Rivier in het vizier 140



Rivier in het vizier 140

Door Yvo Bindels   

16 mei 2009
Laat in de middag draai ik wat tussen m’n hengelspullen. ‘Kom op Bindels, niet treuzelen, gaan of niet niet gaan!’ In no-time zit ik in de auto richting rivier. Nog snel even naar de supermarkt, want ik heb nog geen aas.

Een blik ontbijtworst voor vriend barbeel en een zak krentenbroodjes voor mezelf. De caissière trekt een raar gezicht bij het scannen van de vreemde combinatie. Ik kan haar gedachte wel raden. Aangeland bij het water trek ik eerst het waadpak aan. Boven op de dijk waait het stevig. Ik kijk uit over een kolkende modderstroom. De grensmaas is een rasechte regenrivier. Pieken en dalen in de waterstand volgen elkaar op. Afhankelijk van de neerslag in Frankrijk en de Belgische Ardennen, maar zeker ook van het regulerende spel van sluizen en stuwen.

Langs het water tref ik Wouter die aan het inpakken is. Hij heeft een paar uur gevist toen het water wat lager stond en daarbij een barbeel gevangen. Geeft me een stukje dundradige ijzerdraad dat zeer geschikt is voor de montage die ik in gedachten heb en wenst me succes. Na wat geknutsel schroef ik een flinke homp lunchworst op het spiraaltje onder de boiliehaak nr 6. Voeren is onder deze omstandigheden doelloos. De hengelsteunen die ik al in de grond had gestoken moeten een stuk naar achteren, want het water klimt rap.


Een foto zeg meer dan…

Ik werp slechts een paar meter uit de kant. Het 142 gram zware lood rolt zelfs daar nog heel langzaam stroomafwaarts. Iemand die me hier ziet vissen, verklaart me geheid voor gek! Terwijl ik een tweede onderlijn knoop zie ik in m’n ooghoek al een tik op de hengel, die daarna gelijk dubbel klapt en de slip in werking zet. Soow, dat is snel! De vis duwt zichzelf strak tegen de bodem. Typisch barbeel. In de kolkende stroming heb ik m’n handen vol aan deze vechtjas. Ik stap tot m’n middel het water in om de vis beter uit de ondergelopen oevervegetatie te kunnen sturen.

Bij het zien van het schepnet zet de vis nog eens de turbo aan. Wat een kracht hebben ze toch! De twee ponds karperstok wordt met gemak krom getrokken door deze rasechte torpedo. De dril moet met beleid, want ze kunnen onverwacht zeer krachtig kopschudden. Menig lijn is zo al gesneuveld. Het lood mag er weliswaar wezen, maar de verdere montage is niet echt zwaar. Uiteindelijk glijdt de prachtig bronzen snorremans het net in. Gelukkig had ik het fotoapparaat al klaargezet voor een eventuele zelfontspanner opname. Daarna wordt de vis snel teruggezet in het troebel water.


Gestroomlijnde vis

Ik werp opnieuw in en wil de spullen wat hoger in de berm leggen. Die kans krijg ik niet want de hengel buigt opnieuw diep door! Als een raket schiet de vis weg, waarbij de hengel met bruut geweld wordt omgetrokken. Maar goed dat deze met de molen achter vork van de steun blijft hangen! Aanslaan hoeft uiteraard niet meer. De vis dendert stroomafwaarts. Niet te stoppen! Wat is dit in hemelsnaam? Dan valt de spanning weg en zal ik niet te weten komen wie tijdelijk m’n tegenstander was.

Opnieuw een grote klomp lunchworst erop. Een brasem kan hier niks mee. Het water blijft stijgen. Waar normaal mijn stoeltje staat komt nu het aas te liggen. Plons, het lood doorklieft het wateroppervlak. Het spiraaltje werkt prima en het aas blijft ook bij deze stevige inslag muurvast zitten. Ik leg de hengel op de steun en zoekt het pilsje in m´n tas. Woow, daar gaat ie alweer! Gierende slip en opnieuw een zware vis die gebruik maakt van de harde stroming. Compleet gekkenhuis!

