Snoekbaars versus Zeebaars (2)

Deel 1 gemist? Klik hier.

“Snoekbaars versus Zeebaars”

Wat hebben snoekbaars en zeebaars met elkaar gemeen?

Door Joop Folkers

Pluggen
Mede dankzij de schier oneindige informatie die je via het internet kunt binnenhalen, is er de afgelopen jaren behoorlijk wat veranderd op het kunstaas gebied. Gedurende vele jaren waren een shad of een jigtwister combinatie in principe dé aangewezen kunstaassoorten voor de zeebaars. Sinds een jaar of acht is daar echter de spectaculaire plugvisserij bijgekomen. Een sensationele manier vanvissen, die zijn weerga niet kent.

Het begon destijds eigenlijk allemaal met de befaamde Rapala Magnum, die in zowel de diep (zilveren schoepje) als ondiep duikende versie uiterst effectief bleken voor de zeebaars. Na een aantal succesvolle jaren met deze plug is het roer weer compleet om en vissen we in hoofdzaak nog met ondiep lopende pluggen en oppervlaktepluggen. En was 9 cm destijds al een ‘hele jongen’, dat is tegenwoordig een formaat waarom we lachen, want pluggen van 15 cm doen beslist niet onder voor die kleine ‘friemels’!

En daarin wordt dan weer een parallel met de snoekbaarsvisserij zichtbaar. Want wie denkt dat je nooit zo’n bodembewonende glasoog aan dat oppervlaktespul pakt, heeft het lelijk mis. Zeker tijdens een ondergaande zon en de eerste donkere uurtjes, blijkt ook de snoekbaars soms superactief op vooral kleine, fel gekleurde poppers. Ik schrijf bewust ‘soms’, want ook deze manier van vissen kent uiteraard zo zijn eigenaardigheden en het komt beslist ook voor dat je op het verwachte goede tijdstip héél lang staat te werpen voor Jan met de Korte Achternaam.


Bij het vissen op zeebaars hebben pluggen de laatste jaren enorm aan populariteit gewonnen.

Niet geschoten is echter altijd mis en poppers zijn ook bij het snoekbaarsvissen zondermeer het proberen waard! Met name de strekdammen in onze grote rivieren en blijken topstekken voor deze kabaalschoppertjes. In en rond havens heb ik ook heel wat oppervlaktepluggen uitgeprobeerd, maar eerlijk gezegd bleef het rendement daar beneden nul. Grote snoeken en baarzen bleken in veel gevallen juist wél weer geïnteresseerd in dit kunstaas.

Tip: Altijd meenemen!
Stop in ieder geval altijd een van een paarse twister voorziene groen/wit gebonden jigkop tussen je kunstaas. Dat is namelijk écht een supercombinatie voor zowel snoek- als zeebaars. Tijdens mijn vele zeebaarssessies in o.a. de Nieuwe Waterweg vis ik veel met deze combinatie.

Die is niet alleen goed voor de nodige zeebaarzen, maar uitgeprobeerd op het binnenwater bleek ook snoekbaars maar moeilijk van deze kleurencombinatie af te kunnen blijven. Zeker op dagen waarop het water troebel was, bleek dit de juiste combi om de glasogen alsnog tot een aanbeet te verleiden. Altijd meenemen dus, die ‘hap’!

Stromend water
Zowel de snoekbaars als de zeebaars voelen zich goed thuis in stevig stromend water. Een goed voorbeeld daarvan is de Nieuwe Waterweg in Europoort. Afhankelijk van het tij stroomt het in dit toch wel unieke kanaal vrijwel altijd. De beste kansen op beide baarssoorten maken we op het moment dat het tij kentert en de getijdestroom weer begint te lopen. Beide soorten? Inderdaad! Op die Nieuwe Waterweg kun je zowel snoekbaars vangen, als zeebaars!


Waar zoet en zout elkaar treffen kom je beide baarzen tegen.

Het klinkt veel vissers wellicht wat vreemd in de oren, maar de zoute zeebaars trekt op zoek naar voedsel onvoorstelbaar ver de steeds zoeter wordende Nieuwe Waterweg op. Ik heb ze zelfs gevangen rond de kruising van de Oude Maas en daar is het water hooguit nog wat zilt en kun je ook prima op snoekbaars vissen. De zeebaarzen zijn hier over het algemeen ‘baggervet’ en verblijven gedurende de zomermaanden op vrijwel dezelfde stekken als hun zoetwatergenoten.

Nu is dat ook weer niet geheel en al onbegrijpelijk, want het relatief warme water van de Waterweg is dankzij de vele andere wateren die er via gemalen en sluisjes op uitkomen, vergeven van jonge broed. Bewijs van hun vreetgedrag zijn de grote hoeveelheden jonge visjes (opvallend veel kleine snoekbaarsjes van pakweg 5 - 6 cm)die zowel gevangen zeebaarzen- als snoekbaarzen hier tijdens het onthaken uitspugen.


‘Gewoon’ vanaf de kant!

Ook barst het rond deze stekken van de krabben en de steurkrabben en dat zijn zondermeer favoriete aassoorten voor onze stekelridders. Dat industriële, weinig ‘natuurlijk’ ogende water vormt al met al een zeer voedselrijk gebied, dat logischerwijs vele soorten roofvissen aantrekt. Zo worden hier met regelmaat ook roofblei, grote winde en zelfs zeeforel gevangen.

