RIVIER IN HET VIZIER 200!


Geachte Total Fishing lezer

Op 26 augustus 2006 schreef Yvo Bindels zijn eerste “Rivier in het Vizier” voor Total Fishing. Vandaag, ruim 4 jaar later, zijn we met zijn allen toe aan  aflevering nummer 200, een moment om even bij stil te staan.
Elke week weer opnieuw vertelt deze sympathieke Limburger ons enthousiast hoe mooi onze hobby is, en hoe hij, samen met zijn visvrienden, geniet van het water, zijn bewoners en alles daar rondom heen.
Dit alles beschrijft hij op een manier die velen aanspreekt en waarin de beleving van een dag op het water centraal staat.

Resultaat is een column die staat als een huis, en die niet alleen erg prettig leest, maar die ook wekelijks ondersteund wordt door erg mooie fotografie. Een vast item waar vele lezers elke week weer naar uitkijken.
Namens Total Fishing willen we Yvo hartelijk bedanken voor zijn jarenlange inzet en we hopen dat hij ons nog lang wil laten meegenieten van zijn wekelijkse visavonturen.

Van harte gefeliciteerd Yvo!


Han feliciteert Yvo met de 200ste editie van Rivier in het Vizier.

Rivier in het vizier 200

Door Yvo Bindels

23 oktober 2010
Twee verticaalhengels, vier doosjes shads, warmtepak en een rugzak met fotoapparaat en de lunch gaan in de kofferbak. Het is donker en het is koud. Twee graden geeft de temperatuurmeter aan. Er is natuurlijk geen kip op de weg. Binnen twintig minuten arriveer ik al bij Lambert.

Hij en Egon hebben er net als ik veel zin in. Als we vijf minuten aan het rijden zijn schiet Lambert te binnen dat we de derde stoel vergeten zijn. Die pikken we toch maar even op. Na zo’n tachtig minuten autosnelweg arriveren we aan de enorme zandwinput. Het gereed maken van de boot en traileren gaat erg snel met z’n drieën. Egon heeft een ongelofelijk goed gevoel voor humor en is weer aardig op dreef.

We hebben geen ervaring op dit water zo vroeg in het jaar. Vorig jaar visten we er enkel hartje winter. We komen twee vissers tegen die vaak op dit water vissen. Vorig week vingen deze locals er slechts vier, maar de week ervoor vijftien, dus het kan alle kanten op. We besluiten tussen de 5 en 10 meter over het talud te zigzaggen om te ontdekken op welke diepte de rovers zullen staan. Ik start met een kleine Dullshad op een 14 grams jigkopje.


We zitten op de juiste plek zo te zien.

Lambert plaatst een hengel in de steun met een roofbleitje op een fireball. Na vijf minuten vissen staat deze hengel hoepeltje krom! Het lijkt nog even op een hanger, maar na eerst nog wat bonken komt er vaart in. Moet een hele grote snoek zijn. Plotseling veert de hengel recht en kunnen we er nog enkel naar gissen.

Op acht meter diepte is de shad van Egon gegrepen. Raak, een dappere baars heeft de Saltshaker naar binnen gepropt. Die zal niet alleen hebben gestaan, maar zijn soortgenoten willen niks van ons kunstaas weten. Het duurt ruim een uur voordat er opnieuw actie is. Lambert mag een snoekbaarsje van tien meter diepte richting oppervlak drillen. Zijn twisterstaart op de fin-s gelijmd blijkt zoals wel vaker een prima vanger.


Prima vanger.

Ook ik voel een kleine friemel en mag mijn hengeltje krommen. Een baars zit mooi op de hoofdhaak van de zwarte Dullshad. We hebben alle drie al een vis gevangen, maar het gaat niet hard. Het volgende uur missen we twee aanbeten en vangt Egon nog een baars. Daarna wordt het stil. Tijd voor een boterham en een kop koffie. “Ja, ik ga nu een tunnel in…”, is de zin waarmee Egon het telefoontje met z’n vriendin afsluit.


Mooi op de hoofdhaak.

Lambert is vorige week succesvol geweest op een grote rivier en stelt voor dat we eventueel de middag daar kunnen vissen. Egon en ik stemmen in. Terug naar de trailerhelling dus. Aan het steigertje ligt een kleine zeilboot. De trailer staat al in het water en blokkeert de helling. De rest van de helling ligt overigens vol allerlei uitgestalde hulpattributen.

