Specimenvissen 1
“Drie maal is scheepsrecht”
Door Leon Haenen
Het oppakken van mijn visserij valt niet echt mee. Het gaat allemaal met vallen en opstaan. Ik heb veel last van het daglicht en merk dat ik dan snel de ogen ga dichtknijpen om toch maar iets te kunnen waarnemen. Twee pogingen om tot een trot sessie te komen gingen roemloos ten onder omdat ik gewoon geen goed zicht had.
Tot twee keer toe moest ik het veld ruimen zonder lekker gevist te hebben. Aanmodderen, een ander woord heb ik er niet voor. Heel even zat ik bij de pakken neer. Heel even wist ik me geen raad.
Totdat een van mijn vrienden (een medisch onderlegde vriend) een avond bij me aan tafel zat. Ik vertelde hem van mijn bevindingen als gevolg van het moeten missen van een oog en zodoende kwam, naast alle dagelijkse uitdagingen waar ik mee te dealen heb, ook het vissen ter sprake.
Ik legde uit dat ik veel last had van daglicht en dat ik het niet echt opgelost kreeg met een zonnebril. Hij gaf me de tip die er vandaag voor heeft gezorgd dat ik weer kon vissen als vanouds. Hij adviseerde me om eens met een zwart lapje voor mijn oog te gaan vissen.
Dat lapje zorgt voor meer rust en als gevolg daarvan zie ik meer. Het klopte warempel ook nog. En zo ging ik vanochtend dus met een echt piratenlapje op mijn kop, op weg naar Pa. Hij gaat vandaag met me mee vissen. Alleen dat al is voor mij reden tot feest.
De basis voor een dobberdag.
Het is voor het eerst sinds mijn moeder is overleden dat hij weer met mij mee op stap gaat. Pa heeft natuurlijk een enorme emotionele klap te verwerken gekregen. Na ruim 50 jaar samenleven is zijn beste maatje afgelopen najaar overleden……….en ik was mijn moeder kwijt.
Vissen heeft er een hele tijd niet voor hem in gezeten. Het lukte eenvoudigweg niet .Vreselijk blijf ik dat vinden. Ik heb me enorme zorgen gemaakt over mijn pa. Ik had er een zwaar hoofd in of hij dit wel aan kon. Natuurlijk blijft het gemis altijd enorm, maar pa leeft weer.
Hij breekt zo nu en dan wel weer even, maar ik zie hem toch ook weer echt leven….en dat doet mijn broer en mij echt heel veel deugd. Om 08:00 uur vanochtend kon ik hem gaan ophalen.
Tegenspreken om eerder van huis te kunnen gaan heb ik niet gedaan. Dat zou een kansloze missie zijn geweest . Dat doet ie niet meer. Hij heeft een vast ritme en daar wijkt ie niet van af…..en naarmate hij ouder wordt lijkt het wel of dat ritme als het ware heilig verklaard wordt. Respect!
Hij verheugde zich althans enorm op een dagje Grensmaas. Het plan was simpel. Ik zou met de dobber stroomopwaarts gaan vissen en pa zou links van mij gaan zitten. Hij gaat op zink vissen met een hengel van mij. Ik heb hem zover gekregen dat hij van start gaat met een 1.75 LB prachthengel van Korum.
Als ik hem vertel wat de stok kost, dan komt ie er niet over uitgepraat. Het is ook veel hengel voor heel weinig geld. Op het gemak installeer ik alle spullen. Ik zeef alle madenpoeder van de maden en behandel de maden dan met de cheesy garlic shaker van sonubaits.
Ik heb vier liter maden gehaald. Ik voeg rijkelijk shaker toe aan de maden. Binnen een mum van tijd ruikt het naar de kebabzaak….. Daarnaast open ik een paar blikken gekiemde hennep. Sinds kort gebruik ik hiervoor ook sonubaits. Die hennep is zo dik en perfect gekiemd en is verkrijgbaar in allerlei flavours. Het gemak dient de mens.
Ik vis vandaag met de “natural” uitvoering. Ik voer de eerste tien minuten constant kleine porties hennep en maden. Ik start nog niet met vissen, maar voer enkel. Ik ken de stek erg goed en weet exact waar ik moet gooien.
