Snoekbaarsjager (2)

Snoekbaarsjager (deel 2)

Waar zoeken we met maximale vangstkansen de glasogen?

In geen enkel boek lees je iets over de ‘echte’ stekken van de schrijver. Je krijgt een algemene beschrijving van wat een topstek zou kunnen zijn, meestal zelfs zonder naam van het water.

Ik breek met deze traditie en jij als lezer krijgt heel wat waardevolle tips met gebiedsbepaling welke je moeten toelaten zeer snel topstekken te vinden en te bevissen. Mijn geliefde viswateren zijn Volkerak 6947 ha, Zoommeer 1053 ha, Haringvliet 11633 ha, Hollands Diep 4254 ha en Schelde-Rijnkanaal 850 ha.

Leuke snoek voorbij Dintelsas.

Stroom inloop
Een inlopende rivier in een groot water is altijd een zeer aantrekkelijk gebied. Je vindt er uitgeslepen oeverzones, meestal een harde bodem met obstakels. Verken het gebied inloop Spui in het Haringvliet in juni of september, langs beide zijden van de vaargeul. Ook het gedeelte rechts tot in de eerste bocht als je het Spui opvaart vanuit het Haringvliet.

Sluizen
Sluizen waar zout en zoet water elkaar ontmoeten zijn voedselrijke topstekken. De aanvoer van garnalen, kleine zeevis, zoals spiering en andere schelpdiertjes zijn een echte magneet voor snoekbaarzen. Denk hier aan de gebieden waar Zoommeer, Volkerak, Haringvliet in verbinding staan met zout water.

Kribben
Kribben op stromende rivieren waar beroepsvissers met hun netten en fuiken weinig kunnen uitrichten gezien de drukke scheepvaart zijn dikwijls zeer goed. Ga bijvoorbeeld op verkenning op de Waal vanuit Tiel en zoek in de luwte van kribben met een stenige ondergrond waar snoekbaarzen vele schuilplaatsen vinden om toe te slaan. Kribben met effen zandige bodem zijn veelal minder visrijk.

Ondiepe paaizones
Ondiepe paaizones met veel begroeiing op de bodem of kiezel. Verken de Dintel vanuit Dintelmond richting suikerfabriek en dit eind mei, begin juni.

Diepe putten in ondiepe meren
Vaar van het Margrietkanaal het Sneekermeer op en zoek links van de boeien varend in de richting van Sneek in juni en juli.

Uitgeholde geulen van kanalen
Deze randen van vaargeulen waar veel scheepvaart is, zijn zeer goed in maart en juni. Vanuit het Volkerak het Schelde Rijnkanaal opvaren en vissen aan de linkerkant tot aan de eerste grote bocht naar links.

Punten en zijkanten van bepaalde kribben waar slechts af en toe een beetje stroming staat
Vaar op het Haringvliet van Stad aan het Haringvliet naar de overzijde. Met het eiland de Tiengemeten rechts van jou, vind je aan de linkerkant enkele zeer visrijke kribben langs de Korendijksche slikken. De betere periodes hier zijn september en oktober.

Met dikke paling als bijvangst.

Waar gebaggerd werd in het verleden
Als er gebaggerd is ontstaat een zeer interessant gebied voor vadertje glasoog. Op deze plaatsen wordt de bodem zeer oneffen en komt er kort na de baggerwerken heel wat voedsel vrij uit de bodem. Dit trekt kleine aasvis aan en uiteraard volgt de snoekbaars. Glasogen vinden hier ideale schuilplaatsen om voorbij zwemmend aas te bemachtigen.

Een voorbeeld hiervan is de diepe put voor de haveningang van Den Bommel op het Haringvliet. Zeer goed in de koude wintermaanden november en december. Een zomer baggerstortgebied vind je op het Hollands Diep aan de noordzijde in het gebied tussen de Schuringsche sluis en de Hoogezandse sluis.

Zeer sterk geribbelde bodem in ondiepe oeverzones
Je kan er dikwijls vasthangen in de soms scherpe, met mosseltjes begroeide richels, maar ook veel snoekbaarzen vangen! Zo’n hotspot vind je varend vanuit Dintelsas richting Hollands Diep, rechts van de groene boeien ter hoogte van Hellegat voor de grote sluizen.

Mosselbanken
Een mosselbank is dikwijls maar een klein gebied van enkele vierkante meters waar snoekbaarzen graag komen azen. Je vindt ze op het Volkerak, het Zoommeer, het Haringvliet, het Hollands Diep en ook op het Schelde Rijnkanaal. Het zijn echte aantrekkingspolen voor de glasogen. Je vindt ze bijvoorbeeld ook op het Haringvliet vanuit Den Bommel aan de linkerkant van de groene boeien, halfweg richting Stad aan het Haringvliet achter de eerste trap van ondiep naar dieper water.

