Snoekbaars versus Zeebaars (1)



In het enige echte internationale roofvismagazine Dé Roofvis, dat wordt uitgegeven door
www.publishinghouse.nl, beschrijft Joop Folkers uitgebreid de overeenkomsten en verschillen tussen beide vissoorten. De ruim 90 pagina’s full colour tellende Roofvis nummer 90 ligt nu in de winkel.

“Snoekbaars versus Zeebaars”

Wat hebben snoekbaars en zeebaars met elkaar gemeen?

Door Joop Folkers

Joop Folkers houdt er niet van alles op één paard te verwedden. Hoewel hij het grootste deel van het jaar op en aan zee vist, is hij vaak ook aan het zoete Haringvliet te vinden. ’s Zomers roept namelijk de zeebaars, terwijl ’s winters de roep van grote snoekbaarzen door hem niet valt te weerstaan. Wij vroegen Joop naar de parallellen én de verschillen.

Als kunstaasvisser heb je op zowel op zee als in het zoete binnenwater te maken met beperkingen. Zo is er in het voorjaar een gesloten seizoen voor de snoekbaarsvissers en moet je als zeebaarsvisser genoegen nemen met het feit dat je geliefde vissoort in de winterperiode enkele maanden ‘en route’ is en ergens rond het Kanaal bivakkeert.

Grappig is dat zowel zeebaars- als snoekbaarsvissers in die handicapperiode op zoek gaan naar nieuwe uitdagingen. Zo zieje bijvoorbeeld steeds meer zeebaarsvissers zich gedurende de wintermaanden op de snoekbaarsvisserij storten, terwijl juist heel veel snoekbaarsvissers de aantrekkingskracht van de zeebaars hebben ontdekt en in de zomermaanden uitstapjes richting het zoute maken.

Aanbeet
Zo van november tot pakweg eind april is er langs onze kust nauwelijks een zeebaarsje te vangen en gedurende deze ‘donkere‘ periode kan die andere grote stekeldrager uit onze inheemse visfauna het welbekende stokje overnemen en zorgen voor een welkome afwisseling! Want geloof me: de aanbeet van een beetje snoekbaars doet nauwelijks onder voor die van een zeebaars.

De dril van een zeebaars is echter weer niet te vergelijken met die van zijn neef uit het zoete water, want die zeebaars toont zich veelal één bonk power, die dankzij zijn onvoorspelbare runs het uiterste van je materiaal vergt! Zowel zeebaars als snoekbaars staan echter bekend om hun vaak snoeiharde aanbeten! Kenmerkend voor zeebaars is dat die aanbeet in de regel direct wordt gevolgd door een onberekenbare,snelle run!

Snoekbaars blijft daarentegen na de aanbeet meestal een tijdje (kopstotend) dicht tegen de bodem zwemmen, zonder echt spectaculaire runs te ondernemen. Wel moet ik hierbij direct aantekenen dat snoekbaarsvissen vanuit een boot met een ultra lichte outfit niet te vergelijken is met de kantvisserij waarbij je in de regel genoodzaakt bent relatief zwaar materiaal te gebruiken.


Zo’n dikke snoekbaars blijft na een aanbeet meestal een tijdje (kopschuddend) dicht tegen de bodem zwemmen.

Pas als je de eerste snoekbaarzen aan een verticaal ‘stokkie’ hebt gevangen, begrijp je dus ten volle waarom ook die glasoog wordt beschouwd als zo’n geliefkoosde,waardevolle sportvis. Het afgelopen seizoen, heb ik tijdens het driften op zeebaars langs de blokkendam van Hoek van Holland voor de lol mijn verticaalmateriaal (Yasei van 1,85 meter voor werpgewichten van 14 tot 35 gram.) eens in stelling gebracht.

Al snel werd echter duidelijk dat iedere discipline zo z’n eigen benadering vergt. Al bij de eerste de beste aanbeet van een dikke zoute baars, bleek datje gewoonweg kansloos bent met zo’n ultra lichte combi! Zeebaars is nu eenmaal explosief en laat niet met zich sollen! Direct na de aanbeet gaan ze zonder medeleven direct van quitte en zoeken alle denkbare obstakels op die hen kunnen helpen aan het kennelijke gevaar te ontkomen.

Kortom: dat bleek een kansloze missie, maar mijn Yasei krijgt zondermeer nog een herkansing op het vrije water zonder obstakels! Belangrijkste aspect tijdens zo’n spectaculaire dril aan dat lichte spul blijft vanzelfsprekend het inzicht en de ervaring van de visser zelf! Ik denk dan aan de juiste slipafstelling etc. Naast die dagen van snoeiharde aanbeten zijn er ook van die periodes dat een aanbeet niet of nauwelijks doorkomt.

