Rivier in het Vizier 238



Rivier in het vizier 238

Door Yvo Bindels

9 Oktober 2011 - Het is nu definitief herfst. Ik heb geen haast vandaag, maar ben toch op tijd op. Sita, onze kooikerhond, wacht al kwispelend op me onderaan de trap. Het enthousiasme spat er van af. Altijd vrolijk, blij je te zien en vooral trouw. Werkt telkens relativerend op me.

De hengels en twee doosjes kunstaas staan al klaar in de gang. Ik ga struinen op snoek en baars, maar ik heb nog geen concreet plan. Laarzen en regenkleding moeten noodgedwongen mee. Schepnet? Nee, ik kom vandaag geen hoge kades of moeilijke oevers tegen. Terwijl ik de boterhammen smeer bedenk ik wat ik nodig heb deze ochtend.

Sita zit ondertussen strak tegen m’n stoel aan. Ze krijgt een klein stukje kaas. Is een geheimpje tussen haar en mij, want verder krijgt ze eigenlijk niks aan tafel. In gedachten ga ik wat verschillende stekken af. Rivier, aangrenzende plassen, vijvers en sloten. Het wordt een combinatie denk ik. Geeft eigenlijk wel een vrij gevoel, in de auto stappen, richting rivier rijden en zien waar het schip strandt.

Maar eerst een stukje lopen met Sita. Die ziet dat wel zitten en maakt al blije bokkensprongen richting de riem. Ik zou haar ook dolgraag meenemen tijdens het struinen, maar ik ben veel te bang dat ze een hap uit een jerkbait wil nemen in een onoplettend moment. Kooikerhonden werden vroeger veelvuldig ingezet om eenden richting de kooien te drijven en alles wat beweegt en vliegt vinden ze interessant.


Sita ziet een wandeling wel zitten.

Ik ben benieuwd hoe de rivier er uitziet. Goede kantstekken zijn er bijna niet. Om de eerste stek te bereiken moet ik over een stukje privé-terrein van een watersportvereniging. Met de hengel verticaal langs m’n lichaam stap ik door. Ik word niet opgemerkt. De rivier is helder en stroomt niet. De plompen zijn afgestorven. 

De eerste worpen maak ik parallel langs de oever met een wob shad op een 10 grams jigkop. Als hier een snoek op scherp ligt moet hij de eerste kans krijgen voordat ik dieper ga vissen en de boel wellicht verstoor met planten die ik haak of een hanger etc. Met een jerkbait vis ik daarna net iets dieper. De grote keien zijn glad, dat ondervind ik nog eens als ik een trapje hoger moet om te voorkomen dat de golven van een vrachtschip m’n laarzen inrollen.

Met een Fast Eddy-shadje op een 14 grams jigkop werp ik zo ver als ik kan. Vis deze met sprongen binnen. Een groepje baarzen achtervolgt zonder toe te happen. De volgende worp voel ik een trilling en sla aan. Hangen, de dril verloopt vreemd. Dan wordt duidelijk dat ik iets gehaakt heb. Het blijkt een forse brasem te zijn die het shadje onder de arm wou nemen. Die grote rivierbrasems zijn trouwens best sterk.


Best sterk die rivierbrasems!

Na een uur werpen zonder resultaat begeef ik me terug richting auto. Word nu wel opgemerkt en met klemmende toon verzocht het terrein te verlaten. “Geen probleem hoor.” “Prima timing”, denk ik bij mezelf. Dan zoek ik een rivierplas op. Overal kan ik hier vanaf de kant werpen. Parkeer helaas twee wobshads die met veel zorg geprepareerd waren, ook de onderlijnen zijn weg. Ik schakel over op baars.

Ik trek de Gamakatsu bladpliker van 14 gram voor m’n voeten door het water. Woow, dat ding vibreert als een bezetene. Ook werp ik er veel verder mee dan met shads. Het is gelijk raak! De droge stompen moeten wel van een dikke baars zijn. Ik dril voorzichtig, maar vlak voor de kant gaat het toch mis. Een dikke veertiger weet kopschuddend het pilkertje te lossen. Nou ja, ik heb ‘m in elk geval even gezien. Twee worpen later gebeurt hetzelfde, alhoewel de baars nu een stuk kleiner was.

Egon komt even buurten. Heeft ook een baarshengel bij zich en we werpen een poosje samen. Resultaat blijft echter uit. Ook zet ik de bladpilker op lang parkeren. Lekker bezig Bindels. Ik besluit het laatste uurtje te snoeken op een cultuurwatertje. Met een klein jerkbaitje dat Lambert voor me maakte maak ik korte worpjes langs de oever en dek zo vrij snel de oeverzone. Ik verwacht er snoek tussen de laatste restje plompen.


Struindoosje voor snoek.

Een kleine tik en grote kolk eronder. Ik hoef niet eens aan te slaan, want de snoek heeft de jerkbait niet in de bek. Ik blijf zeuren om een herkansing, maar die komt er niet. Er zijn veel paddestoelen te zien, waaronder enkele inktzwammen. Dan ruik ik een misselijke geur. Het zal toch niet? Ik controleer de zolen van m’n laarzen. Overduidelijk ja dus. Heeft dat beest soms mosterd gegeten? Een paar schoppen in een plas helpen om de zool weer schoon te krijgen.


Oktober is een echte Paddo-maand.

Dan kom ik bij een hoekje dat er altijd prachtig uit ziet, maar waar ik nog nooit iets ving. De jerkbait schaatst langzaam met korte, langzame slagen een meter of twee uit de kant, vlak langs een groepje afstervende plompen. Hartstikke spannend in het heldere water, verwacht elke seconde een snoek uit de oever. De aanval wordt echter vanaf de diepe kant ingezet. Een mooie vis stort zich met wijd gesperde bek op het onschuldige jerkbaitje. Hangen!


Ze mag er in het water af.

Supergaaf om te zien. Een haakpunt zit keurig in het scharnier en de jerkbait hangt buiten de bek. Mag er in het water af. Vroeg in de middag een mooi moment voor het einde van de visdag. Die aanbeet blijft nu lekker lang hangen in m’n gedachten.

ANDEREN LAZEN OOK