Rivier in het vizier 50
door Yvo Bindels
24 juli 2007
Na het werk haast ik me richting Lambert. Drie en een half uur voor zonsondergang glijdt de boot het troebele rivierwater in. Een passerend schip zuigt de boot van de kant vandaan. Het lange koord hou ik stevig vast terwijl Lambert auto en trailer parkeert.
Met weinig vistijd voor de boeg, hebben we geen zin in probeersels. Geen andere vissers op het water. Direct naar de hotspots dus. Bij deze waterkleur richten we ons vizier op snoekbaars. En als het even kan op de grotere exemplaren. Uren of misschien een hele avond niks vangen, is voor ons geen straf. Aan het water is immers altijd wat te zien. We kiezen daarom bewust voor bepaalde stekken. De roofvis ligt er dun bezaaid. Vang je er vis, dan is het vaak een super exemplaar.
De jerkbaitvisserij op de steile, harde taluuds heeft daarbij onze voorkeur. Effectief en selectief. Het troebele water en de harde stroming gooien roet in het eten. We moeten wat anders proberen. Van Henk Simonsz kreeg ik ooit een snoektip. Een drijvende rammelaar met felle halen naar beneden trekken om vervolgens weer te laten stijgen. Goed voor poldersnoek, maar ook voor gretige snoekbaars! De stijve 80 ponds fluor carbon onderlijn voorkomt narigheid tijdens de worp.
Er is altijd wat te zien
Aan m’n speld hangt een gele Screaming Devil. De kaalgekloven rammelaar ziet er gehavend uit. Mist een oog. Ooit met bruut geweld door een tachtiger snoekbaars eraf gebeten. Verdere mishandeling zit er vandaag best in. Lambert kiest voor een roodwitte supertrap. De standaard ankers zijn vervangen door scherpe Gamakatsu dreggen maatje 2. Rrr… rrr… rrr…De boot fungeert als klankkast. De rammelaars tikken steeds even het oplopende talud aan. Zo proberen we de grootgestekelden gek te maken. Tijdens de vierde worp is het raak! Lambert slaat zijn hengel krom.
De rover duikt direct de diepte in. Neemt vele meters lijn. Niet te stoppen. Lambert weet wat er aan de hand is. “Meerval”, klinkt het nuchter. De vis vecht voor wat hij waard is. M’n maat geniet met volle teugen. Na een stevige dril moet de vis toch de meerdere erkennen in de visser. Op de onthaakmat blijft de 108 cm lange meerval rustig. Indrukwekkende kop. Achter boven- en onderlip een plaat vol met kleine tandjes. Met veel zorg wordt de vis onthaakt en teruggezet. Wat hebben we toch een veelzijdig visbestand.
Met veel zorg terug
Zoals zo vaak, wordt het snelle succes niet meer opgevolgd. De snoekbaarzen houden hun kaken stijf op elkaar. Tot in het donker halen we alles uit de kast. Tevergeefs. Toch is ons plan vandaag geslaagd. Genieten van de visserij en gaan voor die ene super vis, al hadden het er ook best twee mogen worden…
Donderdagavond
Sando en ik maken de rivier onveilig. Voor de roofvissen althans. Naast de plompen kies ik steevast voor een bulldawg. Sando gelooft heilig in zijn rode Screaming Devil. Inmiddels zo lek als een mandje, maar het vangen gaat gewoon door. Ook nu is het weer deze plug die in de late avond gegrepen wordt. De snoek geeft niet veel tegenstand. Maar goed ook, want de rammelaar is geheel verdwenen. Slechts de onderlijn komt uit de bek.
De kieuwgreep is link, omdat we niet zien waar de dreggen zitten. Een negentiger is eigenlijk ook wat groot voor de nekgreep. Met z’n tweeën moet het echter kunnen. Sando legt de hengel neer. Molenbeugel daarbij open, voor het geval dat. Ik hou de vist in de nekgreep naast de boot. Sando inspecteert het zaakje. Slechts één haak zit echt vast. Verder ligt de rammelaar er los in. Binnen een tel is het kunstaas eruit. Dan schudt snoek zich los uit mijn hand. De vis probleemloos terug is meer waard dan een foto.
Op de keien liggen twee dode vissen. Forse brasems. Zullen wel worden opgeruimd door aaseters. Het is donker weer en de schemering start al vroeg. De avonden worden merkbaar korter. Tijd om de glasogen te zoeken. De stijve snoekonderlijn wordt vervangen door 15 ponds staaldraad. Veel soepeler en daardoor beter voor de actie van de pluggen. Direct wordt de 11cm lange Deep Taildancer boven het mosselbed gegrepen. Een 45cm lange baars is de dader. Zeer welkome bijvangst. Twee driften later is het weer dezelfde plug die m’n maatje een kromme hengel bezorgd. Met een snoekbaars scoort hij een loepzuivere hattrick. Zelf blijf ik, net als de vorige visavond aanbeetloos.
Welkome bijvangst
Vrijdag
Op het werk gaat mijn mobiele telefoon. Leon meldt in paniek een massale vissterfte. Vraagt een telefoonnummer om dit te kunnen melden. Ik geef hem het nummer van de patrouilleboot van de politie en vraag of hij me op de hoogte wil houden. Rijkswaterstaat weet al ervan. Het Belgische bedrijf CHIMAC-AGRIPHAR heeft een giftige stof in het water geloosd.
Leon en Lambert bevinden zich midden tussen de ellende. Duizenden vissen leggen in korte tijd het loodje. Een golf van bederf treft de rivier. Maarliefst veertien meervallen komen boven drijven. Honderden kopvoorns vechten door tot aan hun dood. Een megabarbeel van meer dan tachtig centimeter geeft zich over. Roofbleien drijven voorbij. De mannen klinken aangeslagen. Kunnen wel janken.
Zaterdag volgt meer duidelijkheid. Vanaf dinsdag zit het gif reeds in het water. Nadat de hele rivier bezaaid was met dode vissen, meldde het bedrijf zich pas op donderdag. Er was zogenaamd een fout opgetreden. Hoe meer ik te weten kom over deze wantoestanden, hoe kwader ik word. We leven toch in een goed ontwikkeld Europa? Hoe kan zoiets nu nog gebeuren?! Ik hou het niet meer uit. Moet zelf gaan kijken. De rivier lijkt doods. Op de plekken waar altijd vis rolt, blijft het oppervlak stil. Nee, daar is beweging. Een grote gevorkte staart flappert midden in de rivier. De laatste stuiptrekkingen van waarschijnlijk een roofblei. Langs de kant vele dode of stervende vissen. Met een tik op de kop verlos ik een naar lucht happende brasem.
Dit doet pijn. Het water waar we als sportvissers zo trots op waren en zo goed mee omgingen, in één klap om zeep geholpen. De laksheid van de zogenaamde deskundigen stoort me nog het meest. Binnen twee jaar kan de visstand hersteld zijn, klinkt het. Ik geloof er geen snars van. Meervallen van boven de anderhalve meter zijn misschien wel ouder dan ikzelf…
Een donkere wolk drijft over ons viswater