Snoekbaarsjager (deel 6)
Het vangen van grote snoekbaarzen
Vrouwelijke snoekbaarzen eten actief voor de paai en komen weken voor de mannetjes naar de paaizones. De vrouwtjes zijn veel groter dan de mannetjes en bij zacht voorjaarsweer kan je ze al volop vinden op de paaigronden in maart, dus nog voor de sluiting. De oudere vrouwtjes zijn dan minder schuw en goed te vangen. Het zijn zware snoekbaarzen!
Hoe herken je een mannelijke of een vrouwelijke snoekbaars? Mannetjes hebben een lichte holle welving achter de kop, vrouwtjes hebben een volle ronding op die plaats. In de herfst bouwen de snoekbaarzen hun vetreserves op voor de winter en voeden zich actief. De grotere exemplaren zijn dan minder voorzichtig en beter vangbaar.
Mooie snoekbaars, wippend op het bolletje.
Vis in de herfst gerust met grote aasvissen (vijftien cm+). Om grote snoekbaarzen te vangen is het dikwijls noodzakelijk om in alle seizoenen een grote aasvis of een groot formaat kunstaas aan te bieden! Maar uitzonderingen bevestigen de regel.
In 2008 ving ik in september 9 vissen van negentig cm+ en één meter joekel aan kleine zilverwindes bij gebrek aan grote aasvissen! Grote snoekbaarzen vang je dikwijls bij je eerste worp met de takel of de sleephengel. Ook bij de eerste passage met een grote plug in de paaizone is het dikwijls bingo en dan zijn het vaak achtergebleven wijfjes of echt grote mannetjes!
“Dit is een mannetje Jan.”
Grote glasogen zijn uiterst schuw behalve in de paai of voor de winter als ze moeten eten. Hun overlevingstalent en vroegere ervaringen zal ze doen verdwijnen van je stek bij de minste onraad. Het vangen van joekels (negentig cm + vissen) heeft veel te maken met attitude: geloven in jezelf, volhouden en zoeken tot je de ‘vangende‘ cirkel rond hebt. Om ze te vangen moet alles ‘juist‘ zitten: plaats, periode, tijdstip, aasaanbieding, weer, aastype, aasgrootte, diepte en je vissysteem.
In elke groep zestig cm+ snoekbaarzen zwemmen bijna altijd een aantal grotere vissen (tachtig – negentig cm+) mee. Grote snoekbaarzen vang je makkelijker al ‘liggend‘. Ze hebben dan de tijd om voorzichtig het aas te observeren vooraleer toe te slaan. Waarom liggend? De grote joekels zijn trager dan hun kleinere soortgenoten. Ik gebruik geplette aasvis of visfladders om op hun reukzin een beroep te doen.
Aan de combihengel met de speld en grote aasvis!
Heel traag heffen van een dode geplette aasvis is dikwijls ook een goede aanpak. Wanneer je een aantal vissen ving op een bepaalde stek en het houdt plots op, verkas dan niet! Vis gerust verder. Dikwijls vang je nu pas de grootste exemplaren van de school.
Ik moet het nogmaals benadrukken: klein aas of groot aas maakt voor het vangen van grote snoekbaarzen dikwijls een wereld van verschil. Ze verbruiken minder energie als ze groter aas eten, maar zorg dat je steeds én klein én groot formaat aasvissen bij je hebt.
Als snoekbaarsjager moet je liggend onder aan een helling wachten tot de grote vissen je aas op hun reukzin gevonden hebben. Daarom dat grote spiering zo’n superaas is. Bij aanbeet van zo’n grote glasoog loopt die vis bijna nooit weg, maar blijft veelal liggen na zijn aanval. Daarentegen trekken kleinere vissen gemakkelijker weg met hun buit uit de groep omdat ze meestal je aasvis niet direct kunnen binnen zuigen.
Weer een joekel uit het Volkerak met de fireball.
Grote snoekbaarzen zoeken de veiligste en makkelijkste voedselsectoren op, bijvoorbeeld liggend aan de sluizen, aan kribben, net uit de stroming in een heel ruw gebied, dikwijls met mosselbegroeiing waar veel aasvis voorbijkomt. Hier is een verticale aasaanbieding dikwijls troef!
Vis voor grote vissen traag en als het kan nog trager! Zo’n kapitale vissen nemen hun tijd voor observatie. De snoekbaarsvissers welke met trage, passieve aasaanbiedingen vissen of deze welke de ondiepe oeverzones bevissen en ook zij die met grote aasvissen aan de slag gaan, maken de meeste kans om een grote snoekbaars te vangen.
**************************************************************
Een broeder van mij in Petrus: Bart
Hij was een succesvol wedstrijdvisser, bedreven in alle witvis-systemen. Ik nam hem mee op snoekbaars en sindsdien heeft hij zijn hart verloren aan deze machtige vis. We visten samen in Nederland, Frankrijk, Roemenie en in Spanje. Alhoewel hij door zijn familiale verplichtingen weinig visdagen vrij heeft is hij zeer gedreven éénmaal als hij op het water is.
Hij experimenteert met alle bestaande systemen en test alle nieuwe technieken uit. Vooral in de shadvisserij test hij alle formaten, vormen en kleuren uit. Zijn kind is het combivissen waarover ik het later nog uitgebreid zal hebben.
Naast het vissen is Bart een praktisch genie die alles kan maken exact zoals ik het hem heb gevraagd: jigs, loodkoppen, spelden, fire balls, het balletje en het bolletje worden door hem op de millimeter in de juiste kleur en in het juiste gewicht gemaakt.
Als speciale vangst ving hij een 40 ponds karper aan een licht hengeltje in Roemenie en ik onthoud ook een aantal grote schollen die hij op de shad ving aan de sluis op het Zoommeer net voor de winter. Op een stek van mij in de Roomsloot in Overijssel ving hij zijn eerste polder metersnoek.
**************************************************************
Volgende week deel 7!
Mocht u vragen hebben aan de auteur, dan kunt u die mailen via info@totalfishing.nl