Roofvissen van A tot Z (1)
Door Berthil Bos
In deze nieuwe rubriek ga ik op verzoek van TF diverse facetten van de roofvisserij onder de loep nemen om op deze mannier het één en ander te verduidelijken. Als roofvisspecialist kom je vanzelf op het punt dat alles wat je doet binnen je hobby vanzelfsprekend is en je zonder er bij na te denken vaak uitleg geeft over een vistechniek aan hengelsportcollega’s.
Deze collega’s zijn misschien niet zo ervaren of zijn nog niet in aanraking gekomen met de desbetreffende techniek. Ik wil graag de komende tijd de verschillende roofvistechnieken stap voor stap doornemen, zodat ook deze groep, en dat hoeven beslist geen beginners te zijn, de weg in roofvisland kunnen vinden. Als eerste gaan we terug naar de basis van bijna iedere roofvisser: de polder en aanverwante wateren.
Ook in de dorpen zit snoek, maar ze moeten wel geland kunnen worden.
Velen van ons hebben hun eerst snoek gevangen in een van de vele Nederlandse polders. Ook de aangrenzende wateren, mits ze niet te groot en te diep zijn, fungeerden als leerschool. Ondanks dat ik een pest had aan school, ben ik van dit soort water blijven houden. Tegenwoordig vis ik erg veel op het grote water, maar mochten de weergoden dit niet toelaten en dat is meestal in de koudere periode, dan banjer ik vele kilometers door het gras met af en toe wat asfalt.
Door ook hier goed je oren en ogen te gebruiken, leer je vanzelf de polder en omgeving te lezen. Met dit lezen bedoel ik dat als je oplettent bent, je er snel achter komt dat ieder polder zijn hotspots heeft. Ook in de polders zijn er grote stukken water waar het gehele jaar door maar erg matig wordt gevangen, terwijl er ook plekken zijn die iedere keer weer mooie vissen opleveren. Neem daarom altijd liefst een waterkaart van de omgeving mee en noteer je bevindingen.
Je weg vinden in de polder duurt even en pen en papier helpen hierbij.
Vraag gerust aan voorbijgangers of op een bepaalde plek vaker gevist wordt. Ook een praatje met de boer van het stuk land waar het water doorheen loopt, is meestal aan te raden als je de omgeving nog niet zo goed kent; ten eerste om toestemming te vragen en ten tweede om de beste man die veel buiten is uit te horen. Ook kinderen kunnen je vaak veel vertellen omdat ze de buurt op hun duimpje kennen.
Een tijd terug was ik aan het vissen in een onbekend terrein voor mij. Ik had moeite om de snoek te vinden aangezien de wind het vissen bijna onmogelijk maakte. Bij het zoeken naar een beschutte plek kwam ik een lokale boer tegen die een hek aan het repareren was. Ik stapte uit de auto en begon een gesprek. Ik vroeg of hij in dit weidse landschap ook ergens een goede stek wist die ondanks de harde wind goed te bevissen was.
De beste man, die zelf ook graag een hengeltje vasthield, legde mij uit waar ik moest zijn en ik vervolgde mijn weg. Als ik pen en papier en een kaart bij mij had gehad dan was de plek zo gevonden, maar nu raakte ik de weg kwijt met al die kleine weggetjes. Uiteindelijk heb ik het gevonden, maar het begon al te schemeren zodat deze luwtestek mij maar één mooie vis opleverde.
Ook polder expert Peter Nan heeft nog altijd plezier.
Sindsdien gaat de papierwinkel altijd mee als het water onbekend is en ook jullie kunnen hier profijt van hebben. Natuurlijk kan je ook met een gezond verstand goede stekken vinden en met welk materiaal je dan op jacht kan gaan, dat leg ik graag in de volgende afleveringen uit.
Berthil Bos
ADVERTENTIE
ANDEREN LAZEN OOK
