Slideren op de rivier

Slideren  op de rivier

Door Theo Hartogs 

Persoonlijk vind ik het vissen met de matchhengel en de slider (schuifdobber) een van de mooiste disciplines van het witvissen. Als lid van het Shimano Matchteam heb ik al jaren het voorrecht om mijn enthousiasme hierover actief te delen met anderen.

De laatste jaren hebben we op menig beurs, bij clinics of tijdens lezingen gemerkt dat het vissen met de matchhengel populairder is dan ooit. Slider vissen is niet persé een techniek die je enkel kunt beoefenen op diep en stilstaand water. Ook onze rivieren lenen zich prima voor deze techniek. Vandaag neem ik jullie mee naar mijn favoriete rivier de Maas. Daar laat ik jullie zien hoe je met de slider een aardig visje kunt vangen.



De Maas
Als je wilt gaan slideren aan de Maas, zijn er diverse zaken waarmee  je rekening moet houden. Ten eerste is er de stroming. De snelheid van de stroming aan de Maas wordt gemeten in kubieke meter per seconde (m3/s). De actuele informatie en voorspellingen kun je raadplegen op internet op:
http://www.actuelewaterdata.nl/afvoeren

Is de stroming tussen de 50 en 150 m3/s (een zwakke tot matige stroming), dan kun je prima met de slider vissen. Zou je met deze stroming met de feeder vissen, dan zou je terecht kunnen met een korf van 30 tot 50 gram op 40 meter visafstand. Boven de 200 m3/s heeft slidervissen echter geen nut meer, omdat de stroming dan te sterk is om je aas fatsoenlijk aan te bieden.



De wind werkt het beste mee als deze tegengesteld staat aan de stroming. Maar daarover straks meer. Verder vis ik het liefste op stekken waar de bodem schoon is van vuil en zo veel mogelijk vlak. Je maakt op de Maas vaak langere driften met wat overdiepte en op een vlakke, schone bodem loopt je niet steeds weer vast. Dergelijke ‘schone’ stekken vind je vaak op de rechte stukken van de rivier en niet in de binnen- of buitenbochten. De diepte is op deze stukken vaak tussen de vijf en zeven meter.  Vandaag vis ik nabij het pontje van Maasbommel, een prachtig stukje Maas.

Welke montages?
De laatste jaren heb ik heel wat slidermontages met wisselend succes toegepast. Al die informatie heeft voor mij geleid tot een aantal favoriete montages. Een tweetal daarvan zal ik vandaag gebruiken en ik zal de voor- en nadelen daarvan nader toelichten. Deze opzet is een persoonlijke variant op montages die Alan Scotthorne en Tamas Walter gebruikten tijdens eerdere Wereldkampioenschappen. 


Met een stroming van meer dan 200 m3/s heeft slidervissen geen zin.

Eerst schuif ik een minikraaltje op de hoofdlijn. Dit kraaltje zal straks het stuitje afstoppen tegen de dobber. De dobber (8 tot 12 gram Preston slider) rust direct op het bulklood. Dat bulklood bestaat voor de 8 grams dobber uit drie loodshots van respectievelijk 3SSG, 1SSG, en 1AA. De 3SSG shot is een non toxic shot van de firma Anchor. Het voordeel van dit type shot is dat deze niet verschuift op de lijn. Verder is de diameter groter dan van doorsnee loodhagel. Dit zorgt ervoor dat de dobber goed afgehouden wordt van de hoofdlijn tijdens de worp. Wat voor lood je ook gebruikt, zorg ervoor dat de dobber rust op de grootste loodhagel. Richting haak worden ze steeds kleiner. Minimaal drie loodhagels is ideaal.



Zet ze vooral strak tegen elkaar, zonder speling. Mijn hoofdlijn is 16 of 18/00, dat ik onder het bulklood samentwist over een lengte van circa 60 cm.  De getwiste lijn stop ik onder en boven af met een knoopje. Onder de getwiste lijn laat ik een ruime lus, die ik doorknip en waaraan ik vervolgens op circa 40 cm lengte een wartel monteer. Aan die wartel monteer ik mijn onderlijn van 40 cm.

De dobber stel ik verder secuur af doormiddel van een aantal loodjes nr. 4 en nummer 6.  Deze montage werpt fantastisch. Met een 8 grams dobber kun je makkelijk 40 meter werpen. Verder werkt de getwiste lijn als een afhouder en zal je de montage niet snel in de war gooien. De montage is ideaal als er weinig tot geen stroming is en er sprake is van staande haak of lichte bodem visserij. Het type dobber dat je gebruikt in combinatie met een valloodje nr. 4 of 6 net boven de bodem zal je prachtige opstekers geven. Deze montage is ideaal voor de secure bliek of voornvisserij die ik ook vandaag verwacht. 



Deze tweede montage gebruik ik al jaren en heb ik in de loop der tijd steeds wat verder verfijnd. Het grote verschil met montage 1 is dat de dobber circa 70 cm boven het bulklood wordt gestuit door een wartel of loodje nr. 4. Voor deze montage dient de dobber wat voorverzwaard te zijn, werp je er niet zo zuiver mee. Ik vis vandaag met een 18 grams dobber met een bulklood van 15 gram. De dobber heb ik in de basis dus verzwaard met looddraad van 3 gram. Mijn dobbers zijn handgemaakt door Jan van den Bogaard en deze vissen en werpen buitengewoon goed. 

Deze montage kun je langzaam slepend of blokkerend aanbieden met de valloodjes nr. 6 of zelfs de bulk van 15 gram bijna of geheel tegen de grond. Hierdoor kan je de drift sterk vertragen en dat levert soms dikke vis op. De dikke antenne van pauwenveer zorgt ervoor dat de drift de dobber niet steeds ondertrekt.