Dit vecht anders dan een barbeel. Moet vanwege de sterke runs haast wel een karper zijn. De dril duurt akelig lang. Tien ponds lijn is dan opeens zo zwaar niet meer. Nog steeds heb ik de vis niet gezien. Boort zich vlak voor me door de ondergelopen planten heen. Ik voel de lijn door de takken schieten. Dan zoekt de vis gelukkig weer de rivier op. Ik vang daarbij een glimp van de rug van de vis op. Een gladde huid met rare tekening. Nee, dat zal toch geen steur zijn!?

Ik zie dat het stijgende water m´n spullen heeft bereikt. Met kromme hengel stap ik naar achteren om wat dingen hoger in de berm te gooien, voordat ze wegzwemmen. Dan komt de vis in het oppervlak. Meerval! En een mooie ook! Als ik de meerval wil scheppen begeeft de vork waar de armen van het net inzitten het. Handlanding dan maar? De eerste poging mislukt. Wat is dat beest glad zeg. Mijn shirt is zeiknat en onder het slijm. Ik zie dat de vis maar nipt gehaakt zit. Wat voel ik me nu opeens alleen.


Prachtige bijvangst!

Ik gooi de schepnetsteel op de oever en spreid de losse armen op het wateroppervlak. Trek de meerval met z’n kop erboven en weet de armen om het beest te sluiten. Hebbes! Puffend en met een adrenalinekick van jewelste klim ik de gladde oever op. Met trillende vingers druk ik de zelfontspanner in. Het valt nog niet mee om de meerval voor de lens te houden. De tweede poging moet goed zijn. Meteen als de meerval het water voelt zwemt deze weg. Gaaf!

Het regent ondertussen. Ik ga in het stoeltje onder een struik zitten. Even niet vissen, maar uitgebreid nagenieten met het pilsje erbij. De donkere wolken waaien rap voorbij. Als het zonnetje weer tevoorschijn komt klinkt het lied van de kleine karekiet weer uit de rietstengels. Er klinkt nog een deuntje, dat een stukje aangenamer is. Het is een grasmus. Dit mannetje steekt met z’n grijze kopje net tussen de rietstengels door. Als ie me ziet, laat hij zich afzakken buiten zicht. De karekiet poseert wel even voor de lens.

De eerste inworp na de pauze is opnieuw goed voor een razendsnelle aanbeet. Dit is echt absurd! De typische dril van een grote barbeel volgt. Deze vis maakt het me op het einde van de straffe dril nog knap lastig door continue door de planten te zwemmen. Als het lood maar nergens achter blijft hangen! Het gaat gelukkig goed. Een mooie zeventiger is net zoals de vorige vissen keuring in de z’n onderlip gehaakt. Snel een plaatje. Nee, ik hoef er echt niet meer bij.


Zeventiger in de onderlip gehaakt

Als de vis wegzwemt steekt de kenmerkende driehoekige rugvin even boven het water uit. Mooi gezicht. Net zo snel als het water klom, zo snel zakt het nu weer. Voor het eerst kan ik rustig zittend naar de hengeltop kijken. Een koekoek landt boven in de wilg en laat zijn roep horen. Een mannetje dus. Het vrouwtje is vast op zoek naar nesten van pleeggezinnen waarin ze haar eieren kan deponeren. Kleine karekieten zijn hierbij hun favoriete waardvogels. Een kraai maakt een einde aan de herhaaldelijke roep en jaagt de koekoek weg.

Bij zakkend water krijg ik anderhalf uur geen enkele aanbeet meer. De zon is inmiddels achter de horizon gezakt. Compleet verzadigd verlaat ik de grillige rivier. Een rivier van alles of niets. Soms alles en vaak niets.


De ijverige Kleine karekiet is een geliefde pleegouder voor de koekoek

 


ANDEREN LAZEN OOK