De Maas stroomt perfect en ook de kleur van het water spreekt me erg aan. Als ik na het voeren even een bakje koffie inschenk, zie ik al de eerste vis boven water springen. Overduidelijk mijn targetvis.
Het vertrouwen is groot. Ik weet gewoon dat ze hier zwemmen. Ik blijf roepen dat de barbeel in de Grensmaas nog niet aan het paaien is. Ik heb ze op de geijkte paaigronden nog niet bezig gezien. Ogenschijnlijk ziet alles er top uit.
De zogenaamde Bait and Tackle Pouch van Korum is ideaal om de maden in te bewaren als je in het water staat.
Een van de mooiste bladzijden uit mijn jongensboek stond op het punt om te beginnen.
Een vier grams montage op nieuwe combinatie…..een Preston equis float hengel in een 14 voet uitvoering met daaraan vastgeschroefd de heilig verklaarde kingpin.
De nieuwe matchhengel bevalt me uitstekend. Het is een perfect huwelijk met de reel. Al na de eerste vijf minuten wordt het me duidelijk dat dit lekker vist. Tijdens de eerste testworpen zoek ik de juiste diepte op. Dat doe ik altijd zo, ik peil niet.
Ik schat in hoe diep het ongeveer is en neem die stand als vertrekpunt. Het is verre van de gemakkelijkste strook water die ik heb uitgezocht. Als de waterstand verandert, dan veranderen de omstandigheden direct enorm.
Als het teveel stijgt dan komt de stroming richting de oever te staan en als de Maas te ver zakt, valt de stroming in deze strook te ver weg. Uit ervaring weet ik dat de rivierbodem hier vrij hobbelig is en dat al die ‘hobbels’ vol staan met mosseltjes.
Maar ik weet ook dat de barbelen achter die hobbels staan. bij elke inworp! Werp ik een stuk of twintig maden en of een handje hennep. Mocht iemand overwegen om te gaan trotten, geloof me, dan is het zaak dat je veel durft te voeren, maar wel met kleine porties tegelijkertijd.
Ik zorg voor een constante aanbieding van iets lekkers. Ik bouw de stek op die manier op. Uit ervaring weet ik ook dat het makkelijk een paar uur kan duren voordat de vis geactiveerd wordt. Het maakt me niet uit. Ik ben al veel te blij dat ik weer mijn dobber kan zien.
Ruim twee uur ben ik bezig als ik zie dat mijn zwaar gekoesterde handbouwdobber bruut onder water wordt getrokken aan het eind van de drift. Ik sla beheerst aan. In een reflex roep ik “ Pa!” en wijs naar de zware parabool die ik vasthoud. Even houd ik de centrepin tegen en zet de schakelaar om naar de ratel.
Meteen laat de pin horen het hier niet mee eens te zijn. als gevolg van de grijns op mijn gezicht schuift het ooglapje half voor mijn oog. Het is maar goed dat niemand me zo ziet. Het zweet gutst van mijn voorhoofd. Het is een goede vis.
Hij blijft mooi op de plaats dwars in de stroming hangen. Ik wacht even af wat er gaat gebeuren. Ik voer de druk niet te hoog op…..en daar zat ik fout. In een uiterste krachtsinspanning weet de vis de volgende hobbel onder water te bereiken en daardoor schuurt mijn onderlijn onvermijdelijk over de mosselbank. “ pats”………..lijnbreuk. ik baal en lach tegelijkertijd. 1-0 voor de barbelen.
Een simpele maar doeltreffende marker die de waterstand in de gaten houdt.
Snel monteer ik een nieuwe fluorocarbon onderlijn. Ik check alles zo goed mogelijk en begin gewoonweg opnieuw. Normaliter duurt het altijd even voordat je weer een nieuwe kans krijgt als je een vis op je stek verspeeld.
Er ontstaat dan vaak paniek en dat schrikt de andere aanwezige vissen af. Die laten zich dan de eerste tijd niet zomaar verleiden.
