Rivier in het vizier 99
Door Yvo Bindels
5 juli 2008 (Vervolg van nr 98)
Lambert draait het gas open en brengt de Marcraft in plané. Op een rustige plek is het even tijd voor een lunchpauze. Een plezierbootje heeft een stevige geluidsinstallatie aan boord en wil ook graag dat iedereen dat weet. Voorziet een straal van 500 meter van een stevige bas afgewisseld door supersonische geluiden, alsof er een trein een forse noodstop maakt.
Op de plas is het even zoeken naar de taludjes waar zich vis bevindt. Tussen de acht en elf meter lijkt de bodem goed bevolkt. Boeitje overboord en vissen maar. Ik neem de bediening van de frontroller op m’n rekening. De co-pilot en afstandbediening zijn leuke speeltjes, waarmee het vissen stukken gemakkelijker wordt. Een stukje verderop zijn twee vissers met pennen aan de gang. Liggen voor anker. Het leefnet aan de zijkant van hun boot vind ik eigenlijk al verdacht. Volgens mij spartelt het aasvisje ook aan de haak.
Na een uurtje tikken eindelijk een aanbeet op een groen manns shadje. Pok! Meer niet dan dat. Ik sla een gat in de lucht. Niet veel later nog eens. Één van de penvissers veert overeind. Ja, hij heeft beet. Wacht enorm lang met het zetten van de haak. Geslikt dus. Daar zwiept hij zijn soepele hengel de lucht in. De vis wordt in rap tempo omhoog gedraaid, geschept en verdwijnt even later in het leefnet. Klojo’s. Er wappert een Nederlands vlaggetje in de wind, maar dat is volgens mij maar schijn. De hoedjes en het postuur van de mannen doen me al snel aan iets anders denken. Niet te vroeg vooroordelen is een goed voornemen, waar ik me maar moeilijk aan kan houden.
Bam, weer een dreun op mijn groene shadje. Nu wel raak. De vis geeft aardige tegenstand op zeven meter diepte. Het is een snoek die wel wat zag in het gummi. De vis wordt snel teruggezet. Ook de collega’s drillen weer een vis naar boven. Een kleine snoekbaars verdwijnt wederom in het leefnet. Dan komt er een tweede boot bij. Vrienden. Hier wappert een Duits vlaggetje, wat mijn eerdere vermoedens bevestigt. Ze gaan vlak ernaast voor anker en toveren ook een net tevoorschijn. Er zit vis in. Ondertussen verdwijnt er wederom een kleine snoekbaars in het net van hun vrienden. Ik kan het niet meer aanzien en koers er op af.
Het Nederlandse vlaggetje blijkt inderdaad schijn, want ik word niet verstaan. Goed, dan in het Duits verder. Ik vraag waar ze mee bezig zijn en maak de etiquette duidelijk. Wijs op onze gezamenlijke verantwoordelijkheden. De vissers zijn optimaal uitgerust en zeker geen eendagsvliegen. Ze weten wel waar ik het over heb. Lambert laat mij lekker even uitrazen. Zo, dat lucht op. Als ik dan ook nog wat foto’s maak, doen ze een vergeefse poging hun gedrag goed te praten.
Het vlaggetje is schijn
Lambert tikt ondertussen raak en geeft het goede voorbeeld. Onthaakt een snoek buitenboord. Onze buren pakken ondertussen in. Wij zoeken een andere stek op. Een langgerekt talud heeft een veel hardere bodem. Ook staan er regelmatig bogen op het scherm. Met de elektromotor bewegen we ons langzaam tegen de wind in. Ook hier gebeurt niks. De vis is niet los. We besluiten maar weer te gaan snoeken. Net als we richting rivier willen varen komt er een grote donkere zodiak onze kant op. Een arm maakt een ronde beweging. Of we even langszij willen komen. Waterpolitie.
Het grote rubberding heeft nauwelijks houvast en klotst onhandig tegen de Scotty steun aan. Die haal ik er maar snel even af om schade te voorkomen. In m’n tas graai ik al naar de vergunningen, maar die zijn niet nodig. Of Lambert zijn vaarbewijs even wil overhandigen. Ik hou de Zodiac ondertussen langszij en bekijk het dienstwapen van de jonge agent. “U krijgt een acceptgiro in de bus”, vertelt hij. Enne? Ik vraag me af wat er mis is, maar even later vervolgt de agent zijn verhaal. “U heeft de borden op de oever en midden op het water vast gezien”. We volgen zijn wijzende vinger richting het bekende rode bord met witte streep.
We zitten fout
Tja, we hoeven niet te discussiëren, want de agent heeft gewoon gelijk. Ook al zijn we er echt maar een klein stukje overheen gedreven, zonder er erg in gehad te hebben. Met onze gedachten bij de shad daar beneden. Of we een verklaring willen afleggen. Doelloos verder. Ik maak nog snel een plaatje voor op TF. De agenten kijken weg van de camera, maar zeggen verder niets. “Tot ziens”. En dan spuiten de 2 maal 250 pk hard weg.
Een zeilboot is ook het bord gepasseerd. We zoeken de oever op. Steile wand tot dicht onder de kant. Het water is kraakhelder dus vissen we in het oppervlak. Fatso en Swimmbait hangen er in mijn spelden. Lambert houdt het bij rubber. Op de oever zonnen twee bloedmooie dames. De boete is alweer snel vergeten. Een stukje verderop naderen we een naaktstrandje. Tussen wat bosjes lopen enkele naakte kerels. We veranderen de koers meteen richting het midden van de plas. Dat hoeven we dus echt niet te zien.
Het laatste uurtje nog maar even de rivier op. De oevers blijven mooi. De grote keien vormen de scheiding tussen water en land. De schermen van de berenklauw steken boven het hoge gras uit. De golfjes klotsen tegen de zijkant van de boot aan. Alle beslommeringen uit het dagelijks leven even helemaal vergeten.
De oevers blijven mooi!