Welke materialen.
Hengels en molens worden natuurlijk bepaald door persoonlijke voorkeur, budget enz. Persoonlijk gebruik ik voor deze visserij het liefst hengels van 4,50 meter. Shimano maakt een aantal geschikte hengels, zoals de Speedmaster 450 spc of de Aerocast. Die lengte van 4,50 meter is belangrijk bij het zetten van de haak, omdat je op stromend water bijna nooit 100% contact kunt houden met je dobber. Hierdoor moet je vaak een ruime bocht uit je lijn slaan en dat gaat een stuk makkelijker met een wat langere matchhengel.  Wat de bijpassende molens betreft zou ik in ieder geval op de 4,50 hengels een molen uit de 4000 serie kiezen. Zelf gebruik ik de 3000 en 4000 series van Stradic, Twin Power en Exage.

Hoe ga je te werk?
Ik heb vandaag gekozen voor een afstand van 35 meter. Mijn voerplek leg ik aan met 15 ballen voer (Sensas Gros Gardons). Deze schiet ik met de katapult over een strook van wel vijf meter stroomafwaarts vanuit het midden van mijn stek. Dat zorgt ervoor dat ik flinke driften van wel 10 meter kan maken. Mijn dobber werp ik circa vier meter over de stek op de lijnklip.

 

Vervolgens haal ik mijn molen vijf slagen binnen en gooi dan de beugel open. Het bulklood zal snel naar de bodem zinken en gestopt worden door het kraaltje en het stuitje. De bedoeling is dat je dobber recht voor je, aan het begin van je voerstek, in de aanbeetpositie komt te staan. Als de wind tegenovergesteld aan de stroming staat, zink ik de lijn bewust niet af. Door de lijn te laten drijven of zelfs je hengel hoog te houden en de wind er vat op te laten krijgen, kun je de dobber goed afremmen en je aas zelfs stil aanbieden.


In een strook van wel vijf meter stroomafwaarts vanuit het midden van mijn stek plaats ik 15 ballen voer.

Ik gebruik daarvoor dezelfde techniek als voor de Bolognesevisserij en ga ook staan op mijn plateau om de wind maximaal invloed te laten hebben op de lijn. Natuurlijk moeten het gewicht van de dobber, de stroming en de wind elkaar in balans houden; dat moet je ‘gewoon’ proberen in te schatten. Zijn de stroming en wind te sterk en is je dobber te licht, dan kan je gehele montage te ver van de bodem worden gelicht en zul je weinig of niets vangen.


Steeds wijs ik de hengel wat verder met de stroming mee, zodat ik de aangelegde voerstek meter voor meter kan afvissen.

Deze techniek werkt in het algemeen het beste met zware dobbers, zoals in montage 2.  Werkt de wind niet mee en staat hij bijvoorbeeld met de stroming mee, dan is een gezonken lijn in combinatie met montage 1 een betere keuze. Draai dan de vijf slagen op je molen binnen met de hengeltop zo diep mogelijk onder water.

Het werkt!
Ik ben nu een half uurtje voorzichtig aan het driften en heb al een aantal aanbeten gehad, maar helaas nog niets gevangen. De stroming is eigenlijk wat te fors voor de 8 grams dobber en ik wissel naar zijn grote broer van 18 gram. De bulk van 15 gram staat ongeveer 5 cm van de grond en de lange onderlijn van een meter gaat voorop in de stroming, omdat ik de wind gebruik om de dobber te remmen.

 
Wanneer de Maas niet te hard stroomt, kan slideren op de rivier leuk vis opleveren.

Steeds wijs ik de hengel wat verder met de stroming mee, zodat ik de aangelegde voerstek meter voor meter kan afvissen. Door de hengel vrijwel helemaal rechtop te houden, kan ik de dobber desgewenst zelfs bijna stilleggen op de stek. De eerste bliek kan mijn aas niet voorbij laten gaan en… hij hangt. Even een bolletje voer met wat casters schieten en daar gaan we weer. En nu volgen de aanbeten en de vissen elkaar in gestaag tempo op. Recht tegen over me zit een feedervisser die mijn acties nadrukkelijk volgt. Tja, matchvissen is zo mooi zou ik hem willen toeroepen.


Het werkt!

Dat was het…
Ik hoop dat ik jullie wat inzicht heb gegeven in de mogelijkheden van het slideren op de rivier. Mocht de feeder je komende zomer teleurstellen en de rivier heeft minimaal stroming en is ook nog eens kraakhelder, dan denk eens even aan dit artikel en laat je verrassen.

Mocht je nog vragen hebben, mail die dan gerust naar:
info@publishinghouse.nl of naar de site van Shimano: sehfish@shimano-eu.com  We zullen de vragen zeker beantwoorden.

Deze bijdrage van Theo Hartogs is een van
opnieuw weer zeer lezenswaardige artikelen
die te lezen zijn in de nieuwe uitgave van
Witvis Totaal.

In dit ‘vakblad’ voor de  wedstrijdvisser en witvisspecialist wordt  vanzelfsprekend uitgebreid vooruitgeblikt naar het  komende WK in Almere, maar daarnaast komen ook  alle disciplines van de witvisserij weer aan bod.

Witvis Totaal no. 45 is vanaf de derde week van augustus 2009 te koop in de kiosk en de beter gesorteerde hengelsportspeciaalzaken.

Kijk voor interessante abonnementsaanbiedingen op
www.hengelsporthuis.com


 

ANDEREN LAZEN OOK

image description
Witvisperikelen: Teleurstelling
Willem Moorman -
image description
Witvisperikelen: Toeval
Willem Moorman -
image description
Witvisperikelen: Visser in de maak
Willem Moorman -