Slow-motion in balans (1)
Door Berthil Bos
Het werpen met allerlei kunstaas geniet bij mij de voorkeur. Lekker actief bezig zijn om een geldig excuus te hebben dat je vist. Ik heb jarenlang relaxt, nou ja relaxt, vele wateren al trollend bevist en hiermee mij aardig vermaakt.
Maar zoals dat gaat in een sportvissersleven, kwam ik door vismaten weer op het pad van de werpende visser. Dit is nu al weer vele jaren geleden. Het begon met het puur Hollandse poldervissen en al snel was ook het grote water geen onbekende meer.
Op dit grotere water is het, voor mij althans, vooral bij onbekend water altijd even zoeken. Ik heb voor een goede concentratie een target nodig. Nee, ik bedoel geen roofvis, maar aanwijzingen waar deze predatoren kunnen verblijven.
Een mooie oever met grote stenen en overhangende struiken kunnen bij mij een extra boost betekenen.
Zomaar in het wilde weg gaan vissen is niet aan mij besteed. Ik kan dan niet dat gevoel krijgen, die je in een bepaalde vistrance zet. Dat het met adrenaline te maken heeft is mij wel duidelijk.
Elke keer als ik een hotspot heb ontdekt, komt er een gespannen rust over mij. Ik weet waar ik mijn kunstaas moet presenteren en ook het zelfvertrouwen krijgt een boost. Ik hoop dat je dit herkent, want het is eigenlijk niet te beschrijven. De plekken waar ik op naar zoek ben, kunnen zeer verschillend zijn.
Het is natuurlijk afhankelijk van de soort visserij en ook het soort water bepaalt waar ik naar op zoek ben. Bij de snoek kijk ik graag naar eventuele standplaatsen van de vis. In de polder bijvoorbeeld, zie je mij zelden een lange rechte monotone sloot afvissen. Maar kom ik dan een inham, zijsloot of bruggetje tegen, dan krijg ik dat speciale gevoel weer.
Het monotone rechte stuk gaat op de automatische piloot, maar een dergelijke verbreding…
Op het grote water komen die bruggetjes niet midden op de plas voor. Hier gaan we, als het om snoek gaat, op zoek naar plantenbedden, onderwatereilanden, landtongen en mooie taluds.
Zonder deze targets vis ik naar mijn mening in het lucht … eh waterledige. Hetzelfde heb ik ook altijd bij het snoekbaarsvissen. Zodra ik een gaatje in de bodem zie, gaat de adrenaline weer stromen.
Hetzelfde gebeurt als ik op deze manier een brug tegenkom. Die mooie zwart/bruine palen die voor en na deze overkapping staan, trekken mij als een magneet. Ik voel dan de gezonde spanning toenemen.
Bij het snoekbaarsvissen zijn bouwwerken van harte welkom.
Maar even terug naar de snoek. Als je een, naar jouw mening, hotspot te pakken hebt, wil je daar zo lang mogelijk je aasje presenteren. Het snel afraggen geeft mij geen bevredigend gevoel.
Ik heb dan altijd het gevoel dat ik wat laat liggen. Helemaal als er geen aanbeet volgt. Natuurlijk is het snel afvissen van stekken een beproefde methode om op onbekend water te beginnen.
Ook om te kijken of de vis het doet, kan je in het begin wat sneller vissen. Het is dan de bedoeling om een aanbeet uit te lokken. Krijg je een aanbeet, dan kan het slow-motion feest gaan beginnen.
Welk kunstaas voldoet bij het slow-motion vissen?
Volgende week welk aas voor de slow-motion techniek.