Manier van vissen
Op het open water komt het regelmatig voor dat je zeebaars rond de oppervlakte ziet jagen. Maar in de regel moeten we beide ‘baarssoorten’ toch wat dichter tegen de bodem zoeken. Het is dan dus zaak dat je je kunstaas ook zo dicht mogelijk bij die bodem aanbiedt. Het verschil tussen vangen of niet vangen, hangt in de praktijk vaak af van kleine details. In mijn beleving is het belangrijkste punt dat je je kunstaas op zo’n natuurlijk mogelijke manier aan weet te bieden.

Belangrijk is dat je gehele visdag goed bij de les blijft en inspeelt op zowel stroom als wind. Staat er een stevige stroming, dan is het van belang dat je het gewicht van je jigkop zodanig aanpast dat je deze voor je gevoel net boven de bodem aanbied! Als je tijdens een drift zo nu en dan een steentje aantikt, weet je dat je op de goede diepte vist! Neemt de stroming wat af, dan is het zaaks over te schakelen op lichtere jigkoppen. En valt de stroom helemaal weg, dan moet je overschakelen op het (langzaam) binnenspinnen van je kunstaas.

Kortom: het gaat er om dat je het kunstaas zo aantrekkelijk mogelijk rond je hotspot aan kunt bieden! Op bepaalde momenten kan ook de wind een belangrijke rol spelen tijdens de aasaanbieding. Zeker als de stroom wegvalt, kun je de wind gebruiken om je jigkop langzaam over de stek te voeren. Til je hengel na de worp zo hoog mogelijk op, zodat de wind vat op je lijn krijgt. De stuwing van de wind zal je kunstaasje (soms tergend langzaam) over je visstek voeren. Op deze manier heb ik soms leuke resultaten geboekt.


Zo nu en dan hobbelt er een dikke baars tussendoor.

Verticalen
Verticalen is wellicht de meest perfecte anier van snoekbaarsvissen, omdat je je kunstaasje keer op keer op- of juist net boven de bodem laat dansen. Misschien zelfs wel 95% van de snoekbaarsaanbeten krijg je op het moment dat je loodkop de bodem aantikt en de staart van je kunstaas een ‘knak’ naar links of rechts maakt.

Ook vanaf de kant kun je hetzelfde resultaat bereiken door je jigkop na enkele molenslagen weer naar de bodem te laten ploffen en dit te blijven herhalen. Uiteraard hebben we deze manier van vissen ook uitgeprobeerd tijdens enkele zeebaarssessies, doch succes bleef tot nu toe echter uit! Volgens mijn optiek komt dit omdat zeebaars zijn prooi meestal belaagt vanuit een schuilplaats. Deze rover volgt vanaf de bodem het kunstaas eerst richting oppervlakte, om het vervolgens ergens tussen water en wind aan te vallen.

Het komt daarom regelmatig voor,dat op het moment dat je je jigkop fullspeed binnen draait je kunstaas (ondanks de snelheid) snoeihard wordt geattaqueerd! Ook gebeurd het regelmatig dat je kunstaas wordt gevolgd door een aantal zeebaarzen,zonder dat ze tot de aanval overgaan. Alleen nieuwsgierigheid, wie weet!


Ook deze zoute baars werd vanaf de kant gevangen!

Herkansing
Bij het vissen op beide vissoorten is me in de loop der tijd opgevallen is dat je na een misser vaak nog een ‘herkansing’ krijgt. Zeker snoekbaars is daar heel sterk in. Mis je een aanbeet op een bepaalde stek, geef dan de moed dus niet te snel op, want in negen van de tien gevallen meldt zo’n glasoog zich nog wel een keer. Ook het wisseling van kunstaas kan op dergelijke momenten succesvol zijn.

Ook zeebaars kun je wel eens voor de tweede keer verleiden, maar aangezien zeebaarzen zich naar mijn ervaring sneller verplaatsen en dus een groter gebied bestrijken, is de kans dat je na een tijdje op dezelfde stek een herkansing krijgt toch wat kleiner. Wat beide vissoorten zeker gemeen hebben is dat verandering van spijs in de regel doet eten. Zoals ik eerder al even aanhaalde is snoekbaars zeer kleurgevoelig en dus een bewerkelijke vissoort die constant je aandacht opeist.

Zeebaars daarentegen vang je vrijwel altijd op dezelfde kunstaassoorten, maar daarbij moet je dan in de regel wel uitzoeken welke variant of afmeting op dat moment het beste scoort. Op die dagen dat de Nieuwe Waterweg vergeven is van speldaas, kan een mini shadje dodelijk zijn, mits je dit tenminste op de juiste manier aan kunt bieden!

Ik heb tijdens deze manier van vissen echter naast zeebaars ook roofblei en grote windes kunnen foppen, maar nog nooit een snoekbaars. En dat die glasogen wel degelijk aanwezig waren, bleek uit het feit dat ik ze wel verder uit de kant, dus op dieper water, kon verleiden. Dat wijst eens te meer op het feit dat deze twee waanzinnige sportvissen zelfs als ze in min of meer hetzelfde gebied leven, er toch wel degelijk andere aasgewoontes op na houden!

Joop Folkers

Deel 1 gemist? Klik hier.

 

ANDEREN LAZEN OOK