Een moeder en zoon in nautische kledij nemen er uitgebreid de tijd voor. Volgens mij hebben ze er de hele ochtend ervoor ingepland. Er ligt een doek op de steiger waarop de voeten geveegd worden bij het in en uit stappen van het bootje. Nog net de gevarendriehoek ontbreekt. We bekijken het verdere drie kwartier durende drama van het neerlaten en vastbinden van de mast.

Ondertussen staan we ook nog in de regen. Met zo’n twintig veel te dunne touwtjes en honderd klungelige knopen zou de mast vast moeten zitten. Ik heb er mijn twijfels bij. Enkele spanbanden hadden die klus in nog geen vijf minuten een stuk veiliger kunnen klaren. Ons geduld wordt erg op de proef gesteld. Eindelijk wordt de boot getrailerd en pleegt de vrouw een serieuze aanslag op haar koppelingsplaten en vervolgens haar banden. Vijf minuten later rijden wij richting de grootste rivier van ons land.

De rivier ziet er stoer uit. Ik vind niks mooier dan vissen op stromend water en stromen doet het hier! Lambert kent dit stuk rivier en dirigeert zijn Macraft met 24-volts fronttroller de krib in. De schepen die voorbij denderen zijn van een flink formaat. Ze veroorzaken een behoorlijke zuiging. Zeker dicht bij de kribkoppen is het opletten. In Lambert’s schip voel ik me echter honderd procent veilig.

Kan me dan ook volledig concentreren op de 11 cm lange Dullshad die op een 28 grams loodkop model football de bodem onveilig maakt. Ik begin bewust met een zware loodkop om er even in te komen en een idee van de bodem te krijgen. Slimme kraaien laten walnoten van hoog uit de lucht op de keien vallen in de hoop dat ze stuk gaan. Regelmatig lukt dat en soms moeten ze een noot wel een paar keer laten vallen. Ze zijn er duidelijk geoefend in.

Glok, de aanbeet komt goed door, hangen! Een hoge vijftiger vecht voor wat hij waard is. Riviervissen zijn vaak lekker fel. Ook Egon en Lambert vangen al een snoekbaars in het eerste kwartier. De vissen hangen mooi op de hoofdhaak en veroorzaken lekker harde aanbeten. Het giet ondertussen aardig door en de wind is behoorlijk aangewakkerd.


Harde aanbeten. 

De beet zit er behoorlijk in en we vangen in elk kribvak wel enkele vissen, mooie snoekbaarzen afgewisseld door knappe baarzen. Het wordt ondertussen wel steeds kouder en vooral ook natter. Onze handen en gezichten zijn knalrood van de kou en striemende regen. Ik voel op diverse plaatsen al water door m’n pak heen lekken. Egon en Lambert hebben hetzelfde probleem.

Lambert weet een harde aanbeet te verzilveren en een vis met het schubbenkleed van een witvis schiet door het oppervlak. In denk even aan roofblei, maar het blijkt het stevige winde die ook vol op de hoofdhaak vast zit. Vanwege de harde regen is het niet te doen om fatsoenlijke foto’s maken. Direct zitten er druppels op de lens. Egon dirigeert even later een megabrasem richting oppervlak, ook in de bek gehaakt.


Een mooie winde voor Lambert.

Net als we denken dat het iets minder begint te regenen, krijgen we opnieuw een enorme stortbui over ons heen! Mijn doorgelekte plekken worden rap groter. Bij iedere beweging voel ik de natte kou. Vooral bij het opstaan en gaan zitten. De gure wind die inmiddels windkracht vijf zal zijn maakt het ondoenlijk. We besluiten de handdoek in de ring te werpen voordat we alle drie doodverkouden worden. Jammer want in amper drie uurtjes liep de teller op naar negentien vissen.

Terwijl Lambert de trailer haalt, zuigt een grote boot het kribvak gedeeltelijk leeg en ligt de boot eventjes letterlijk op het droge. Vliegensvlug wordt de boot getrailerd en het zeil erover gehesen. De natte pakken gaan uit en de verwarming van de auto draait op volle toeren. Na een half uurtje rijden zijn de luikjes bij Egon al dichtgevallen. Lambert seint me even in en zet de muziek plotseling keihard. Egon grijnst maar reageert zoals verwacht niet.

Als Lambert na de lange rit de stop uit de boot trekt lopen er liters water uit. Morgen gaat hij opnieuw op pad en krijgt de Marcraft tijd om in de buitenlucht te drogen.

 

ANDEREN LAZEN OOK