Rivier in het vizier 37
door Yvo Bindels
3 mei 2007
Precies tegelijk arriveren Han en ik op de afgesproken plek langs de rivier. Hij heeft een verrassing voor me. De zomerse hoed past perfect. Kan meteen opblijven, want de zon staat hoog aan de hemel. We hebben er beiden een halve werkdag opzitten en hebben er ontzettend veel zin in. Zeker als we grote vissen zien springen in ondiep water.
Zomerse hoed cadeau
Eerst een verkleedpartijtje. De werkkleding wordt vervangen door waadpak, t-shirt en polaroid bril. Han beschermt z’n nek met een rode zakdoek. In combinatie met z’n leren hoed en donkergroene shirt kon hij zo in een western film spelen. Ikzelf kan er volgens hem ook wel een rol in krijgen. In plaats van de lasso, beheerst m’n maat het driften met de dobber uitstekend. Zelf kies ik voor twee hengels met een voerkorf. De lange stormsticks van m’n paraplu zijn voorzien van twee ‘V-tjes’ en doen dienst als hengelsteunen. Het water staat bijzonder laag en we waden met onze spullen naar een eilandje van grind. Stroomafwaarts vangt een vliegvisser een forse vis. Net niet zichtbaar wat het is.
Ook op onze stek is veel vis actief. Brasems en barbelen rollen regelmatig door het oppervlak. “Daar! Dat was toch een dikke!”. Onze hartslagen zijn gegarandeerd bovenmatig, want er zit volop grote vis op onze stek. De kromme hengel kan niet uitblijven. De serie korte tikken op m’n top gaat niet over in een overtuigende aanbeet. Bij Han is het wel raak. De lange driekwart ponds hengel kan niet voorkomen dat de brasem de stroomversnelling in duikt. Dan zit er maar één ding op. De vis een stukje achterna gaan en uit de stroming proberen te krijgen. Dat lukt en de prachtig bronsgekleurde brasem mag na het verwijderen van de haak weer snel de ondiepe rivier in. Daarna direct weer een mooie brasem voor Han. Mijn top blijft maar tikken. Vermoedelijk kleine vis. Toch blijven de maden er prima uitzien. Dat maakt me nieuwsgierig.
Ondiep water
Het water is nog verder gezakt en samen waden we met een boog om een dieper stuk dat we met de dobber gaan bevissen. In de heuptassen die we dragen zitten maden, onthaker, loodjes en reserve onderlijnen. Eenmaal op de stek weet ik wat ik vergeten ben. M’n bril. Gelukkig is de oranje antenne dik genoeg om te kunnen volgen. Regelmatig laten we een handje maden vallen. De stroming brengt de kriebelaars over onze stek. We staan in 30 cm diep water, maar twee meter verder gaan we zeker kopje onder. Han vist met een vijf grams dobber en ik met een acht grams. We vertragen regelmatig de drift door de dobber even te remmen. Na een half uurtje haakt Han een stevige vis. Aan de manier van vechten te zien is het een barbeel. De vis maakt handig gebruik van de stroming en weet het schepnet enkele keren net te omzeilen. Dan schiet de haak los. 1-0 voor de barbelen.
Net op het moment dat ik de drift afrem krijg ik een harde aanbeet. Ik schrik er van, maar hef instinctief de hengel. Mis! De gebroeders Haenen komen ondertussen een kijkje nemen en staan op het eilandje waar onze spullen staan. Ik gebaar dat ze gerust m’n feederhengels mogen nemen. Dat doen ze dan ook. Han denkt even vast te hangen en twijfelt terecht: snel wordt duidelijk dat het toch een vis is. Echt het spelletje van een grote barbeel! Blijft tegen de bodem gedrukt. Een dikke tien minuten verder weet de tegenstander van formaat nog steeds niet van ophouden. Han is buiten de hoofdstroom gaan staan en probeert de vis naar rustiger water te loodsen. Dan volgt er gevloek. De vis is los. Barbelen 2, vissers 0.
Stevige dril
Het stijgende water dwingt ons om terug te waden naar onze spullen en familie Haenen. Tijd voor het avondeten. De broodjes gezond gaan er wel in. Han krijgt van de sympathieke broers de bijnaam Buffalo Bill. Lambert lost ondertussen een vis. Leon staat ook al snel met een kromme hengel. “Als de vis de stroming induikt, neem ik de hengel wel over.”, oppert Han. “Die hengel geef ik echt niet meer af!” zegt Leon lachend. De brasem zal het allemaal een zorg zijn, als hij maar snel wordt teruggezet. En zo gebeurt het ook.
Leon heeft nog een afspraak voor z’n werk. Ziet er keurig uit in z’n blauwe hemd, pantalon en lakschoenen. Alleen heeft hij nu een probleem. De stijgende rivier heeft de grindheuvel omringt door stevig stromend water. Na het horen van het acceptabele gewicht, stel ik voor dat ik hem naar de overkant breng. Met de Leon op m’n rug trotseer ik de hindernissen in de vorm van enkele grote keien in de stroming. Halverwege gaat het minder makkelijk. Lambert biedt vijftig euro voor een grote plons. Han verdubbelt de aanbieding. Leon smeekt me om het niet te doen. Met wat moeite hou ik m’n belofte om hem droog aan de overkant af te zetten. Lambert valt in een andere gewichtsklasse en stapt resoluut met z’n schoenen het water in.
Vijftig euro voor de grote plons
Nu wil ik het weten! Wie geeft die kleine trillingen op de top? 16/00 mm onderlijn, klein haakje nr 16 en twee maden moeten dat gaan verraden. Ik denk aan riviergrondels, eenjarige witvis of baarsjes. Dat onvoorspelbare bevalt me wel. Toch vang ik direct twee brasems als ik op de tikjes reageer. Zijn die dan zo voorzichtig hier? Kan ik me nauwelijks voorstellen. Ook Han vangt nog enkele brasems. Daarna valt de beet geheel stil.
M’n andere hengel ligt met de 100 grams in de volle stroming. Als ik even niet oplet, roept Han me tot de orde. De hengel wordt zowat uit de steun getrokken. Aanslaan hoeft niet meer, direct is er contact met een sterke vis. Duikt de stroomversnelling in en zwemt langzaam, maar onverstoorbaar stroomopwaarts. Duidelijk een barbeel. Dan duikt de vis onverwacht stroomafwaarts. Pats, lijnbreuk. Onderlijntje stuk. Misschien is de korf ergens achter blijven hangen of had ik de slip losser moeten zetten. Vis verspelen door lijnbreuk geeft me een schuldgevoel. De zakkende zon maakt een einde aan het duel. Barbelen 3, vissers 0.
Zakkende zon