Met een goede visvinder zie je gewoon deze bodemstructuur. Een goede viszoeker is bijvoorbeeld de X125 van Lowrance. Hiermee ‘lees’ je echt de bodem. Mosselbanken zijn dikwijls zo klein dat je de coördinaten met gps dient vast te leggen om deze ministructuren later terug te vinden. Ik gebruik een draagbare gps Magellan SporTrak Pro omdat dit mij ook toelaat hotspots te markeren wanneer ik met een andere boot op het water ga.

Zomerbaars op de mosseltjes.

Ministructuur op een structuur
Bijvoorbeeld een grillige helling met slechts op enkele plaatsen een mosselbegroeiing of met hier en daar een kleine inham. Zoek hier eens op het Haringvliet vertrekkend van Middelharnis varend naar Stellendam links in de oeverzone halverwege Middelharnis en Baak de Pieter. De beste periode van juli tot september.

Gehaakt op een ministructuur.

Onderwater verhoogd schiereiland
Een superstek is ook een ‘onderwaterheuvel’ welke aan een uitlopende landtong is verbonden. Voor de rechtse pier aan de uitloop van Baak de Pieter op het Haringvliet vind je zo’n heuvel redelijk ver uit de kant. In de zomer moet je hier steeds na de middag zijn als de heuvel door de zon is opgewarmd en de snoekbaarzen zich komen te goed doen aan de aanwezige aasvisjes. Neem eerst je tijd om dit gebied te bevaren en te begrijpen. Er zitten hier ook veel mossels vast aan de bodem. Een superstek!

Snoekbaars weggevangen van het heuveltje.

Ondiepe plateaus met diep water kortbij
Dergelijke grote ondiepe plateaus zijn in de zomermaanden echte snoekbaarsmagneten. Vaar van Den Bommel naar het Hollands Diep. Links voor de Haringvlietbrug ligt er zo één. Bevis de zuidkant ervan op de helling van diep naar ondiep.

Ondergelopen bossen, stobbenvelden, huizen of bermen van ondergelopen wegen
We bevisten ze met veel succes in Roemenië op het water van Sarulesti en de stobbenvelden vonden we ook in het Sneekermeer. Vissen in middeleeuwse omstandigheden kan dit? Jazeker! Sarulesti in Roemenie was een aantal jaren een geliefde bestemming van mij om in de meimaand, tijdens onze gesloten tijd in Nederland, op één week honderden dikke snoekbaarzen te vangen.

Gestreepte Roemeense snoekbaars.

Het meer van Sarulesti ontstond door het laten onderlopen van een vallei waarin zich een aantal viskweekvijvers bevonden. Aan dit 450 ha grote meer lag een onooglijk klein en arm zigeunerdorp. Robert Raduta heerste over zijn visdomein met ijzeren hand en de zigeuners hadden totaal visverbod op dit water. Betrapte stropers kregen lijfstraffen!

We vingen elke dag onze vissen en zagen de arme stakkers langs de oever staan zeker hopend op eens een lekkere vismaaltijd. Ik kon dit niet meer aanzien en ging op een dag aan land met een tiental dikke snoekbaarzen. Toen ik deze uitdeelde aan enkele ouderlingen zag ik tot mijn verbazing dat ze deze snel in hun oude versleten pullover oprolden, om toch maar niet gezien te worden door de opzichter van de visserij, waarna ze snel de buit naar hun schamele hut brachten.

’s Anderendaags werden we gewenkt door enkele bewoners. Eens aan land werden we uitgenodigd om hun dorp te bezoeken. Geen waterleiding, geen electriciteit, geen enkel voorwerp uit onze moderne wereld behalve enkele plastieken teilen! De mensen waren super vriendelijk, we dronken water uit de waterput net zoals zijzelf. Toen ik hun een paar doosjes driehaken, enkele haken en wat bobijnen visdraad gaf waren ze de koning te rijk.

De volgende dagen en jaren werd ik verder’ in stilte’ de huisleverancier van verse snoekbaars voor enkele dorpsbewoners! Ik begreep uit hun gebarentaal dat ze nu af en toe zelf ook een snoekbaars konden vangen met het door mij aangeleverde materiaal welke ze gebruikten om nachtlijnen te leggen.

Vandaag ga ik niet meer naar Sarulesti. Jaar na jaar werden de wonderbaarlijke vangsten slechter zonder dat er een verklaring voor was. Tot ik hoorde van enkele karpervissers dat Raduta het water in de wintermaanden liet aftrekken met netten door beroepsvissers. Waar heb ik dit nog meegemaakt…

Het wilde Embalsa de Mequinenza.

Ondergelopen olijfbomen waren dan weer de uitverkoren schuilplaats net na de paai van kapitale snoekbaarzen beneden de dam in Mequinenza, Spanje. Mequinenza is ook een Mekka voor snoekbaarsvissers. Het is eerder bekend bij de meervalvissers maar in het meer boven de dam en ook beneden op de rivier is er goed snoekbaars te vangen in het voorjaar en in het najaar. Een uitgelezen bestemming in de periode april, mei wanneer het bij ons gesloten tijd is.

