image description

Speed of Slowmotion: deel 2

Door Berthil Bos.

 

In deel 1 hebben we het gehad over het z.g. Speedtrollen. Maar dan niet het extreme met 15 km. per uur, maar een ‘’beschaafde’’ 8 á 9 km.  Dit is één van de manieren om op dressuurwater toch succesvol te zijn. Dat ook het tegenovergestelde dit succes kan bewerkstelligen geeft een ander voorbeeld aan.

 


De kantjes uitvissen leverde sporadisch een visje op.

Ik was aan het vissen op een voor mij bekend water, waar ik met de boot heerlijk de kantjes aan het uitwerpen was. Dressuur is hier een bekend fenomeen en je moet van goede huizen komen om hier af en toe succesvol te zijn. Het gekke is dat dit voor mij altijd een extra uitdaging betekent, maar je moet goed met teleurstellingen om kunnen gaan. Het was druk op het water en eigenlijk was je in dunne file aan het vissen. Na een tijdje was ik dat spuugzat, ondanks dat er af en toe een snoekje zich vergiste.

Tijdens een lekker bakje koffie dacht ik, bij het zien van deze vele vissers, dat het ook logisch is dat de snoek deze plekken zijn gaan mijden. Het enige rustige plekje water was het midden van de vaargeul en zag ik daar ook niet zo af en toe wat activiteit? Het werpend vissen werd gestaakt en ik maakte een hengel klaar om te trollen. Na een tijdje dit gedaan te hebben viel het resultaat mij toch wat tegen.


Dit combiaas geeft veel actie bij zeer lage snelheden.

 Ik pakte een combikunstaas die veel actie vertoonde, ook al viste je hem uiterst traag. Dit combiaas bestond uit een voorstuk als een plug met schoep die overliep naar een flexibel staartgedeelte. De frontelektro ging te water en werd ingesteld op een snelheid van 1 km. per uur. Gelukkig was er weinig wind zodat ik niet van mijn koers werd geblazen. Door af en toe even te spelen met het kunstaasje was de actie lekker uitbundig zonder dat het een rotvaart had. Om een lang verhaal kort te maken, ze waren ineens wel geïnteresseerd en bleven maar bijten.  Twee totaal verschillende technieken die beide succesvol waren, omdat ze anders waren dan de ‘’normale’’ manier van presenteren.


Met de vliegenlat kan je uiterst langzaam vissen, maar…

 Bij het werpend vissen met kunstaas zie je de uiterst langzame variant regelmatig toegepast. Met de vliegenstok doen we bijna niet anders, op een aantal uitzonderingen daargelaten. Shads, streamers, lepels, swimmbaits en ook een aantal pluggen kan je tergend langzaam vissen en op die manier toch de groenjassen foppen. Dit gebeurd m.i. omdat de snoek geïrriteerd lijkt te zijn of zijn nieuwsgierigheid wordt aangewakkerd en dit wint dan van de argwaan.

Verder is het een totaal andere manier van presenteren dan het gebruikelijk trollen. Zoals ik aangaf zie je deze langzame techniek regelmatig terug bij het werpend vissen, maar hoe zit het met snelheid. Het gekke is dat dit ver achterblijft bij het langzame gebeuren. Ik bedoel nu niet het wat versnellen van het kunstaas, maar het benaderen van de versnelde trolsnelheid. Dit zal je nog niet meevallen en hieraan kan je concluderen dat een snoek beestachtig snel is. Om de ‘’gewone’’ trolsnelheid te halen moet je al pittig binnen draaien, laat staan nog sneller.


Geef deze dames niet de tijd om alles goed te bekijken.

 In het derde deel gaan in op de techniek en het soort kunstaas wat geschikt is voor deze techniek.

ANDEREN LAZEN OOK