Rivier in het Vizier 181
Door Yvo Bindels
27 april 2010
Die visavonden na het werk bevallen mij wel. In de weekenden nu eens wat meer tijd voor de andere dingen. Op de doordeweekse avonden is het tevens lekker rustig aan het water. De rivier is uitgestorven. Geen vissers en geen bezoekende praatjesmakers.
Vanwege de fors gezakte waterstand is het aantal mogelijke stekken fors gereduceerd. We hebben afgesproken op de dijk om eerst de situatie te bekijken. Een stuk rivier waar het verval erg hoog is en het water zich in hoog tempo tussen twee grindbaken doorboort trekt onze aandacht. De kans op brasem zal er iets minder zijn, maar barbeel, winde, kopvoorn en consorten houden wel van deze biotoop.
Het is al vele dagen zonnig
We besluiten er neer te strijken. De natuur ondergaat momenteel een echte sprint. Alles groeit en het bruist werkelijk overal van het leven. De aardperen rijken inmiddels al tot kniehoogte. Het is nog rond de twintig graden en in het T-shirt is het goed uit te houden. Het waadpak is eigenlijk veel te warm, maar wel mogelijk noodzakelijk bij het uitdrillen van een sterke vis.
Maar of het zover komt? De eerste twee uren gaan zonder aanbeet voorbij. Geen tikje, geen stootje. Welk aas we ook kiezen, er gebeurt niks. Maar we vervelen ons allerminst. Opgewonden woerden, een reiger die in het ondiepe water loert en een zingende karekiet. Aan de rivier is altijd wel wat te beleven. In de verte zien we een zilveren vis hoog uit het water springen op een manier zoals zalmen een hindernis nemen.
Snelstromend water verveelt nooit!
Heel even voel ik het roofvisvuurtje in me aanwakkeren, maar ben weer snel bij de les, want er is een duidelijk tik op m’n hengeltop. Ik sla bliksemsnel aan voordat de optonic ook maar een enkel piepje geeft. Rik kijkt me vreemd aan. De vis lijkt even te twijfelen, maar neemt vervolgens een ongelofelijk harde sprint stroomafwaarts. Geholpen door de stroming wint de vis snel heel wat meters, iets wat ik bij dit grillig stuk helemaal niet graag zie.
Er is altijd wat te zien
Dan drukt de vis zich stijf tegen de bodem zoals alleen grote barbeel dat kan. Het lijkt secondenlang of ik vastzit, maar ik weet wel beter. Daar gaat de vis weer verder. We lopen langzaam een stukje stroomafwaarts met de vis mee. Tjongejonge wat een kracht! Deze vis afstoppen zou onherroepelijk tot lijnbreuk lijden. Vanwege de grote keien probeer ik m’n hengel hoog te houden en flink onder spanning zodat het lood niet op de bodem vastraakt.
Barbelen kunnen zich stijf tegen de bodem drukken
De vis komt steeds dichterbij een enorme stroomversnelling. Het water komt er door een versmalling van de rivierbedding en suist er in een rotvaart doorheen. Daar wil ik de vis absoluut niet in hebben. De barbeel lijkt dat wel geroken te hebben en onderneemt opnieuw een vluchtpoging naar de kolkende watermassa. Bijna is hij er. Op het scherpst van de snede hang ik in m’n materiaal. Nee, ik hou ‘m niet. De barbeel is totaal niet vies van de wildwaterbaan en duikt er vol overgave in.
Voor ons zit er niks anders op dan een achtervolging te voet. Vijftig meter verder stroomafwaarts is het water weer rustig en daar verloopt het laatste gedeelte van de dril. Rik kan uiteindelijk het net eronder schuiven. Ik dacht lang met een echte reuzebarbeel te maken te hebben, en daarom valt het formaat iets tegen. Het is een prachtige vis hoor, maar ik kan maar nauwelijks geloven dat al die power in dat ene lijf zat.
Sensationele dril
Close-up van een krachtpatser
Onze avond kan al niet meer stuk. Verdere aanbeten blijven verder uit. Het wordt langzaam donker. Ik schrik van een beuk op m’n hengel die meteen van de steun dondert. Een eend is de boosdoener. Laagvlieger! Gelukkig geen schade aan eend of hengel. Van alle kanten komen vleermuizen tevoorschijn, ze vliegen voortdurend in de lijnen. Een echte plaag. Het betreft een grote soort. Rik noemt ze daarom dan ook vleerratten.
Ontspannen naar de toppen staren
Ze suizen rakelings langs ons door. De lijnen worden continue geraakt. Het lijkt wel of de lijnen ze zelfs aantrekken. Het fotograferen van zo’n beest in volle vlucht in het donker valt niet mee. Ze zijn bliksemsnel en hun vlucht is totaal onvoorspelbaar. Na een keer of twintig knippen, heb ik d’r eindelijk eentje goed in beeld. Dat was het voor vandaag. Totaal ontspannen klauteren we met onze spullen de dijk weer op. Weer is er een avond voorbij.
Ze suizen vlak langs ons door