Het is belangrijk,dat je juist op dit soort dagen goed bij de les blijft en direct reageert op ieder stootje! Om de een of andere onverklaarbare reden benaderen de zeebaarzen je kunstaas dan op een geheel andere manier, door het kunstaas na een minuscule aanbeet als het ware naar binnen te zuigen. Dat geeft zo’n beetje hetzelfde gevoel alsof je kunstaas vastloopt. En ook dát gevoel zullen de snoekbaarsvissers beslist herkennen…


Zware zeebaarzen staan garant voor onberekenbare runs.

Kleurgevoeligheid
Naar mijn idee is snoekbaars niet alleen zeer kleurgevoelig, maar kan ook de vorm van het ingezette kunstaas soms zeker vangstbepalend zijn. In de praktijk blijkt het vaak dan ook een hele toer om uit te dokteren welke kunstaasvariant er op dat moment in de smaak valt! Juist die kleine ingrediënten en aanpassingen maken deze manier van vissen wat mij betreft echter zo aantrekkelijk! De zeebaars is in ieder geval véél minder kleurgevoelig.

Normaal gesproken heb ik dan ook niet meer dan drie kleuren shads bij me. De ervaring heeft me geleerd dat als ze op die kleuren niet te vangen zijn, je de rest ook gevoeglijk kunt vergeten. Dat neemt dan echter niet weg dat ook zeebaarzen wel weer pietleuterig zijn over de vorm van het aangeboden kunstaas. Dit heeft in de meeste gevallen te maken met het natuurlijke aasaanbod.


Met een culprit kun je zowel snoekbaarzen als zeebaarzen verleiden.

Azen ze op zeebliek (= jonge haring) dan is een shad zondermeer dodelijk, maar bestaat het voedselaanbod in hoofdzaak uit zandspiering (op kleine aaltjes gelijkende vissen) en kleine inktvis, dan is een twister al dan niet in combinatie met een gebonden jigkop juist weer hét kunstaas bij uitstek. Toch komt de keuze van het juiste kunstaas er voor de snoekbaars nóg meer op aan.

Deze vissoort schreeuwt om een bepaalde discipline! En als je die niet weet op te brengen dan ben je gewoonweg kansloos. Zo ving ik ooit op één en dezelfde Culprit (Brown Scale!) maar liefst 19 mooie snoekbaarzen, terwijl mijn maat er diezelfde dag en op dezelfde stek aan allerlei andere creaties uiteindelijk slechts twee wist te verleiden.

Als fervent zeebaarsvisser wist hij het zeker: dit was domweg een kwestie van geluk. Het maakte volgens hem nauwelijks uit welke kleur of vorm kunstaas je gebruikte. Mis, mis en nog eens mis. De praktijk heeft nu eenmaal geleerd dat, wil je op snoekbaars goed scoren, je moet zorgen voor een uitgebreid assortiment aan kunstaas. Je zult immers net zolang op zoek moeten naar het die dag onder die omstandigheden ‘vangende’ aasje, tot je daadwerkelijk merkt welke kleur en vorm de voorkeur hebben.

Het gewicht van mijn vistas is de laatste jaren dan ook schrikbarend toegenomen. Ik ben er echter óók wel van overtuigd dat je een goed vangend kunstaasje zondermeer tijd moet gunnen. Want al vallen je aanbeten op een gegeven moment weg, dat wil niet altijd zeggen dat je met andere kunstaassoorten op dat moment wel vangt! “Never change a winning team”!

Gezien het onvoorspelbare aasgedrag van onze gestekelde vrienden ben ik uiteindelijk gestopt met het maken van vangstnotities, want een eenduidige lijn kon ik daaruit eigenlijk nooit opmaken. Welhaast iedere dag levert op zich weer een nieuw avontuur, waarbij steeds weer andere vormen en kleuren kunstaas blijken te scoren!


De firetiger is al jaren succesvol voor de vaak kieskeurige snoekbaars.

Ik ben echter op de één of andere manier zo verslaafd aan deze visserij,dat ik me van vrijwel iedere visdag nog precies weet te herinneren waar en op welk kunstaas (kleur&vorm) ik leuk vis heb weten te vangen! En die combinaties probeer je uiteraard opnieuw. Dat alles betreft dan de snoekbaars, want zoals ik net al even door liet schemeren, vraagt de zeebaarsvisserij om een heel andere aanpak…

Ga naar deel 2!

 

ANDEREN LAZEN OOK