Rivier in het vizier 32
door Yvo Bindels
29 maart 2007
De wekker gaat vroeg deze ochtend. M’n roofvisspullen staan voor het laatst dit seizoen beneden in de gang. Het is nog droog buiten. In het donker fluiten de merels en andere lijsterachtigen dat het een lieve lust is. Het ruikt gewoon naar voorjaar. Na een kop koffie ben ik er helemaal klaar voor.
De spullen zijn gericht op snoekbaars. De spinhengels met werpgewichten van 20-40 en 30-60 gram zijn al opgetuigd. Vijftien ponds lijnen zijn dun genoeg om dicht bij de bodem te kunnen vissen. Drie dozen rammelaars en slanke pluggen maken het geheel compleet. Storm heeft een nieuw model deep Thunderstick op de markt gebracht. Volgens mij hetzelfde als jaren geleden verkrijgbaar was. Moet ik er nu nieuw of oud model tegen zeggen? In ieder geval voor de snoekbaarsvisserij een beter model. Iets meer gestroomlijnd. De grotere lip staat ook iets horizontaler. Alle kenmerken van een diepduiker. Zit zo op zes meter als het moet.
Deep thundertick, nieuw of oud model?
Ondanks m’n vroege vertrek kom ik toch nog in de ochtendspits terecht. Het regent ondertussen pijpenstelen. Han staat al klaar. Spullen overladen in z’n auto en snel richting rivier. Tussen afgelegen weilanden loopt een weggetje richting rivier. Netjes zet m’n maat het knipperlicht aan. “Voor de konijnen”, zegt hij er bij. We vissen regelmatig samen en het gereed maken van de boot gaat dan ook razendsnel. We zijn compleet andere vissers. Han is meer gericht op snel succes en ik neem wat meer de tijd om de charmes van de visserij te zien. Dat zorgt voor een prima balans in de boot. Han is ervaren wat traileren betreft. Rijd in één keer achteruit de helling af in een aardig tempo. Precies het midden van de helling en precies ver genoeg het water in. Hop, daar glijdt de boot al de rivier in.
Hop, de rivier in.
We zoeken de oeverzone op. Piet Driessen kent dit stuk water als geen ander en heeft ons nog enkele tips gegeven. We slepen tussen anderhalve en vier meter waterdiepte. Kleine rammelaartjes zoals de Spro Aruku Shad zijn prima inzetbaar vlak langs de oever. Aan de diepere buitenkant zijn plugjes als de deep Thunderstick en Bomber 24a geschikt. Op het water komen we Theo en Jos tegen. Ze hebben al twee mooie snoekbaarzen gevangen. Bij ons blijft het nog rustig. We vissen zeer dicht boven de bodem. Hangers horen er dan gewoon bij. Gelukkig krijgen we pluggen steeds snel los. Stukje achteruit varen voorbij de plek des onheil is vaak al genoeg. Deze keer niet. Ik neem de hengel van Han over, zodat hij boven de plug kan varen. Met enkele stevige tikken weet ik het kunstaas te bevrijden. Er hangt een oude shad aan de plug. De enkele haak hangt precies in één van de dreggen. Zeer knappe vangst voor m’n maat. Een bende kleuters nadert de oever. Han zwaait en de ruime meerderheid zwaait terug. Eigenlijk denk ik dat Han vooral voor de juf zwaaide.
Han zwaaide naar de juf
We veranderen van techniek. We laten ons op de stroming langs de oever drijven en gooien daarbij de kantjes uit. Han doet dat met het Aruku Shad. Daarmee ving hij gisteren z’n eerste roofblei van 2007. Met 68,5 cm een mooie seizoenssluiter der zilveren pijlen. Zelf kies ik voor een beweeglijke shad met enkele haak. Dat voorkomt hangers en het oppikken van vuil dicht onder de kant. Ook deze methode levert geen succes op. Theo en Jos kunnen ook geen vis meer vinden. Tijd voor een kop tomatensoep en crisisberaad. Laten we het een stukje dieper proberen. Ik kies nu alleen voor een handhengel en vis geconcentreerd boven de bodem. Als snel een tik om m’n nieuwe firetiger Bomber 25a. Bodem of vis? Geen idee en komen we nooit achter. Of toch?! Als ik m’n plug binnendraai, krijg ik een antwoord op de vraag. Een grote schub siert de staartdreg. De kleine zwarte spikkeltjes verraden dat het een snoekbaars was. En een grote ook!
Antwoord op de vraag
Wat we ook proberen, de glasogen geven niet thuis. Gaan we ons seizoen visloos beëindigen? We halen de laatste truckjes uit de kast. Aan de steunhengel gaat een gele supertrap en aan de handhengel een jointed shadrapje van 5 cm. Han vist met een rammelaar met een roterend blad erachter. Herriemaker van jewelste. Ook nu nog steeds geen teken van leven. Ik zet de hengel met supertrap in de koker. Laat Han nog even de nieuwe dreggen zien die ik erop gezet heb. Maatje 1/0. M’n telefoon gaat. Zit ergens diep onder m’n warmtepak verstopt. Ik draai me om en voel een pijnscheut in m’n hand. Auw! De grote dreg van de supertrap zit er diep in. Muurvast. Terugtrekken zit er niet in. Met een stanleymesje snijden we een sneetje in de huid. Nog steeds muurvast. Ik probeer de haak te draaien, maar door het gepruts lijkt de haak alleen maar vaster te zitten. Het zweet staat op m’n voorhoofd en ik word misselijk. Met de sterke kniptang knippen we eerst maar eens de splitring door.
Terugtrekken zit er niet in
Dilemma. Doorduwen of naar de dokter? Ik ga volgende week op zeevisvakantie en wil geen onnodige schade oplopen. Han besluit wijselijk richting trailerhelling te varen. Ook Theo en Jos gaan traileren. Nadat ze klaar zijn, helpen ze Han met de boot. Echte collega’s! Zelf zit ik misselijk in het gras. Piet Driessen komt ook even voorbij en ziet dat ik nogal bleek zie. Theo en Piet zijn van mening dat ik de haak het best door kan duwen. Ik rommel wat aan en merk dat mensenhuid erg taai is. Uiteindelijk geef ik Theo en Piet toch gelijk en laat m’n hand aan hun over. Zelf krijg ik het niet voor elkaar. Gelukkig beschikt Theo wel over stalen zenuwen en duwt de haak er in één ruk doorheen. Tanden bijten! Piet knipt de haak stuk en trekt het uiteind erdoor. Ik ben opgelucht dat de haak eruit is en dank beide doktoren, die nog wat jodium er op doen. Ook bedank ik Han, want die heeft ondertussen m’n hengelgerei en de boot al opgeruimd. Apart eindavontuur van een heel mooi roofvisseizoen.
Volgende week achter de Deense gullen aan. Daarna begint een tijd van nylon lijnen en veel afwisseling. Vlokvissen op ruisvoorn, driften op kopvoorn, statisch op barbeel en penvissen op zeelt. Voordat we het weten is het alweer juni.