Rivier in het Vizier 170
Door Yvo Bindels
31 januari 2010
Het is niet de wekker waarvan ik wakker schrik, maar een sms. Afkomstig van Sando. “Gaat dit lukken?”, staat er in het schermpje. Ik kijk snel naar buiten en zie wat hij bedoelt. De straat waarin ik woon loopt steil omhoog. Na een inspectie blijkt het een echte ijsbaan.
Jammer dat Sando zijn jeep niet meer heeft. We beschikken beiden ook niet over winterbanden op onze personenauto’s. We besluiten veiligheidshalve niet met de boot achter de auto op pad te gaan. Erg jammer want er is behoorlijk wat zon voorspeld vanmiddag. Na het ontspannen ontbijt ruim ik de visspullen op die reeds klaar stonden.
Nog steeds volop winter
De zon schijnt inmiddels al naar binnen. Ik twijfel. Een goed stuk wandelen of toch ergens vanaf de kant vissen. Het wordt het laatste. Even Sando polsen. Hij heeft er niet zo veel interesse in en gaat wat klusjes doen. Een half uurtje later maak ik de auto sneeuwvrij. Het is glibberen op de spekgladde weg en erg goed opletten.
Als ik mijn auto in de buurt van het parkwatertje parkeer, zie ik eenden over het oppervlak lopen. IJs dus. Balen, gisteren was deze vijver nog grotendeels open. In de verte zie ik wel een stukje zonder ijslaag. Vol eenden, meerkoeten en nog wat andere soorten met zwemvliezen. Voel me een beetje schuldig als ik met een groene Toppie in het startoog van m’n hengel richting het grote wak loop.
Geen zwemruimte voor pluggen
De schuwe soorten verlaten meteen het water. De tamme eenden en meerkoeten schuiven gelukkig alleen een stukje op. Een aalscholver die na zijn jacht boven water komt, schrikt zich te pletter en maakt zich onbeholpen uit de veren. Het water is glashelder. Ik werp de Toppie onderhands het wak in. Sommige beesten associëren echt iedere plons met iets eetbaars.
Ik vis de Toppie zo langzaam mogelijk binnen. Ziet er wel verleidelijk uit, maar ik verwacht er niet veel van. Er zou toevallig net een snoek op scherp moeten staan in dit ondiepe gedeelte water. Superscherp wel te verstaan! Neen, tien minuten later weet ik genoeg. Mijn aandacht gaat naar de kwetterende sijzen in de toppen van de hoge elzen.
Pas als de zon de fraaie gele bevedering van de mannetjes doet oplichten, zijn ze goed zichtbaar en steken ze mooi af tegen de helder blauwe hemel. In hoog tempo snoepen ze met hun spitse snaveltjes de zaadjes uit de elzenproppen. Ze halen daarbij acrobatische toeren uit, waarbij ze ook op hun kop hangend kunnen eten. Ze verplaatsen zich steeds met groepjes. De mannetjes die hun buikje rond hebben zingen uit volle borst.
Ze snoepen met hun spitse snaveltjes de zaadjes uit de elzenproppen
Een druk gekwetter met kanarie-achtige trillers ertussen. Ik merk dat de hengel me eigenlijk tot last is terwijl ik met het fotoapparaat rondloop. De bewolking neemt langzaam aan toe. Er ritselt iets tussen de dorre bladeren. In een flits denk ik in eerste instantie een muis te zien, maar het blijkt een winterkoninkje op zoek naar iets lekkers.
De zon licht de fraaie gele bevedering op van de mannetjes.
In de vroege middag zit ik alweer thuis aan een kop koffie. Sando komt buurten en sluit gezellig aan bij het middageten. We maken alweer nieuwe plannen voor komend weekend. Hopelijk zit het weer dan een beetje mee.