Sinds jaar en dag geldt Zeehengelsport als hét specialistische ‘zoute’ magazine der Lage Landen. Het bedient de moderne zeevisser met avontuurlijke verhalen, informatieve artikelen, up-to-date wedstrijdinfo én actuele of opmerkelijke zaken…
Onder die laatste noemer valt beslist ook het artikel dat wij de bezoekers van Total Fishing als preview aanbieden. Het verschijnt samen met een reeks andere interessante artikelen in Zeehengelsport no. 3, die binnenkort uitkomt.
Rumoer rond een ‘doodgewone’ koolvis…
Door : Peter Dohmen
Op maandag 17 januari jl. verscheen er op Total Fishing onder het kopje ‘Vreemde vissoort!’ een nieuws-item over de vangst van een onbekend visje dat her en der in het zeeviswereldje tot enige beroering leidde.
Tijdens een wedstrijd van Watersportvereniging Ter Heijde de zondag voordien had Jan Cornelissen uit Nijmegen een 20 cm lang visje gevangen dat hij en zijn medevissers niet helemaal konden thuisbrengen. Het leek wat op een kleine wijting, maar was dat toch duidelijk niet. En in eerste instantie had dit visje evenmin veel weg van een pollak of koolvis, twee namen van vissoorten die ook werden genoemd.
De op zondag 16 januari j.l. tijdens een wedstrijd van Watersportvereniging Ter Heijde door Jan Cornelissen uit Nijmegen gevangen onbekende vis.
Vrijwel gelijktijdig ontvingen we op de redactie van Zeehengelsport een e-mail van onze abonnee Arjan Geelhoed, die de zaterdag van hetzelfde weekend aan ‘Slag Maasmond’ in Europoort ook al een dergelijk vreemd visje had gevangen. Arjan kon het door hem gevangen 21 cm lange exemplaar ook na enig zoekwerk op het internet niet thuisbrengen en mailde ons of wij zouden weten om welke vissoort het hier ging.
Blauwe wijting of kever?
Hoewel het altijd riskant is een “onbekende” vis te determineren aan de hand van één plaatje, was mijn eerste indruk dat het hier in beide gevallen óf de blauwe wijting (Micromesistius poutassou) zou betreffen of (waarschijnlijker nog) de kever (Trisopterus esmarkii) oftewel de Noorsche kabeljauw.
Zowel die blauwe wijting als de kever kennen een wijd verspreidingsgebied in de noordwestelijke Atlantische Oceaan, waar ze voorkomen op dieptes van wel 300 meter. In onze relatief ondiepe Noordzee worden ze echter nauwelijks aangetroffen.
Het leek er dus op dat er nu echter een schooltje van deze vissen onder onze kust verzeild was geraakt. Noch de blauwe wijting noch de kever komen momenteel voor op de Recordlijst Nederlandse Wateren van de NCRZ en wanneer de nu gevangen vissen daadwerkelijk tot een van deze beide soorten zouden behoren, dan was er niet alleen sprake van uit visserijkundig oogpunt zeer bijzondere vangsten, maar zou er vroeg in het nieuwe jaar dus ook alweer een nieuw NCRZ-record zijn gevangen.
Om zekerheid te verkrijgen omtrent de ‘ware aard’ diende de vis echter nader te worden onderzocht. Daartoe verzocht NCRZ-voorzitter Hans van Loenen Jan Cornelissen om de door hem diepgevroren vis naar het kantoor van Sportvisserij Nederland te Bilthoven te willen brengen.
Arjan Geelhoed ving deze ‘vreemde wijting’ van 21 cm in hetzelfde weekend in Europoort.
Harde kenmerken
In Bilthoven boog ‘huisbioloog’ drs. Bert Zoetemeyer, projectleider Communicatie & Educatie, zich over deze vangst en met de vis ‘lijfelijk’ voor zich, zette Bert om te beginnen een aantal harde kenmerken op een rijtje:
• drie rugvinnen;
• twee anaalvinnen;
• voorzijde anaalvin begint achter de eerste rugvin;
• licht bovenstandige bek.
Op basis van deze kenmerken was de gevangen vis in ieder geval al geen blauwe wijting. De kever kwam nog steeds in aanmerking, maar nu kwam ook de koolvis
(Pollachius virens) in beeld.
Vervolgens kwamen de volgende kenmerken naar voren:
• borstvin reikt tot halverwege de eerste rugvin;
• de afstand van de oogrand tot de punt van de snuit is iets langer dan de diameter van het oog;
• de buikvinstralen zijn nauwelijks verlengd;
• de zijlijn is recht;
• een kindraad ontbreekt.
