TotalFishing

Roofvissen van A tot Z:

Vissen met grote shads (deel 7)

Door Berthil Bos

Trollen in de praktijk
Goed, we gaan ons geluk eens beproeven op een stuk water, waar het onderaan het talud ca. 4 meter diep is. Het kan een kanaal zijn of een oude rivierarm of de vaargeul door één van de vele grote meren in ons land. Als de bodem hier ook nog veel structuur heeft, dus allerlei heuveltjes en gaten, dan is dit voor iedere vissoort wel een interessante plek om te vertoeven, omdat hier een goed voedsel aanbod is en eventueel schuilplekken.

De wat grotere vissen liggen graag beneden tegen het talud naar ca. 4 á 5 meter.

We zoeken nu al varend de rand op van het talud en gaan de shad net boven de bodem op ca. 4 meter diepte aanbieden. De afstand tot de bodem bepaalt natuurlijk de vis zelf, al zal je zien dat zomers de vis geen moeite heeft om een wat hoger gevist kunstaasje te halen. Een 50 cm. tot een meter is een mooie afstand om te beginnen.

Voor de diepte van 4 meter heb je zoals je gelezen hebt minimaal een loodkop van 40 gram nodig om de bodem te bereiken. Maar omdat de bodem op dit stuk water door de structuur op en neer gaat, wil ik een goede controle over mijn aas hebben. De shad moet in dit geval dichter bij de boot blijven en daarom monteer ik een loodkop van 60 gram.

Dit maanlandschap op je scherm en een aanbeet is niet ver weg.

Omdat we in de buurt van de bodem vissen gaat de dreg van de stinger in de rug en kan zodoende bij het eventueel aantikken van de bodem geen vuil oppikken. Even kijken of het geheel zo zwemt zoals je dat wilt en er kan gevist worden. Maar voor we dat gaan doen maken we de zogenaamde dode hengel gereed.

Het talud is heel erg wisselvallig waardoor je al je concentratie nodig hebt om de boot te sturen, dan kan je beter met alleen de handhengel aan de gan,g maar nu is het mogelijk om niet op één snoek te gokken maar op twee. Aan welke kant van de boot je de dode hengel plaatst is afhankelijk of je alleen of met een vismaat in de boot zit. Zit je alleen dan kan je links en rechts vissen om zowel diep als ondieper water uit te proberen. Met zijn tweeën zal je heen en terug moeten, om ieder een gelijke kans te geven.

Samen met een vismaat is het, zeker voor de stuurman, beter om alleen met de handhengel te vissen.

Ik ben alleen, dus mijn bijhengel gaat aan de rechterkant met een ondiep lopend, drijvend kunstaas. Ik hoef dit aas niet constant te corrigeren waardoor je je volledig op de handhengel kan concentreren. Het ligt voor de hand dat als er meer belangstelling is voor het ondiepe aas dat je dan ook het rubber ondieper gaat vissen. Maar goed, we zijn nog op zoek, dus twee dieptes afvissen heeft de voorkeur.