Wanneer het water laag staat (boven op het meer kan dit meer dan tien meter zijn!) dan wordt de te bevissen oppervlakte heel wat kleiner en dit vergroot uiteraard je kansen op grote aantallen snoekbaarzen. Je vangt ze trollend, verticaal met de shad of met de drachkovitch takel. Daar het water helder is boven en meestal ‘vuil’ in de stroom beneden, is een aangepaste draaddikte vereist. Dus je vist zo dun mogelijk boven.

Michel en Albert bereiden zich voor.

Er leven veel zoetwaterkreeften in het meer boven en imitaties van deze beesten geven ook goede resultaten. Toen ik vorig jaar nog op het meer boven viste haakte ik enkele zware meervallen tijdens het snoekbaarsvissen.

Mijn eerste Mequinenza meerval.

Wanneer je op anker vist of met de elektromotor dan kan je gerust je anker ophalen of je elektromotor af zetten en de joekels van meervallen trekken gewoon je boot mee! Ik vis boven met een speciale, zwaardere drachko hengel en ook zware fireline om zo’n monster te kunnen vangen. De dril duurt soms wel 20 tot 30 minuten en is heel uitputtend.

Beneden vangen we snoekbaarzen tussen de ondergelopen olijfbomen! Het is een hele krachttoer om zo geen 10 tot 20 takels per dag te verspelen aan die keiharde takken tenzij je telkens weer de takken invaart om je takel met je kunstaasredder los te maken. Natuurlijk verstoor je zo de rust van de nestende snoekbaarzen die echt zwart van kleur zijn als je ze bovenhaalt.

Zwarte nestbewaker.

Ik verkies mijn takel te verspelen, een nieuwe aan te binden om deze supersterke vissen terug te belagen in hun schuilplaatsen. Het trollen op het meer boven geeft zeker succes, maar ik vind het een eentonige visserij en verkies daar het verticaal vissen in de diepere stukken of het takelvissen naar de oevers toe, afhankelijk van waar de snoekbaarzen zich ophouden.

De gemiddelde grootte van de snoekbaarzen op het stuwmeer is kleiner dan de vissen welke ik ving op de rivier beneden. Je kan best een boot huren bij de lokale visorganisaties, maar wel zelf een elektromotor met batterij en een draagbare viszoeker meenemen. Een prachtig alternatief voor de snoekbaars op het stuwmeer zijn de breedsmoelbaarzen die je in het voorjaar dieper vindt en in de warmwater periodes, ondiep dikwijls helemaal achterin de inhammen tussen de rotsen.

Helemaal spectaculair wordt het als een blackbass je popper van onder aanvalt en heftig schuddend met de bek uit het water opspringt! In de stilte van zo’n rotskloof breekt opeens de hel los en de adrenalinestoot die je daarvan krijgt is enorm. Geen eenvoudige visserij maar de moeite waard om het toch eens een namiddag te proberen wanneer je al de nodige snoekbaarzen binnen boord hebt gehaald.

Mooie blackbass.

Poppers voor de blackbass.

Doorsnee formaat, maar toppsport!

Tussen twee waters
Als het water warm is vang ik veel snoekbaars heel ver van de bodem weg en dit op alle door mij beviste waters. Heel weinig vissers vissen zo!

De middelste richel tussen twee uitgeslepen vaargeulen
Op de door mij aangegeven plek moet je ‘s morgens heel vroeg vissen omdat je daar midden in de vaargeul ligt en je de scheepvaart dan niet hindert. Kom je later dan moet je telkens weer uit de vaargeul en de waterpolitie laat vissen in de vaargeul zeker niet toe omdat je daar de scheepvaart hindert. De bodem is er keihard en er staan heel wat mossels op de richels tussen beide vaargeulen. Zeer visrijk dus maar niet zonder risico. Vaar vanuit Dintelsas richting Volkeraksluizen en zoek ter hoogte van de Hellegatplaat.

Een topstek geeft niet altijd en ook niet op elk uur van de dag. Zeer dikwijls heb je een steeds terugkerend vangpatroon. Hou daar rekening mee. Wanneer je geloof hebt in je analyse en je cirkel is rond (plaats, seizoen, tijd, weer, vissysteem) blijf dan op je stek. Ze komen er zeker op.

Verkassen is meestal een slechte attitude. Het betekent meestal dat je geen geloof hebt en dat je de vis cirkel niet rond hebt. Het vangen van snoekbaars door die ‘ varende ‘ vissers zijn dan ook dikwijls toevalstreffers, tenzij ze bewust een aantal topstekken afvissen.

Volgende week deel 3!

Mocht u vragen hebben aan de auteur, dan kunt u die mailen via jan.van.de.linde@telenet.be

---