Snorrepoes 3
Door Sander Ossevoort
Ken je dat gevoel, dat andere mensen wel vangen en jij niet? Je gaat twijfelen aan je materiaal. Je gaat je afvragen of er nog wel vis zit? Bij ons, na gouden tijden ook het geval. De theorieën vliegen om je oren haha! . ik bedoel doorzetten siert een visser, maar er zijn grenzen. Zo nu en dan een visje vangen, maakt een visdag toch een stukje leuker.
Een nieuw water gaat de doorslag moeten geven. De rikketik gaat er altijd ietsje sneller van. Het werkt bij mezelf motiverend. Meters maken werpend vanuit de boot. Shads, pluggen alles komt aan bod. Diep, ondiep, we beginnen toch te twijfelen als, het nieuwe water na uren intensief werpen geen vis thuis geeft.
De prachtige taluds uitgeworpen, ook zo de diepe gaten niet vergeten te zijn. De Fishfinder geeft weer dat zich kluitjes van kleine vis onder de boot bevinden. Dat zijn ook de enige signalen die we dan door krijgen.
Niet veel later overgeschakeld naar natuurlijk aas, aan een octopusrigje. Dat wil zeggen geen dikke tros dauwpieren of springers. Maar kleine voorns, van een centimeter of zes a zeven, die aan de dreg worden geprikt. Bij toeval ooit ontdekt, bij gebrek aan 'beter'.
Dit spelletje is denk ik wel een van mijn allerleukste manieren van het meervalvissen. Fishfinder, de octopusrig en een hand afgebouwd kwakhoutje, heerlijk. Het houtje optimaal hanteren, is niet zo simpel als het lijkt.
Als zoonlief en ik de ganzen gingen voeren, nam ik het mee naar de waterkant om daar te oefenen. Om een vis richting je aas te lokken, met niets meer als wat slagen van een stukje hout op het water. Meestal de half water presentatie werkte het beste.
We laten deze rig dan ook snel zakken tot gewenste diepte. Ik met mijn aandacht bij het scherm van de finder, en het houtje in mijn rechterhand. En mijn maat gewapend met een voormalige jerkstok, zit recht tegenover me. De hengel heeft een werpgewicht van 100 gram, daar hij een mix is van carbon en grafiet. Erg sterk, met een 'diepe buiging'.
De lange zomerse avondschemering heeft ons ondanks alle inzet geen vis opgeleverd. De twee dobberhengels worden binnen gedraaid, en we focussen ons puur op de ene rig die op drie meter onder de boot hangt. Dan verschijnt er een signaal op de oude finder. Ik draai het scherm richting mijn maat en hij knikt.
Bij het terugdraaien van het scherm, klapt van uit het niets, de hengel volledig dubbel. Johan heeft als shadvisser de reflex van een kat, en hangt heerlijk achterover als ik de boot bij stuur. Na wat gebonk word 'het stokje' doorgeven, en mag ook ik even genieten van de power.
Als we de vis terugzetten zie ik wat lijkt op nog drie meervallen op het scherm. Vlug gaan er weer een paar speldaasjes aan de rig en bij het laten zakken, word er al druk aan gesnuffeld door een hongerig exemplaar. Ook deze weet een harde aanbeet in te zetten, en vis nummer twee, is heel snel een feit.
Wel grappig, dat je je de hele dag loopt uit te sloven, en het uit het niets 'kassa' kan zijn. Ook deze vis heeft dezelfde als zijn voorganger. Ik denk nog twee meervallen in het scherm te zien, dus we 'stringeren' deze vis. Een lang touw met een lus op het end. Op die manier rijg je het touw door de kieuwopening, om zo later op de foto te zetten.
De dobberhengels worden ook vluchtig weer ingezet. Ook deze voorzien we nu van kleiner meervoudig aas. Alsof we het wiel hebben uitgevonden, knalt er snel een dobber de diepte in. Direct word er haak gezet, nogmaals een vis van dergelijke afmetingen.
Meerval is van nature geen echte scholenvis, maar ze huizen soms wel dicht bij elkaar. Ook deze gaat aan het stringertouw. Is dit dan de pot goud, aan de andere kant van de regenboog? Ik weet het niet maar we vermaken ons wel. Even een vluchtig belletje naar het thuis front (het word wat later). Op zulke momenten worden begrippen als tijd, relatief. We weten nu al dat we hier vaker zullen terug keren.
Dan blijft het stil, lang stil. Zo begon het uit het niets, en zo eindigt het blijkbaar. Wat kan je snel wennen aan situaties zeg. We willen niet stoppen, maar de aasvis is op. We proberen nog snel wat baarzen bij elkaar te dropshotten, maar die geven niet thuis. Dan geven we op, op het thuisfront scoren we dan de nodige punten, dus ach. Het was mooi,bijzonder zelfs om het zo mee te maken.
Tot de volgende,
Sander ossevoort