Rivier in het vizier 91
Door Yvo Bindels
18 mei 2008
Oude liefde roest niet. Het stalen roeibootje ligt tussen een steigerpaal en een deftige wilg verankerd. Ideaal voor ontspannen avonduurtjes. Zeiltje eraf, spullen erin, elektromotor erop en tuffen maar. Het is rustig in de haven. Pril geluk bij familie waterhoen. Kleine zwarte dotjes peddelen piepend achter moeder aan.
Pril geluk
Terwijl ik naar de dieptemeter staar, leg ik m’n vader uit wat de bedoeling is. Vlak voor een ondiepe hoek van de plas ankeren waar het water nog wat dieper is. Net voor het talud dus. Het plaatsen van de ankers is van cruciaal belang. Voor en achteren eentje, zodat de boot niet gaat draaien. Niet recht naar beneden, maar schuin, zodat een tegenovergestelde spanning ontstaat. Zo gepositioneerd dat we kunnen vissen met de wind in de rug. Een boeitje markeert de richting van de voerplek.
Ons doel is duidelijk. Gigabrasem! In deze rustige hoek van de recreatieplas, worden ze in de avonduren actief. Hopen we althans, want eerdere jaren bleek het vaak alles of niets. Mijn vader is een echte vaste-stok-visser, maar we gaan beiden met de matchhengel aan de slag. Sterke vissen, zoals karper, zeelt kunnen zomaar op de rijke voerplek neerstrijken. Thuis heb ik van de grove stukken ttx-mais een papje gemaakt. Dit wordt nu aan de twee kilo brasemvoer toegevoegd. Een blik maïs en halve liter maden maken het diner compleet.
Voorjaarscocktail
De molen is voorzien van 16/00 mm nylon. Daarop komen een 2,5 grams dobber, lood en haak. Verder geen fratsen, gewoon één vaste lijn. Groepslood een meter boven haak nr 18 en dertig cm lijn op de bodem. Brasems groter dan 60 cm zijn niet alleen serieuze tegenstanders, maar zijn ook schuwer dan hun kleinere soortgenoten. Zijn ook niet voor niks zo groot en oud geworden. Alles wordt grijpklaar gelegd. Elk onnodige geluid kan de vis zomaar van de plek verjagen.
Na anderhalf uur vissen hebben we nog geen aanbeetje gezien. De voorns, die bij deze visserij wel eens als plaaggeesten kunnen fungeren zitten dus zeker weten op andere stekken. Regelmatig werp ik wat maden op de stek. De tafel moet wel zeker gedekt blijven. Het is wachten totdat de grote jongens aanschuiven. De boot beweegt ritmisch over de golfjes. We kijken richting een prachtig gebied. Kleine eilandjes omringd door vele watervogels. Futen en waterhoentjes vormen de hoofdmoot. Maar ook verschillende eenden met jongen zwemmen op het ondiepe water. Een mannetjes knobbelzwaan maakt duidelijk dat hij hier de baas is. Een indrukwekkende sprint, opgebold verenpak en blazende geluiden onderstrepen dat nog eens.
Plop, antenne onder! Snel reageer ik en tik raak. De parabolische hengel maakt een diepe buiging. Enkele meters lijn worden door de kleine molen prijs gegeven. Een vijftiger winde heeft de cocktail van made en maïs niet kunnen weerstaan. Welkome bijvangst. Direct erna is mijn vader aan de beurt. Tijdens zijn dril strooi ik snel wat maden op de stek. Een niet al te grote brasem mag weer terug in het water. Een half uurtje later vang ook ik een brasem van gemiddeld formaat. Zouden de grote jongens nog komen?
Welkome bijvangst
Een politiepatrouille komt dichterbij. Even zwaaien en hopen dat we niet gecontroleerd gaan worden. De papieren van dit verenigingswater zijn prima in orde, maar ik ben bang dat de ankers mogelijk van de plek komen als de grotere politieboot langszij moet komen. Nee, gelukkig, er wordt vriendelijk teruggezwaaid door de agenten die het bootje of ons lijken te herkennen. De baltsende futen zijn een fraai gezicht. Statige houding en mekaars spiegelbeeld. Hun sierlijke kraag past daar prima bij. De paring duurt maar kort tegenover het uitgebreide voorspel.
Mijn dobber komt ietwat omhoog. Niet bedenken, aanslaan! Direct neemt de vis een stevige run van een goede 20 meter. Karper? De eerste twee minuten heb ik niks in te brengen. Vuurwerk! De ankertouwen baren me zorgen. De vistijd is al grotendeels voorbij. Gokken op deze vis en de ankers dan maar binnenhalen? Eerst eens zien of de vis dichterbij komt. Van het ene op het andere moment lijkt de strijd gestreden. Een dikke zeelt rolt door het oppervlak. De omvang van de vis maakt me nerveus. Als de vis weer boven komt, bedenkt m’n vader zich niet lang en schuift in een vloeiende beweging het schepnet eronder. Binnen! In de boot bewonderen we de fraaie vangst. Wat een dikke pens!
Zwangere dame
Na deze prachtige hoogzwangere dame gebeurt er niks meer. We houden het voor gezien en ruimen op. We gaan een kijkje nemen rondom de eilandjes in de ondiepe hoek.
De boot heeft gelukkig niet al te veel diepgang. Het gaat net. Met de peddel duw ik de boot vooruit. Enkele brasems laten verschrikt een grote modderkolk achter.
Anderen zwemmen verderop dicht bij elkaar rondom de kleine eilandjes. Ze zijn dus nog op liefdespad. De echt grote jongens die we hier de eerdere jaren vingen, zie ik niet.
De waterplanten komen langzaam op en insecten zoemen door het laatste zonlicht van vandaag. Het bruist van het leven. Wij laten de ondiepe hoek in zijn puurheid achter en sluiten ons aan bij de stoet plezierjachtjes die richting haven varen.
De zware brasems zaten er niet