Rivier in het Vizier 270
Door Yvo Bindels
1 oktober 2012 - Rond half negen arriveren Sando en ik aan de trailerhelling. Op ons gemak maken we de boot gereed. Beiden vier hengels voor de verschillende technieken. De zon schijnt al flink, maar de harde wind maakt het verraderlijk fris.
Sando is inmiddels opnieuw vader geworden. Zijn dochter heeft er een gezond broertje bij gekregen. Soorten compleet dus. Natuurlijk blijven er nu minder visdagen over en hij heeft er dan ook enorm veel zin in vandaag. Terwijl de motor lekker warm kan lopen, trollen we langs een ondiep plateau op een plas op zoek naar grote baars.
Onze plugjes worden er niet gegrepen. We verruilen de plas dan ook meteen voor de rivier. De stroming ontbreekt en het is er kraakhelder. Met de zon erbij niet echt een combinatie waar je van droomt, maar in de herfst zullen de vissen toch hun winterspek aan moeten leggen en dus regelmatig actief jagen.
Fraaie kleuren sieren de oevers. De herfst is echt begonnen. We besluiten te starten op roofblei met poppers. Het kan misschien nog net nu. Over een dikke maand zal deze visserij vrijwel zinloos zijn, dus laten we nog snel even van de mogelijkheid profiteren. Onderweg naar de roofbleistekken, komen we ook langs een hotspot voor baars. “Driftje maken?” Sando vindt het prima.
De wilde wingerd in herfstkleuren siert de oever
Na enkele meters is zijn plug al gegrepen. Een baars van tegen de veertig hangt in een velletje en schudt met zijn kop in het oppervlak. “Is zo los”, zegt Sando die dat niet erg vindt en het ook niet echt probeert te voorkomen. Inderdaad hoeft er geen onthaaktang aan te pas te komen en de baars zwemt zijn vrijheid weer tegemoet.
Omdat de tijd ondertussen verder tikt en we de activiteit van roofblei vooral in de ochtend verwachten, geven we de motor de sporen en koersen naar de roofbleistekken. We kunnen er mooi op de wind driften. Onze poppers springen door de golfjes die door de wind worden veroorzaakt. Hoewel ik voor poppers veel liever een gladde waterspiegel zie, denk ik dat het wel moet kunnen.
Een ijsvogel scheert langs de oever. Blijft een mooi gezicht, die kleurenpracht. In de verte is een groepje aalscholvers op jacht. Een van hen zie ik na het bovenkomen nog net een in het zonlicht glinsterende vis afslikken. Ze zijn succesvoller dan ons, want we gooien onze armen uit het lijf, maar de roofbleien laten het volledig afweten.
Dan even wat anders. Op een diepe stek trollen we op hoge snelheid met grote pluggen. Misschien lopen we zo wel tegen een meerval aan? Die Triple Pikefighter die ik in m’n speld heb hangen trekt met deze vaarsnelheid hard aan de hengel. Met een hand op de spoel voorkom ik dat de slip langzaam afloopt.
Maar anderzijds moet die slip natuurlijk wel gelijk in werking treden als een meerval er vol geweld op klapt. Net als m’n plug tegen een bultje aan loopt, volgt een harde aanbeet van een zware vis. “Ja , is er een”, zeg ik tegen Sando. Ik heb het echter mis, het is geen meerval maar een beresterke riviersnoek.
De vis laat zich zeker niet zomaar in de kieuwgreep pakken. Kopschuddend zwaait de staartdreg van de plug gevaarlijk in het rond. De buikdreg zit keurig in het scharnier. De staartdreg prikt na het kopschudden uiteindelijk ook in een velletje waardoor ikzelf minder risico loop een haak te vangen.
De snoek zal tegen de meter zijn, de exacte lengte vind ik echter oninteressant. Na een paar plaatjes, mag de snoek z’n weg vervolgen. We besluiten te gaan trollen in het oevertalud van de rivier. Kunnen zo lekker vele meters maken met vier hengels. De wind maakt het er niet makkelijker op, maar het lijkt me een kwestie van tijd eer ons kunstaas gegrepen wordt.
Sterke riviersnoek
We passeren zeer fraaie plantenbedden en andere interessante stekken, maar aanbeten blijven uit. Ik vis aan de oeverzijde met een Buldawg in het oppervlak en een Pikefighter vlak achter de boot. Sando vist met z’n vertrouwde Screaming Devil en een grote Jake. Na enkele honderden meters een tik op mijn Buldawg en meteen is de halve staart eraf gebeten. Diepe sneden in het rubber, maar geen haak geraakt. We trollen diverse keren langs de plek, maar de snoek laat zich niet meer zien.
