwaar is voor licht kunstaas, maar door deze topactie heb ik er totaal geen last van.
Na de hengel kan je een keuze maken tussen een molen en/of een reel. Omdat je voor dit lichte aasje zo weinig mogelijk weerstand moet veroorzaken, is de molen uitermate geschikt voor deze techniek. Nu ben ikzelf verknocht aan het vissen met een reel en gebruik dus ook bij de spinstreamer een reel. Vooral bij de wat kleinere streamers die niet al te veel water opzuigen ben je in het voordeel met een molen, maar ik vis met watersleurpers. Wel moet je een reel gebruiken die zeer soepel loopt en lijn afgeeft. Dit lijkt logisch, maar er bestaan veel verschillen in de reelwereld.
Mooi druppelreeltje van Spro, met aan de linkerkant de knop waar je de asdruk mee kan instellen.
Een lichte ‘’druppel’’ reel, je weet wel een reel die de vorm heeft als een peer, is hetgeen ik graag mag hanteren. Wel moet je de ‘’rem’’, dat zwarte knopje aan de linkerkant, waarmee je de asdruk bepaald, helemaal openzetten. Je gaat dus werpen zonder dat de reel automatisch de lijn iets afremt. Dit vergt wel even wat ervaring en zo af en toe pruiken werpen hoort er in het begin gewoon bij. Bij het begin van de worp zal de spoel als een gek lijn afgeven, maar naargelang de worp zijn eindpunt nadert gaat de snelheid van de streamer en dus de lijn eruit. De spoel van de reel geeft op een bepaald moment meer lijn af dan nodig is. Je moet op een bepaald moment het gevoel ontwikkelen, wanneer je met de duim iets moet bij remmen. Dit is een gevoelskwestie die je in de praktijk moet leren. Gelukkig trekt de lichte streamer de eventuele ontstane pruik vaak niet tot een ontwarbare janboel. Toch is het uiterst irritant en bij een dunne lijn lastig om lekker door te vissen, goed oefenen dus. Die dunne lijn is voor het werpen ook essentieel. Hoe minder wrijving in de geleide ogen en buiten het topoog des te beter. In open water is, afhankelijk van de gebruikte hengel, 15/00 een prima gemiddelde. Vis je nu in de buurt van of tussen de waterplanten en/of andere obstakels, dan moet je echt met je gebruikte lijn naar boven. Gelukkig maak je bij dergelijke omstandigheden geen lange worpen, omdat je controle wilt houden.
Fluorocarbon is bovenwater goed te zien, maar eronder is het vrijwel onzichtbaar.
Hengel, reel of molen en de lijn hebben we besproken. Weliswaar in vogelvlucht, maar de basis is bekend. Wat overblijft is een niet onbelangrijk onderdeel, namelijk de onderlijn. Dit is ook weer een materie waar persoonlijke voorkeuren hoogtij vieren. Toch moet je er goed bij nadenken en zo af en toe je gedachten bijstellen. We kunnen kiezen uit spinstang, gevlochten staaldraad, singlestrand titanium en gevlochten titanium en fluorocarbon. Misschien ben ik nog één vergeten, maar de twee die ik graag bij het streameren gebruik zitten erbij. Het liefst vis ik met Fluorocarbon om twee redenen. De eerste is omdat het grotendeels onzichtbaar is onderwater en de tweede reden omdat het bij de gebruikte dikte niet snel kinkt. Het minder zichtbaar zijn is erg belangrijk bij kunstaas dat over het algemeen langzaam gepresenteerd wordt. De vis heeft veel tijd om de boel te bekijken en als er veel hengeldruk op het bewuste water is, kunnen ze snel worden afgeschrikt. Vaak doe ik voor de onderlijn van 70/00 FC nog een voorslag van 50/00 met een lus in lus verbinding. Ik wil de streamer zover als mogelijk van het opvallende dynema hebben, om deze eigenschap van FC ten volste te benutten. Met een onderlijn van ca. 30 cm. gekoppeld aan een leader van ca 50 cm. hou je het ook veel subtieler dan één extra lange 70/00 onderlijn.
Het dunne staaldraadje snijdt vaal als een mes door de bo……. planten.
Ook zijn er situaties waarbij het gevlochten staaldraad zo zijn voordelen heeft. Ik gebruik dit materiaal vooral in begroeid water. Voor deze presentatie van de streamer kan ik net zo goed FC nemen, maar bij de dril komt het veel dunnere staaldraad veel beter uit de bus. Tussen de waterplanten valt een dunner staaldraad ook niet zoveel op en is de snoek meer gefocust op het aasje. Velen onder ons hebben weleens met snoek en al vastgezeten tussen de waterplanten. Dat groen kan behoorlijk taai zijn en als dan, in dit geval, je onderlijn ook nog eens 70 á 80/00 is, kan er een probleem ontstaan. Deze dikke lijn kan onmogelijk door de planten snijden en daar komt het voordeel van staaldraad om de hoek kijken. Dit veel dunnere lijntje van gevlochten staal snijdt vaak als een mes door de stengels. Dit gevlochten materiaal kan je in diverse uitvoeringen krijgen, waarbij de 7X7 strand mij zeer goed bevalt. Met 7X7 wordt bedoeld dat het lijntje uit 7x7 dus 49 staaldraadjes bestaat. Hierdoor is het meestal erg soepel, waardoor het beter bestand is tegen het kinken van de onderlijn. T.o.v. de 7 strand onderlijn. Hierdoor hoef je het lijntje minder vaak te vervangen.
In deel 3 meer over diverse hulpmiddelen.
Nu we de basismaterialen voor het streamervissen met de spinhengel, weliswaar in vogelvlucht hebben behandeld, gaan de volgende keer lekker vissen en nemen we wat hulpmiddelen onder de loep.
O ja, via Facebook kwam er een reactie, dat het weleens goed zou kunnen zijn dat er onder roofvisartikelen in deze periode, het volgende komt te staan; van 1 april tot aan de laatste zaterdag van mei mag je niet met kunstaas, een stukje vis of met een dode aasvis vissen. Het is nu zowel gesloten seizoen voor aassoorten als voor snoek, snoekbaars en baars.