De waterstand blijft mooi op peil. Ik heb geluk vandaag wat dat betreft. Ik geniet van elke drift die ik maak. Prachtig hoe de dobber kaarsrecht blijft staan in de volle stroming. Drift na drift wordt gemaakt. Het is noeste handenarbeid, dat binnen draaien van een centrepin. Het zorgt voor spierpijn de dag erna.
Het maakt me niet uit. Ik weet waar ik het voor doe. Ik heb er alle vertrouwen in dat de dobber elk moment uit het zicht kan verdwijnen. Na een uur word ik getrakteerd op mijn tweede kans om zo’n prachtdier op de mat te krijgen.
Het is lastig op papier te zetten wat er dan gebeurt. In dit geval vindt er een explosie onder water plaats. De vis neemt direct een lange sprint stroomafwaarts….en ik heb het over een echte sprint. De centrepin heeft zelden zo hoog geklonken.
Ik roep mijn pa om hulp. Hij zal de vis straks moeten landen. Er is geen houden aan. Even is het niet mogelijk om op mijn stek te blijven staan. Voor ik er erg in heb is de vis zeker 30 meter verder stroomafwaarts.
Omdat ik niet in het zelfde debacle wil eindigen als toen het 1-0 werd houd ik de hengel heel hoog. Ik probeer de vis van de rivierbodem te krijgen. Weer neemt de vis een run. Ik twijfel of dit wel barbeel is.
Met horten en stoten win ik weer wat lijn terug. Het gaat allemaal niet van harte. Als dit een barbeel is, dan s het of een nieuw PR of ik heb hem vals gehaakt. Het lijkt er wel steeds meer op dat het laatste het geval is.
Eventjes lijk ik de sterkste. Ik maak er dankbaar gebruik van. Ik zie kans om enkele meters terrein te winnen. Ik kan mijn dobber alweer zien. Dan kan het niet meer zo land duren of we gaan oogcontact krijgen, de vis en ik…;-)
Wat ik al dacht blijkt waar te zijn. het eerste wat boven water uitsteekt is de staart van de vis. Niet zo maar een staart, maar een kaliber staart waar men in Spanje een waaier van zou maken. mijn pa staat dan al klaar met het schepnet.
Even zwaait de vis met de staart en neemt dan een nieuwe spurt richting het diepe. Het blijkt een afscheidszwaai te zijn geweest, want voor ik er erg in heb, wordt mijn dobbermontage gekatapulteerd richting de struiken.
Het is 2-0 voor de barbelen. Het kan best zo zijn dat een vals gehaakte vis ‘niet telt’, maar deze had ik toch wat graag even in mijn handen gehouden. Pa roept dat het een tachtiger was. Ik zeg het niet te weten, maar denk het stiekem ook. Het was een enorm bakbeest.
Gedesillusioneerd zit ik even later met een kop lauwe koffie voor me uit te kijken in het gras. Ik baal er toch wel van nu. de tweede kans op een dikke vis verkeken. Hoeveel kansen zou ik vandaag nog krijgen.
De ochtend is bijna voorbij. Ik had het meeste vertrouwen in de ochtend. Ik besluit om helemaal opnieuw te monteren. Er zitten toch wat oneffenheden op de onderlijn en ook de bovenlijn heeft klappen gehad om en nabij de dobber.
Als ik nog een kans krijg, dan wil ik wel kunnen vertrouwen op mijn materiaal. Ondertussen drop ik nog een halve liter hennep en wat maden op de stek. Ik laat de stek een haf uur met rust en eet op mijn gemakje de boterhammen. Gebroederlijk naast mijn pa. Ik ben zo blij dat ie bij me is.
Na de pauze ga ik vol goede moed terug naar de stek en begin ik weer met trotten. Inworp na inworp wordt er gemaakt. Af en toe rolt er een mooie barbeel in de buurt van waar ik aan het vissen ben. Zoals gezegd, ik weet dat ze er zijn. Het vertrouwen is immens.