Op een aangrenzende plas slepen we ook een rondje. Sando heeft even een kleiner plugje ingezet en vangt daarmee meteen wat baarzen. Een van de baarzen wordt tijdens het drillen gegrepen door een grote snoek, maar deze laat de baars snel weer los. Enkele sneden in z’n rug, maar de baars zal dit wel overleven. De snoek heeft waarschijnlijk geen haken gevoeld, dus bestoken we de plek met van alles.
Mijn Wobshad wordt uiteindelijk toch gegrepen, maar ik weet de haak niet te zetten. Wel is ook de staart van deze shad er af gebeten. Dubbelpech. Ik denk dat snoek ondertussen wel onraad zal ruiken, maar aangezien hij weer alleen het zachte rubber gevoeld heeft is er nog hoop. Tevens is het zo dat als er eentje zit, er waarschijnlijk meerdere zitten, dus we vissen de plek goed uit.
Dubbel pech
Na een poosje wordt mijn Pikefighter gegrepen. Zou dit die grote vis dan zijn? Het voelt in elk geval goed aan. Met pluggen verspeel je veel minder vis dan met groot rubber, maar toch weet de snoek te ontsnappen. Zo kan ie wel weer, Bindels. Op de fishfinder is een school vis te zien. Brasems. Sando haakt er eentje en niet veel later nog een.
Behoorlijke flappen van tegen de zestig die dus wel blijven hangen tot aan de boot. Het zijn prachtige vissen als je er gericht op vist, maar nu mogen ze er toch buiten boord vanaf. We trollen weer een poosje verder. Met deze harde wind kunnen we ook niet veel anders. Het einde van onze visdag komt langzaam in beeld.
Een buizerd wordt opgejaagd door een groepje eksters. Het worden er steeds meer. De buizerd druipt af. Sommige bomen zijn nog volledig groen terwijl anderen alweer hun herfstkleuren beginnen te vertonen. De wilde wingerd in z’n fraaie herfstkleed zorgt voor een roodgekleurde mantel om enkele struiken en bomen.
Bam! Een keiharde aanbeet brengt me helemaal terug bij de les. Een furieuze vis maakt een sprintje en geeft daarna vrij snel op. Althans zo lijkt he, want zodra de boot in beeld komt schiet de vis er weer vandoor. Ik meen dat het een roofblei was, maar ben niet zeker. Als ik het goed heb, dan is het wel een echt grote vis. Niet verspelen nu.
Een nieuwe blik op de vis geeft zekerheid. Een roofblei die met twee haken van de buikdreg stevig vast zit. Kan bijna niet misgaan. Ik zet de lipgripper in en met de andere hand ondersteun ik de buik. Lijkt me de meeste geschikt methode om deze vis te landen, gaat prima in elk geval. Wat een grote bek hebben ze toch! Prachtige roofblei, mazzeltje als bijvangst.
Imposante bek
Ongeschonden terug
We vervolgen onze tocht. Als ik even niet goed oplet, varen we over een zeer ondiepe plaat heen. Hengeltoppen de lucht in is niet genoeg. De pluggen schrapen zwaar over de bodem. Ik zet de motor even in z’n vrij en haal daarmee de vaart eruit, waardoor ik hoop zonder hangers de ondiepte te kunnen verlaten. Toch een hanger bij Sando. “Nee hoor, het is een vis, snoekbaars waarschijnlijk”, geeft m’n maat aan.
En inderdaad, hij heeft gelijk. Zijn Cotton Cordell Wiggle O levert hem een mooie snoekbaars op. De vijfde soort vandaag. Dat is ook een van de charmes van de riviervisserij; je kan er van alles proberen en altijd tegen een verrassing aanlopen. In elk geval volop mogelijkheden om te variëren in stekken, technieken en vissoorten.
Sando met een mooie dagafsluiter
Wil je graag gericht op echt grote snoeken vissen, of juist hoge aantallen snoekbaarzen vangen, dan zijn er veel betere wateren op te noemen. Het stromende water heeft op mij echter een geweldige aantrekkingkracht en omdat er altijd wel wat te beleven valt, zal de rivier mij nooit gaan vervelen.