Die laatste twee kenmerken gaven de doorslag. De rechte zijlijn is een hard kenmerk voor de koolvis. En bij een kever is die kindraad weliswaar klein, maar wel altijd aanwezig. En dan is er nog één conclusie mogelijk en wel dat het hier gaat om een jonge koolvis, waarvan het lichte deel van de zijlijn nog tot ontwikkeling moet komen, waarvan de bekdraad (wel in een rudimentaire versie aanwezig bij een juveniele vis) al is verdwenen en waarvan de onderkaak nog iets zal groeien, waarna de kop meer karakteristiek ‘des koolvis’ wordt.
Zie ter illustratie op bijgaande foto’s het verschil tussen een ‘opgroeiend’ koolvisje en de ‘echte’ kever.
Boven de kever en onder een jonge koolvis.Foto’s:IMARES IJmuiden
Ook Bert moest echter toegeven dat er bij het zien van de vis in eerste instantie geen enkele koolvisbel gaat rinkelen. Maar waarschijnlijk ligt dit aan het feit dat de vorm van de kop pas bij een formaat van rond de 20 cm gaat veranderen en dan het kenmerkende koolvis uiterlijk aanneemt. En de meeste sportvissers zullen koolvissen zelden of nooit zó klein vangen en dit stadium derhalve ook niet direct herkennen.
Zoekkaart en Veldgids
Voor wie langs de Nederlandse en Belgische kust een ‘onbekende’ vissoort vangt, heeft Sportvisserij Nederland diverse ‘hulpmiddelen’ om zo’n vangst op naam te brengen. Zo is er de Zoekkaart Zeevissen, waarop veruit de meeste ‘inheemse’ zeevissoorten zijn afgebeeld. Die zoekkaart is voor niet meer dan één euro (!) te koop bij onze nationale belangenbehartiger.
Nog meer informatie, zoals een beschrijving in woord en beeld -prachtige foto’s van levende vissen- en een uitgebreide determinatiesleutel vind je in de Veldgids De Nederlandse Zeevissen. Dit handzame, zeewaterbestendige boekje kost slechts Ä 10,00 en hoort domweg in iedere vistas of zeeviskist thuis. Kijk voor meer informatie op www.sportvisserijnederland.nl
Contra expertise
Hoewel Bert Zoetmeyer bij zijn determinatie bepaald niet over één nacht ijs was gegaan en de vis uiterst zorgvuldig heeft bestudeerd, vroeg hij voor alle zekerheid contra-expertise bij de bekende visserijbioloog Niels Daan, die bij het toenmalige RIVO in IJmuiden vele duizenden vissen in handen heeft gehad.
Zijn conclusie luidde:
Dit is ongetwijfeld een jonge koolvis. De bek is nog bijna eindstandig en de kleur is nog erg licht, maar zweemt bovenaan toch al naar donkergroen, vooral op de kop. En je ziet ook dat net boven de donkere zijnlijn al een witte streep zichtbaar wordt, die later de overhand zal krijgen.
Jonge koolvissen zijn vooral vlak onder de kust vrij algemeen. Ze worden bijvoorbeeld in de haven van IJmuiden regelmatig in palingfuiken gevangen.
Om werkelijk álle discussie voor eens en voor altijd uit de weg te ruimen, werden de foto’s en de getrokken conclusies tenslotte ook nog eens voorgelegd aan Dr. Henk Heessen en Ing. Sieto Verver van IMARES te IJmuiden, het voormalige RIVO. En ook hun conclusie luidde eenduidend: zwarte koolvis oftewel Pollachius virens.
Bij deze foto van een volwassen koolvis uit de Veldgids De Nederlandse Zeevissen zijn alle ‘harde kenmerken duidelijk aangegeven.Foto: Sportvisserij Nederland/Bram Bokkers
Bijzonder
Helaas is er dus geen sprake van een blauwe wijting of een kever. Zowel Jan Cornelissen als Arjan Geelhoed hebben toevallig in één week tijd vanaf de kant een jonge koolvis gevangen. Dat betekent jammer genoeg dus ook dat zij geen nieuw record hebben gevestigd, maar wellicht is de kleinste ‘ooit’ aan de hengel gevangen koolvis ook een vermelding waard. Voor alle zekerheid heeft Sportvisserij Nederland de koolvis overgedragen aan IMARES, waarmee het lijdend voorwerp in deze ‘affaire’ nu in bevroren toestand wordt bewaard in IJmuiden.
Met dank aan alle in deze bijdrage genoemde en geciteerde deskundigen.
Door Peter Dohmen
Bent u nieuwsgierig geworden naar de andere artikelen in Zeehengelsport? Uitgave nummer 3 van dit jaar valt zo rond 5 mei a.s. bij de abonnees in de bus en is vervolgens te koop in de kiosk, boekhandel of de hengelsportspeciaalzaak.
Heeft u nog geen abonnement, kijk dan voor een zeer aantrekkelijke aanbieding op: www.hengelsporthuis.com