Rivier in het vizier 51

Rivier in het vizier 51

door Yvo Bindels

11 augustus 2007
In de media is het reeds uitgewerkt, maar op de eerste meters Nederlandse Maas en aangrenzende plassen eist het gif nog steeds zijn tol. Volgens een Vlaamse professor een halveringstijd van 60 dagen. Dappere vismaten maken hun balans op. Drie visdagen, nul aanbeten.

De vele dode en zieke vissen hebben indruk gemaakt. Mijn drang om te vissen is gezakt naar een historisch dieptepunt. Vanaf het moment dat ik als zesjarige deugniet de eerste forel in het kalkbeekje ving, kun je me op ieder tijdstip wakker maken om te vissen. Vandaag is de wekker echter niet afgegaan. Lambert en Egon zitten reeds enkele uurtjes op het water. Even bellen en vragen naar de stand van zaken. Ook nu weer de hele morgen zonder aanbeten en nog steeds stervende vissen.

Het zonnetje en de drang naar vrijheid en ontspanning trekken me over de streep. Ik ga toch het water op. Misschien valt het in de verre uithoeken van de plassen enigszins mee. Ik zit zelden alleen in de boot. Met twee man haalt het vier pk motortje een snelheid van 9 km/u, nu 14. Enkele vis-signalen op de dieptemeter. Dat geeft wat vertrouwen terug. Een kijkje langs de oever bevestigt echter mijn bange vermoeden.


Spastisch zwemmend

Al snel is duidelijk dat ook hier vele slachtoffers gevallen zijn. Veel dode brasem. Ik had gehoopt dat de schade op de plas mee zou vallen. Het ergste vind ik de zieke vissen die spastisch in het oppervlak zwemmen. Als er überhaupt hongerige roofvis is, zijn de buiken zo gevuld. De krijsende wit gevederde luchtmacht maakt zich nuttig door vooral de kleinere vissen op te pikken. De vele uitstekende meeuwenogen speuren het water af naar een gemakkelijke buit. Er beweegt iets in de oeverrand. Een rode Amerikaanse rivierkreeft laat zich op de foto zetten. Vaak een plaag voor dood-aas vissers. Nu echter prima opruimtroepen.

In de verte komt een visboot aan. Lambert en Egon brengen positief nieuws. Na dagen eindelijk een eerste aanbeet. Een grote baars mistte een jerkbait. Zelf kies ik voor plugjes waarop altijd wel wat aanbeten komen. Een Hornetje op de handhengel en een Jointed Shadrap aan de steunhengel. Kans op alle roofvissoorten. Toch laat de eerste aanbeet erg lang op zich wachten. Een minibaarsje heeft het hornetje gegrepen. De rakker rolt eraf. Direct erna weer een losser. Ik gooi de stek uit met minishadjes, maar er gebeurt verder niks.


De rode Amerikaanse rivierkreeft helpt mee opruimen

Een ondiepe hoek wordt met een toppie aan de tand gevoeld. Voor deze visserij heb ik afgelopen week wat onderlijnen op voorraad gemaakt. Tachtig ponds fluorcarbon door een stevige sleeve, door het oog van tonwartel of speld en weer terug door de sleeve. Voor het aandrukken het einde even dicht bij een kaarsenvlam houden, zodat er een bolletje op smelt. De draad tot aan het bolle uiteinde terug tot de sleeve. Tot slot de tanden van een sleeve-tang in het staal en het geheel gaat nooit meer los. Ik hoor wel eens berichten dat fluor carbon niet 100% snoekproof is. Zelf heb ik er geen slechte ervaring mee. Bij de geringste aantasting wordt de onderlijn wel direct vervangen.


Stijve onderlijnen zijn ideaal voor werpend snoekvissen.

Tijd om de rivier op te zoeken. Het Hornetje wordt vervangen door een ratelend Boxertje. De steunhengel wordt voorzien van een Bulldawg. Nee, gaat er direct weer af! Zeker als ik alleen ben, moet er maar wat drijvends in de steun. Een Sreaming Devil moet de boel gaan wakker maken!
Een dode winde drijft langzaam stroomafwaarts. Wat dichter in de oever een groot puntig wit iets. Het is een meerval. In verre staat van ontbinding. Wat verder een stel dode brasems. De oever stinkt. Ik kan m’n ogen en neus er niet voor sluiten. Weg hier.


Twee slachtoffers; winde en meerval

Op de plas wordt het drukker. Plezierboten, kano’s, opblaasbootjes en waterfietsen. Zelfs enkele zwemmers. Ik blijf weg van de drukte en vis alleen nog met een handhengel. Het Jointed Shadrapje zwemt vijftien meter achter de boot. Ik tuf een uurtje kriskras over de plas. Het geloof in een aanbeet neemt af. Ik doe mijn best van het mooie weer te genieten, maar pieker vooral over de visstand van dit prachtig stuk water.


ANDEREN LAZEN OOK