Rivier in het vizier 90

Rivier in het vizier 90

Door Yvo Bindels

11 mei 2008
In de warme namiddag rommel ik wat tussen de visspullen. Mijn laatste visdag was in Noorwegen zeventien dagen geleden. Het klussen in m’n nieuwe huis heeft momenteel voorrang. Vandaag is het echter Pinksteren. Rustdag dus. In de tuin voer ik de vijvervissen wat maden. De lompe goudvissen hebben geen enkele kans tegen de supersnelle kleine windes.

M’n vader wil ook wel een paar uurtjes naar het water. We besluiten samen naar de Grensmaas te gaan. De aanblik van deze prachtige rivier is telkens indrukwekkend. Het water dendert met veel geweld over de stuw naar beneden. Daar ontstaat een compleet ander soort rivier. Veel verval en daardoor zeer snel stromend water. Uitdagende stroomversnellingen langs ondiepe grindbanken. Bij laag water kan er met wat moeite in een waadpak zigzaggend langs de versnellingen de overkant bereikt worden. Niet geheel ongevaarlijk. Veel vliegvissers proberen er ’s zomers als de waterstand het toelaat kopvoorn, barbeel en winde te verschalken.


O
ok de brasems zijn gespierd door de stroming

Nu is er niemand te bekennen aan het water. De waterstand is ook eigenlijk nog net te hoog. We klauteren met onze spullen over de grote keien de steile dijk af. De zon zakt al langzaam richting horizon en staat pal tegenover ons. Meteen na aankomst werp ik enkele grote platgedrukte voerballen tegen de stroomnaad aan. Niet te ver uit de kant, want dat maakt het vissen veel te lastig in deze harde stroming. Het voer moet zwaar en helemaal verzadigd zijn. Hiervoor heb ik het thuis al bevochtigd. Twee kilo feedermix voor stromend water, twee blikken maïs, een blik kattenvoer en fijngesneden blokjes luncheon meat zijn goed voor een halve emmer lokvoer.

We proberen twee verschillende montages. M’n vader vist met een zware voerkorf van 100 gram aan een 3,60 mtr lange 2 ponds hengel. De top hoog de lucht in om zo veel mogelijk lijn buiten de stroming te houden. Zelf start ik driftend met een dobber. De bolle Spo 8 grams stroomdobbers met dikke antenne is perfect om lange gecontroleerde driften te maken. Beiden vissen we met 24/00 mm bovenlijn en 20/00 mm onderlijn (G-line Gamakatsu). Een meervoudige tonwartel voorkomt het twisten van de 75 cm lange onderlijn in de stroming en tijdens het binnendraaien. Onder de dobber gebruik ik een schuifloodje van 6 gram en plaats een knijploodje 20 cm boven de haak op de onderlijn, zodat deze niet te hoog door het water zwerft. Een stevige haak nr 12 vormt het belangrijke uiteinde van de montages. Vier of vijf maden erop en vissen maar!


Scherpe, stevige haken een must

Ik moet m’n ogen half dichtknijpen om de dobber te kunnen zien in de felle weerkaatsing van het zonlicht. De eerste driften is het zoeken naar de juiste diepte. Heel af en toe moet de bodem geraakt worden, maar ook weer niet te vaak. Barbeel en brasem azen strakker tegen de bodem dan bijvoorbeeld winde of kopvoorn. Het wemelt van de insecten langs het water. Muggen, vliegjes en juffers. De vele zangvogels die langs de bermen zitten weten er wel raad mee. Binnen enkele dagen zullen vele jonge vogels uitkomen en wordt het hard werken voor de ouders.

Plop, daar duikt de dobber onder. Ik reageer bliksemsnel en sla de lange hengel lekker krom. Meteen wordt duidelijk dat het een serieuze vis is. Op hoge snelheid knalt de vis het midden van de rivier op. De hengel en slip vangen de eerste vluchtpoging op. In de eerste run wordt zonder aarzeling 30 meter lijn van de spoel gerost. Dan houdt m’n tegenstander heel even in, maar niet voor lang. Op topsnelheid dendert de vis stroomafwaarts. Dit gaat moeilijk worden, want ik heb met mijn 20/00 mm onderlijn totaal niks in te brengen. Er zit maar één ding op en dat is de vis stroomafwaarts te volgen. Het gaat een stukje goed, maar dan valt de spanning weg, los.


Paaiuitslag

In m’n hoofd spelen zich beelden af van de mooiste vissen die het geweest zouden kunnen zijn. Laat ik maar snel verder vissen. Hoe dieper de zon zakt, hoe lastiger het wordt om de drift te volgen. Ik kwam voor de rust en ontspanning, dus ga ik er maar lekker bij zitten. Ik verruil de dobber voor een zware voerkorf. Niet veel later, mag ik de eerste brasem naar de kant dirigeren. Vlak erna vangt m’n vader een goudbronzen plaat. Hier op het snelstromende water zijn ze fel, gespierd en serieuze tegenstanders. M’n waadpak laat ik aan, want vlak voor de kant zou een vis zich kunnen vast zwemmen in de oevervegetatie.


Lekker ontspannen

De ondergaande zon kleurt de horizon oranje. De windmolens steken er contrastrijk tegen af. Hier zou ik best in slaap kunnen dommelen. De brasems houden ons echter scherp. Sommigen met fraaie paaiuitslag. De knobbels geven wat meer houvast bij het onthaken. De aanbeten komen goed door. De vissen haken zichzelf door het gewicht van de zware korf, wat resulteert in hengels die gelijk dubbelklappen na de aanbeet. Scherpe haken is hierbij een must! We vangen nog enkele vissen en ruimen al wat spullen op. Terwijl m’n vader de korf binnendraait een tik op zijn top. De vis hangt. Roofblei? Nee, het is een snoekbaarsje. Vijf maden in z’n bek. De schemering gaat sneller dan wel willen. Een stukje verderop zingt een merel een eind aan deze dag. De avond is omgevlogen. In mijn gedachten spookt weer even de sterke verspeelde vis. Wat zou het geweest zijn?


 Einde van de dag



ANDEREN LAZEN OOK