Rivier in het vizier 25
door Yvo Bindels
10 februari 2007
Winterse ochtendkou, kleinschalige landbouw en enkele smalle beekjes. Hiervan kan ik ook genieten zonder te vissen. Maar nu we er toch eenmaal zijn… Piet heeft een groepje vissers bij elkaar getrommeld om achter de snoekjes van de beken en kanalen aan te gaan.
Deze visserij is nieuw voor me. Het beekje is drie meter breed, amper veertig centimeter diep en het stroomt redelijk. Al na twee worpen merk ik dat de spinner door de stroming richting de oever wordt gedrukt. De 2.70 mtr lange spinhengel die ik uit de auto haal is geschikter omdat ik de top boven het midden van het beekje kan houden. Ik wist niet wat me te wachten stond en heb allerlei soorten snoekkunstaas bij me. Spinner, plug, jerkbait, rammelaar, shad, twister, bulldawgje. Nee, geen gesleep met kisten, gewoon alles in één klein doosje. Een fototoestel en onthaaktang maken m’n rugzakvulling compleet.
Alles in één klein doosje
Onze ‘gids’ weet al snel z’n eerste vis te haken. De 13 cm lange shad met slechts 5 gram lood erin is gegrepen. Een prima snoek die ik niet in dit formaat verwachtte op dit kleine. Ik geniet zowel van acrobatische toeren van de vis als van de passie van de visser. Hoewel Piet al vele monstersnoeken in z’n handen heeft gehad, blijft hij ook razend enthousiast bij dit slag vissen. Mooi om te zien, hoe hij weer even een jochie wordt! Piet is lenig (voor z’n leeftijd dan…) en grijpt onder aan de steile oever de rover in de kraag. Ook de Duitse vismaten die even komen kijken hebben al hun eerste snoeken gevangen. Begint prima zo. Ik vis de spinner voornamelijk tegen de stroming in. Het langwerpige blad roteert ook bij een zeer lage inhaalsnelheid. Plots een zilveren flits naar het kunstaas. Het water spat uiteen en ik voel de adrenaline in m’n aderen. Helaas wist de stroming de grote kolk zonder dat ik ook maar een tikje gevoeld heb. Ik krijg zelfs geen herkansing.
Weer even een jochie
Na een uurtje hebben we met z´n zevenen de hele sloot bevist. We verkassen naar een klein kanaaltje enkele kilometers verderop. Dit water ken ik redelijk goed en heb er veel vertrouwen in, om hier een esox tegen het lijf te lopen. Het is iets troebeler dan gewoonlijk en het stroomt ook wat harder. Als ik werpend vis, kies ik altijd voor een stijve hardmono onderlijn van 60 pond. Niet veel tierelantijnen. Aan de ene kant een stevige hooksnap maat 2 en aan de andere kant een kleine tonwartel. Een soepele dunne staallijn zou bij deze forse tegenwind zeker problemen opleveren, omdat de dreg met een van de haakpunten de lijn dan in de lucht grijpt.
Gerard heeft de laatste maanden als dood-aas visser prachtige resultaten neergezet. ´Volharding´ is hierbij de belangrijkste factor tot succes volgens hem. ´Vele uren maken totdat die ene kanjer zich meldt´. Nu is het een ander verhaal en bevist hij werpend een hotspot. De shad wordt vakkundig onder de brug geworpen, maar hangt direct vast. Zowel Gerard als de vis hebben even niet door wat er gaande is. Na een tel reageren ze op elkaar en barst het felle gevecht los. De weerstand en het formaat van de vis zijn ongekend voor dit water. Even later houden de stevige handen een 92 cm gestroomlijnde snoek voor de lens.
Van de hotspot
Er ligt een omgevallen boom in het water. Ik kan de snoek er gewoon ruiken! Ik probeer in te schatten tot hoever de takken reiken onder water. Ik gooi een klein beetje stroomopwaarts. Het risico van een boom moeten drillen wordt ingecalculeerd. De spinner zwemt onaangeroerd langs de vermeende hotspot. Met licht geheven hengel vis ik het metalen kunstaas onder het oppervlak binnen. Dan een golf richting spinner! In een explosie vol eroverheen! Geweldig om dit vlak voor m´n voeten te mogen zien. De Duitse collega´s rijden net voorbij, zien de kromme hengel en vragen lachend ¨Wass machst du dah!?¨ Ze zien hoe de snoek zich even later kopschuddend van de haak weet te ontdoen. Ook zien ze een visser die daar helemaal niet mee zit, omdat hij de climax al beleefd had.
Dan wordt het een tijdje rustig. We hebben een aardig stukje gestruind en m´n auto staat een heel eind weg. Privé-chauffeur Piet brengt me even naar m´n eigen auto, aangezien de lunch zich in de kofferbak bevindt. Op een houten tafel met bankjes wordt het lekkers neergezet. We neem ruim de tijd om gezellig te lunchen en sterke verhalen te vertellen. De talrijk aanwezige sijsjes doen zich te goed aan de zaden van de berken en elzen. Deze wintergasten kwetteren gezellig door elkaar heen.
Gezellig lunchen
Met gevulde magen gaan we weer met frisse moed op pad. Af en toe valt er een licht buitje, maar het wordt gelukkig niet de narigheid die voorspeld is. Ik geniet van het struinen langs dit water met haar prachtige oevers. Opletten dat ik niet in de aanwezige sneeuwklokjes ga staan. Hier en daar wordt nog een enkel snoekje gevangen, maar het wordt opvallend rustig. Het bulldawgje draagt met z’n 10 gram eigenlijk net te veel lood om het vrij van de bodem te houden. Vanaf de hoger gelegen bruggetjes lukt dit wel. Met de Screaming devil probeer ik tevergeefs een aanbeet te forceren.
Piet weet nog een kleine sloot waar meestal wel wat vissen te vangen zijn. Smal, ondiep en vol plantenbedden. Ik vis er een onverzwaarde spinner doorheen. Gaat prima over de planten heen. De welvingen van het roterend blad zijn in het oppervlak zichtbaar. Ook hier weten we geen rover meer te verleiden. Langzaam haken er meer vissers af. Ik vis met Gerard nog even door op een kanaal in de buurt. Enorme hengeldruk en dus dressuur. Mooie snoeken zwemmen er, maar ze zien er dagelijks kunstaas voor hun neus voorbij gaan. Af en toe ‘vergist’ er zich nog wel eens eentje. Daar hopen we dan maar op. Maar vandaag blijven de vissen helaas bij les. Februari is voor mij al jaren een taaie maand om met kunstaas veel vis te vangen. Vandaag maakten het gezelschap en de visomgeving dat meer dan goed. De beleving is uiteindelijk hetgeen dat telt.
Sneeuwklokjes