Rivier in het vizier 121

Rivier in het vizier 121 (vervolg van nr 120)

Door Yvo Bindels

28 december 2008
Gisteren was geen gelukkige visdag. Een ijskoude dag zonder aanbeet. Een dag met een striemende noordoostenwind, bevroren hengelogen en stijf bevroren vissers. Tevens een visdag met een vergeten gasfles voor die warme hap waar we zo naar snakten. Maar vandaag gaan we weer. Heet dit nu verslaving?

Drie keer raden wat Han het eerst in het luikje van de boot legt. Juist ja, die gasfles! Sando is mooi op tijd en binnen een half uurtje zijn we in de haven waar we willen traileren. Ons bange vermoeden wordt bevestigd. In de windstille nacht compleet dichtgevroren. Dat betekent een half uurtje verder rijden naar de volgende helling. Lambert, bij wie Han zal instappen, wordt op de hoogte gebracht. Als we de helling aan de rivier bereiken, dobbert Lambert al op het rustige water. Zijn donkere silhouet steekt contrastrijk af tegen het zachte zonlicht dat via de gladde waterspiegel weerkaatst.


Lambert dobbert al in het zachte zonlicht

Niet lang daarna liggen de boten naast elkaar tegen de bevroren oever. De spullen worden ingeladen. Een roodborstje komt gezellig naast ons zitten. Natuurlijk kan ik de kleine bedelaar niet weerstaan. Leg een stukje krentenbrood klaar en wil het fotoapparaat pakken om het fraai gekleurde vogeltje op de gevoelige plaat vast te leggen. Daar wacht de kleine bandiet echter niet op. Komt vliegensvlug het stuk brood halen en vliegt rap ermee weg. Lambert heeft de scène gezien en lacht.

De zonnebril is wel handig bij de laag staande zon. Als we naar de eerste stek varen, slaat de motor af. Een pluim rook en een sissend geluid. Dit ziet er niet goed uit! Warm gelopen… In de verte komt een vrachtschip aan. Met de elektromotor begeven we ons richting oever en maken daarmee de vaargeul vrij. We kunnen niks anders dan wachten totdat de motor is afgekoeld. Na een half uurtje durven we aan het starttouw te trekken. Gelukkig, hij loopt nog. Ik mis de koelstraal.

Met de elektromotor zoeken we een steiger op. Lambert en Han schieten ons te hulp. We leggen de buitenboordmotor op de steiger en onderzoeken de in- en uitlaat van de waterkoeling. Op het oog niks te zien. We verwijderen de staartschroef even om het filtertje aan de ingang van de waterkoeling los te kunnen draaien. Ook hier niks te zien. Iemand moet zich opofferen.

Als een volleerd glasblazer waag ik m’n mond op de opening en doe een poging lucht door het buisje te blazen. Dat lukt enigszins. De smaak op m’n lippen herinnert me aan de kookkunsten van een vrouw die uiteindelijk niet m’n schoonmoeder geworden is. Maar goed, de buis zal het dus wel niet zijn. Waarschijnlijk is de impellor het euvel. Na het traileren wellicht in bevroren toestand stuk gewrongen bij het starten.


Motorpech

Dan maar met de elektromotor verder. Onze mogelijkheden zijn meteen een stuk beperkter, maar we liggen niet eens op een slechte plek. Lambert biedt aan om ons straks terug naar de helling te slepen als de accu begint leeg te gaan. We gaan langs een oever liggen, waarbij we kunnen driften op het kleine zuchtje wind.

We bevinden ons halverwege het talud dat flauw af loopt naar zes meter diepte. Ik gooi de oever uit met een grote shad op zoek naar snoek en schakel even later over op een minishadje dat ik richting het diepe gooi. Een dikke baars is mijn doel. Sando kan met zijn 7 cm lange Bass Assassin shadje eigenlijk alles vangen.

In m’n ooghoek zie ik Sando’s verticaalhengeltje met een klap krom vliegen. Zijn aanslag is raak. Hoepeltje rond!  “Wat een aanbeet!”, roept hij enthousiast. We hebben al snel in de gaten dat een grote snoek de boosdoener is. De eerste sprintjes zijn niet te stoppen. Met de elektromotor trek ik de boot zeer langzaam iets van de oever en dus mogelijke obstakels weg. Dan komt de dame voor het eerst in het oppervlak. Wat een bak! Grote brede kop. Gaat ver over de metergrens.

Ik bel Han en Lambert eventjes. Ze zijn in de buurt en komen kijken. Na het landen gaat de snoek nog aardig tekeer. Onze inschatting dat ze uitgedrild was, bleek niet juist. Sando houdt haar zo goed als mogelijk in bedwang en ik tik de haak uit haar scharnier. Beiden een verhoogde hartslag. Na een snelle grove meting en een plaatje snel terug in het koude water. Het duurt niet lang voordat ze op eigen krachten de diepte in duikt.


Sando met zijn supervis!

Mooi moment om gezamenlijk te pauzeren. Han wordt benoemd tot chef-kok en bakt de gekruide kippenvleugels gaar. Kop soep erbij en smullen maar! Na de pauze gaan we verder met het uitwerpen van enkele interessante kantjes en taluds, maar er gebeurt niks meer. De zon zakt en het wordt steeds kouder. We bellen Lambert, want onze accu is over de helft leeg en ik wil deze liever niet finaal leegtrekken. Daar komt de sleepdienst in de vorm van de Marcraft Pikemaster 440 al aan.


Chef-kok

Voor de helling verticalen we gezamenlijk met Lambert totdat de schemering begint. Han is ondertussen al aan z’n terugreis begonnen. Voor de derde visdag achtereen krijg ik zelf geen enkele aanbeet. Kan dit nauwelijks geloven en vis geconcentreerd door tot de laatste seconde. Toch heb ik het vang-gevoel.

Dank dit aan de schitterende vis die m’n maatje buit heeft weten te maken. Moe, verkleumd, maar vooral voldaan komt er een einde aan dit koude visweekend. Het laatste sneetje brood eet ik half op. De andere helft laat ik in stukjes achter op de houten balk bij de trailerhelling. Misschien komt het roodborstje straks nog even kijken?


ANDEREN LAZEN OOK