Als ik voor de zoveelste keer mijn dobber in stelling breng, gaat ie al helemaal aan het begin van de stek onder water. Ik maak in een reflex contact. Een enkele tel lijkt het of ik vasthang. Herken je dat? Je slaat aan en direct staat je hengel in een waanzinnige kromming. Ik hang niet vast deze keer.
Al snel komt er verzet onder water. Weer roep ik mijn pa om me te assisteren. In een mum van tijd staat ie naast me, gewapend met het landingsnet. Ik ervaar direct dat deze vis niet vals gehaakt is. ik weet ook meteen zeker dat dit een dikke vis is. De kleinere exemplaren zijn veel zenuwachtiger.
De eerste minuut vindt het gevecht op de vierkante meter plaats. Ik krijg er geen beweging in. Dit is een bak. Dat kan niet anders. Langzaam maar zeker krijgt de barbeel in de gaten wat er aan de hand is. Om aan te geven dat ie het er niet mee eens is, mokt ie een paar keer op de plek.
Ik pareer elke aanval door serieus lijn te geven als de vis erom vraagt. Hard drillen is er nu niet bij. Ik vis 22/00 fluocarbon onderlijn. Het mag niet mis gaan. Het spreekwoord driemaal is scheepsrecht is niet voor niets uitgevonden.
Dan neemt de vis de spreekwoordelijke benen. Richting overkant van de Maas. Dan weer naar links. Vervolgens zwemt ie een heel stuk tegen de stroming in. Mijn vertrouwen groeit, sterker nog ik blaak ervan! Kom maar op. De dril houdt zeker 15 minuten aan en nog steeds heb ik de vis niet gezien.
Iedereen die met de dobber op barbeel vist weet dat er tussen het moment dat je je eigen dobber weer in zicht hebt en er uiteindelijk ook een vis in zicht komt, enkele minuten kunnen passeren.
Mijn vader staat dicht aan het water en zet een kreet die ik in al die jaren niet uit zijn mond heb horen komen. Hij roept letterlijk: “Dit is hem!”, Leon, “Dit is hem”. Ik krijg in 1 minuut tot tien keer toe te horen dat ik voorzichtig moet zijn en niet te hard moet willen trekken. Het vaderlijke gezag mist zijn uitwerking niet…ook al ben ik bijna 50 jaar.
Dan komt de vis voor het eerst in beeld voor mij. Formaat record. Formaat spoorbiels. Formaat onthaakmat. Ik weet niet wat ik zie. De eerste tachtiger op een dobbermontage ligt panklaar voor de landing. Deskundig wordt het schepnet onder de vis geschoven.
We got her!
Ik stuif naar beneden om het geheel even van dichtbij te bekijken. Ik word er spontaan emotioneel van en pa ook. Terwijl de vis uitrust in het net krijg een knuffel van hem van het kaliber #schiphol #nooit weerziens. Het is zo ongelofelijk mooi dat we dit samen beleven. Ik krijg de tranen in mijn ogen terwijl ik het opschrijf.
Er komt een heleboel emotie vrij aan het water. Ik moet aan de ellende van mijn pa denken, ik denk aan mijn ma. Ik ben zo dankbaar dat ik weer kan vissen ondanks de problemen met mijn oog. Dat ik dan net vandaag beloond word met dit beest. Want anders kan ik het niet beschrijven.
Een euforisch en overgelukkig gevoel maakt zich meester van mij. Zelden een barbeel gezien die zo hoog gebouwd is. Een rug als een rugbyer. Even is ze van mij. Samen knielen we rondom de mat. We kunnen het niet laten om haar even te aaien. Ik til haar voorzichtig op.
Gelaten laat de vis het maar allemaal gebeuren. Na meting blijk ik echt een nieuw PR gevangen te hebben. 84 centiemeter exact!
Met een fabelachtig gewicht van 6,3 kilo. Ik ben stil van en pa ook.
Sprakeloos!
Respectvol zet ik de vis terug in het water. Met de kop tegen de stroming in. Van herstel is geen sprake.
Swim wild, swim free!
De vis zwemt bedeesd terug naar waar ze vandaan kwam. Verder vissen heeft geen zin. Ik stop er direct mee. Ik ben klaar voor vandaag.