Rivier in het vizier 27
door Yvo Bindels
20 februari 2007
De vogels fluiten in de ochtendzon. Het is windstil en lekker warm. Het ruikt gewoon naar voorjaar. Dat wordt genieten vandaag. Goedgehumeurd loop ik naar Wiel. Die woont slechts enkele huizen verderop. Als ik achterom bij hem binnenloop, zorgt de altijd vrolijke viervoeter voor een warm onthaal.
Toen ik een jochie was, nam Wiel me regelmatig mee naar de grote rivier. We visten eigenlijk op ‘alles wat bijten wilde’. Ik genoot enorm van het mysterie rondom nieuwe stekken en vissoorten die ik alleen vanuit ‘Het Grote Drum Visboek’ van mijn vader kende. Dat gevoel kan ik me nog goed herinneren. Soms heb ik dat nu nog. Onbekende wateren, nieuwe vistechnieken of nieuw kunstaas doen nog steeds afbreuk aan m’n nachtrust daags tevoren. De charme van onze hobby zit voor een groot deel in de veelzijdigheid.
Het Grote Drum Visboek
Tegen elven dobberen we op een gladde waterspiegel. Ik stel Wiel mijn plan voor. “De overgangen van diep naar ondiep water bevissen. We bevissen dan van 2 tot 5 meter diep water. Ik zou voor groot gaan”. Wiel vist met alleen een handhengel. Twee hengels is hem te veel gedoe. Hij houdt de Pikefighter kort achter de boot. Zelf vis ik wel met een hengel in de steun. Daaraan hangt een redhead Super shad Rap. Aan de handhengel hangt een geelgroene bulldawg. Het taluud is erg grillig. Een iets te ruime bocht betekent al snel minder dan een meter water onder boot. Wiel leunt lekker achterover en geniet van het weer.
Daar waar ik de vis verwacht, bevestigt het scherm mijn vermoedens. Schooltjes vis compact bij elkaar. Enkele grote bogen ernaast. Dat beeld zien we graag! Toch blijven de aanbeten uit. Na ruim twee uur slepen, moeten we wat anders verzinnen. We gaan werpen. De motor kan daarbij uit. Wat een rust. Ik gooi de Toppie op het ondiepe en tik hem over de rand naar dieper water richting boot toe. Wiel werpt met een kleine Taildancer het taluud af. Het zuchtje wind verplaatst de boot precies zoals ik het wens. We bevissen een mooi stuk water, maar ook nu blijven de aanbeten uit.
Het ziet er naar uit dat het een taaie dag gaat worden. Geen reden tot paniek, meestal lukt het om toch nog een mooie vis tegen het lijf te lopen. De dagelijkse toevalstreffer noemt Sando deze vissen. Gewoon ontspannen blijven vissen. En dat doen we! We gaan even verticalen op dieper water. Dicht bij de rivier staat het taluud van 5 naar 8 meter water vol visbogen. Sommigen net zo breed als het scherm. Wat zou dat wel niet zijn?! Ik gooi een boeitje overboord om de stek te markeren. Hoopvol sturen we onze shads richting bodem. Ik kies voor een vertrouwde bruingele culprit. Het 14 grams loodkopje zou onder deze omstandigheden eigenlijk wat lichter mogen. In de steun zet ik een hengel met bulldawg een stukje boven de bodem. Je weet maar nooit! Er gebeurt echter helemaal niks.
Boeitje overboord
We besluiten om weer te trollen met het kunstaas waarmee we begonnen. Gewoon meters maken. Langs het water is altijd wel wat te zien. De hyperactieve konijntjes op de oever hebben duidelijk voorjaar in hun bol. Ook zij lijken goedgehumeurd door het prachtige weer. Het vuil in de takken geeft aan hoe hoog het water hier gestaan heeft. Sommige struiken geven al een heel klein beetje groen prijs. Over een maand ziet het er hier vast al anders uit. Dan eindelijk actie! De steunhengel zo krom als een hoepel! Eerst naar de hengel graaien en dan de motor in de vrij. Helaas heeft m’n SSR zich vastgegrepen aan een obstakel. Wiel assisteert me prima en al snel doet de kunstaasredder z’n werk.
Tijd voor heel wat anders en dat is nu extreem ondiep varen! Regelmatig word ik dan voor gek verklaard en wordt die mening later herzien. Wiel is op kleiner kunstaas overgeschakeld en z’n Taildancertje van 7cm wordt al snel door een snoekje gegrepen. De dieptemeter geeft 0,7 mtr aan, terwijl Wiel ook nog aan de ondiepe kant van de bootzit. Het snoekje draait om z’n as en wikkelt een warboel om z’n eigen bek heen. Hoe kleiner de snoeken, hoe lastiger ze te hanteren zijn. Ik moet de vis toch even uit het water halen om de lijn te ontwarren. Even later varen we over dezelfde plek. Zo ondiep vissen betekent de dieptemeter continue in de gaten houden. Ik schrik van de harde beuk op de bulldawg! “Ja vis!”, roep ik, maar in de eerste run weet de rover zich al van het kunstaas te ontdoen. De diepe scheuren in het rubber zal ik thuis dichtbranden.
Warboel om z’n bek
Zoals verwacht meldt de snoek zich niet meer. Ook ik schakel over op klein kunstaas. Een knappe baars zou hier best eens dicht onder de oever kunnen staan. Ik vis de 5 cm lange Jointed Shadrap kort achter de boot. Tikt geregeld tegen de kiezels. De trillingen zijn goed voelbaar op de top. Plots een venijnige aanbeet. De slip vangt de klap goed op. Eerst denk ik dat een grote baars de dader is, maar al snel blijkt dat een grotere rover zich vergrepen heeft aan het plugje. Geconcentreerd drillen nu! Genoeg spanning erop houden en gelijkmatig pompen. Een donkere snoekbaars geeft zich gewonnen. Eenmaal uit het water kleurt de zon de flanken goud. De vis toont fier z’n gestekelde kam. Even bewonderen en dan terug in het water. Februari, felle zon en een meter water. Deze snoekbaars verdient de titel ‘toevalstreffer van de dag’ als geen ander!
Toevalstreffer van de dag