Door Berthil Bos
In de twee voorgaande afleveringen heb ik het gehad over het veranderen van de basissnelheid van het kunstaas, zowel trollend met de boot als werpend met de boot of vanaf de kant.
Dit doe ik om de snoek toch een loer te draaien, ook al weet hij het kunstaas zo langzamerhand bij naam en kan hij je zo zeggen waar er speciale aanbiedingen zijn. Er wordt veel gevist met kunstaas en altijd op zoek naar, voor de snoek, nieuwe (lees onbekende) aasjes houdt ook een keer op.
Een andere mogelijk is om de vis geen tijd meer te gunnen om alles eens goed te bekijken. Je trickert hem op deze manier op zijn predator instinkt en lokt een reflex uit. Trollend wordt dit regelmatig gedaan, maar ik zie maar weinig werpende vissers dit doen. Een gemiste kans, want dit kan in bepaalde situaties zeer succesvol zijn.
Kunstaas dat zonder poespas naar binnen gevist kan worden is favoriet.
Omdat je met hoge snelheid je kunstaas binnen draait, ligt het voor de hand dat niet alle kunstaas geschikt is voor deze techniek. Pluggen met een wat grote schoep geven te veel weertand onderwater en dat ben je snel beu. Jerkbaits, streamers en ander kunstaas waarmee ‘’gespeeld’’ moet worden vallen ook af, omdat je al drukdoende bent met snelheid te ontwikkelen. Moet je hierbij ook nog eens gaan twitchen, jerken of iets anders gaan uitoefenen, dan begint het op werken te lijken en is de uitvoering ook niet je van het.
Om het fopaasje niet te missen schuiven ze er meestal volledig overheen.
Kunstaas dat in één lijn naar binnen gevist kan worden zonder poespas is nu favoriet. Rubber met schoepstaart en/of twisterstaart is natuurlijk uitermate geschikt. Loodkoppen een tikkeltje zwaarder dan normaal en vaak laat ik de stinger achterwege. Met die snelheid schuiven ze er vaak helemaal overheen, omdat de vis zelf ook een behoorlijke gang moet ontwikkelen.
Gebruik je wel een stinger dan graag niet te ver naar achteren, want we hebben het goed voor met Esox. We vissen op deze manier niet dichtbij de bodem, om plotselinge vast lopers tegen te gaan. Het stukje halfwater tot net onder de oppervlakte is favoriet, mede gezien het feit dat hier vaak de wat actievere snoek rondzwemt.
Als de swimbait niet mooi loopt door de hogen snelheid, hang ik er een inhangloodje aan.
Pluggen met erg kleine zwemlippen en Swimbaits zijn ook goed te gebruiken. Ook hier geldt weer dat ze recht moeten lopen ook bij hoge snelheden. Als een plug een kleine zwemlip heeft, gaat deze zeker niet te diep en de weerstand is ook niet overdreven. De diepte wordt bepaald door de stand en grote van de lip en aangezien je niet met de boot vist heb je hier niet zoveel invloed op.
Zinkende pluggen zijn vaak stabiel in hun gang door het water en goed op diepte te houden. Toch gebruik ik ook graag de drijvende versie (floating). De Pikefighter van Spro en de Warrior Crank van Fatso zijn prima pluggen voor het snelle werk. Natuurlijk zijn er ook nog diverse andere pluggen, dus uitproberen’.
Ondanks de grote snelheid toch van voren gegrepen.
Wat betreft de Swimbait kies ik altijd voor de snel zinkende types. Doe je dit niet dan komen ze te snel naar de oppervlakte en kunnen ze toch nog scheef gaan hangen. Geen zinkende Swimbait tot je beschikking? Maak dan gebruik van een koplood die je voor de onderlijn bevestigd. Hierdoor kan je dan het kunstaas onder water houden zonder dat de actie te niet wordt gedaan.
Gaat de Swimmbait scheefhangen, dan monteer je geen koplood, maar een inhangloodje bij de eerste dreg. Op deze manier beïnvloed je de actie niet en heb je wel extra gewicht naar beneden gericht. Hoeveel gram deze moet zijn moet je even uitzoeken, maar met 5á7 gram bereik je al heel wat.
Spinners zijn uitermate geschikt, maar zorg wel voor voldoende gewicht.
Dan zijn er nog de spinners. Natuurlijk verzwaard of met een behoorlijk koplood. Het blad zal bij deze snelheden als een gek tekeergaan, dus om het kinken van de lijn tegen te gaan is een antikinklood een must. Ik hang graag een inhangloodje aan het oog van de spinner. Ook gebruik ik met hogere snelheden het liefst een willowblad, je weet wel zo’n slank model. Ze geven veel minder weerstand en dat vist een stuk prettiger. Verder komen ze minder snel naar de oppervlakte dan bredere bladen.
Omdat je je snelheid van het naar binnen vissen behoorlijk opschroeft, zal je het materiaal allemaal een tikkeltje zwaarder moeten nemen, zonder dit te overdrijven. De aanbeten die je krijgt zijn niet subtiel meer, maar flinke rossen. Hierna gaat het weer allemaal een stuk rustiger, waardoor je ook nog een beetje sport moet overhouden.
Ga er eens mee aan de slag en je zult merken dat je ook veel en veel meer water afvist, wat een leuke en succesvolle bijkomstigheid kan zijn.