Rivier in het vizier 117
Door Yvo Bindels
6 december 2008
In het hol van de leeuw! Van achter een kop dampende koffie kijk ik naar de met kunstaas behangen wanden. Op de viskamer van Piet hangt een tegeltje: “alleen toegang voor vissers, jagers en andere leugenaars”. Op het gemak bespreken we de plannen. Werpen met shads en jerkbaits. Vooral op zoek naar snoek, maar zeker ook baars.
Vanaf de snelweg zien we de gigantische zandwinput al liggen. Op dergelijk groot water is stekkennis van cruciaal belang. Zeker in deze periode van het jaar! Voor Piet heeft dit water nauwelijks geheimen. Kent de mosselbanken, scherpe taluds, geulen en richels als geen ander. Dat blijkt al snel als ik een grote shad richting de eerste stek gooi en de bodemstructuur aftast. Eerst een stukje zandbodem en vervolgens de harde mosselbank. We bestoken een uitloper die vanaf land een stuk de plas inloopt. Aanbeten blijven uit.
Een minuutje geen ruzie
Tijd voor een nieuwe stek. Ook hier gaan we werpend aan de slag. Het is nog behoorlijk fris. Piet trekt de capuchon van zijn vest over z’n hoofd en voorkomt daarmee koude oren. We driften op het zuchtje wind en kammen een groot stuk water af tussen de twee en zes meter diepte. Jerkbaits, softbaits en rammelaars. De snoeken blijken vooralsnog niet geïnteresseerd. De meerkoeten ruziën zoals altijd. Een groepje sijzen landt in een elzenbosje. Ook hoor ik een distelvink, maar zie het bonte zangvogeltje niet. Wij slepen naar een volgende stek. Boven acht meter water vissen we beiden met een Pikefighter op half water. Aangekomen op de nieuwe stek worden de zware sleephengels weer aan de kant gelegd.
Piet wijst hoe de diepte verloopt en de daarin scherpe richel. “Een echte winterstek voor snoek en grove baars” klinkt het overtuigend. Voor die laatste categorie heb ik aangepast materiaal bij me. Een kort en ultralicht 10 grams spinhengeltje, met een minimolentje van ABU gevuld met 6 ponds lijntje. Voor het 4,5 cm lange shadje op een 3 grams jigkopje is een dun stalen onderlijntje bevestigd. Maar goed ook, want al op de derde worp grist een snoekje het miniaasje uit het heldere water. Heerlijk, zo’n dril op licht materiaal. De vis zit in de mondhoek gehaakt en kan vliegensvlug worden onthaakt.
Op het mini-shadje
Piet vist net een maatje groter en de kans op snoek is bij hem dan ook volop aanwezig. Na een tijdje werpen krijg ik droge tik op de hengeltop. Een vliegensvlugge aanslag volgt. Opnieuw raak! Een mooie dertiger baars ziet er kerngezond uit. Het zonlicht geeft de gestekelde kam die het wateroppervlak doorbreekt een gouden glans. Prachtbeestje. Ik wissel even van hengel en laat een Toppie een keertje over de richel schaatsen. Je weet maar nooit.
Toch maar weer snel met het lichte spul aan de slag. Ik werp het shadje op de ondiepe kant van het talud en laat het sprongetje voor sprongetje afdwarrelen aan gestrekte lijn. Het nepvisje glijd zo trapsgewijs het talud af. En dat valt in de smaak, want m’n hengeltop wordt bruut kromgetrokken. Snoek? Nee, toch een baars en wat voor één. IN het kraakheldere water zie ik de baars nog eens de diepte in duiken. “He Piet, het zijn er twee, en dikke!”. Piet staat met het handige ronde witvisnet voor me klaar. “Laat je shad eens even in het water”, stel ik Piet voor. De tweede baars reageert direct op de plons. Schiet in één rechte lijn naar Piet’s shad en zuigt hem naar binnen. Net voordat Piet aanslaat spuugt de baars het kunstaas uit. Ik heb mijn baars ondertussen geland. Mooie stoere oude vis!
Stoere vis
Aangezien het zonnetje tevoorschijn is gekomen en het windstil is, besluiten we de stek even te laten rusten en te pauzeren. Terwijl we smullen van de erwtensoep, twijfelt een meerkoet of ze de stukjes brood die ik ze voer durft te pakken. Nee, ze wacht toch totdat we zo meteen vertrekken. Na de pauze legt Piet de boot weer perfect achter het talud neer. Terwijl hij belt met Henk, is het bij mij alweer raak. Een nog grotere baars geeft geweldige sport. Misschien wel richting de halve meter? Het meetlint stopt bij een lengte van 47 cm. Ook deze vis ziet er kerngezond uit. Heeft al een stevig buikje winterspek aangelegd!
We zijn aan het einde van het scherpe talud aanbeland. Piet wijst met z’n vinger hoe het talud hier flauw wegdraait. De eerste worp op deze plek is het opnieuw raak. Nog nooit heb ik zo goed van iemands stekkenkennis gebruik kunnen maken. Weer wordt de aanbeet verzilverd en moet de slip eraan te pas komen. Nogmaals zo’n gestreepte knoert! Ik geniet met volle teugen! Na het landen blijkt de vis niet eens gehaakt te zijn, maar hangt het roodgele shadje los in z’n bek. Totaal ongedeerd mag de rover zijn weg vervolgen.
Prachtserie van 30+, 44, 47 en 45 centimeter!
Ondertussen hebben we elke centimeter van de superstek wel gehad en besluiten we te verkassen. Dicht onder de kant werpen we met grote shads op lichte loodkoppen. Een stel distelvinken snoept van de elzenzaadjes. Net als ik m’n fotoapparaat klaar heb, vliegen ze weg. Flauw hoor. Hoewel er regen voorspeld is, genieten we nog steeds van een zonnetje dat af en toe tussen de wolken doorprikt. We maken worp na worp en wisselen veelvuldig met kunstaas.
Ik gok op groot en gooi een poosje met een Swimmbait. Piet is ook zoekende en probeert het na een tijdje met een lepel. Slaat opeens aan. Hij dacht een aanbeet gehad te hebben, maar is niet zeker van zijn zaak. Als we even later naar een andere stek slepen en ik even met m’n gedachten elders ben, krijg ik enorme beuk op de hengel. “Dat is ‘m!” De adrenaline schiet door m’n aderen waardoor ik recht veer en de hengel de lucht in sla. De riverpiker ligt in een deuk en was dus de boosdoener. Het lukt hem toch elke visdag weer!
Tijdens een half uurtje verticalen weten we geen enkele aanbeet te ontlokken. Al snel wordt duidelijk waarom. De vis ligt hier op twintig meter diepte. Daar vissen we uiteraard niet. In de schemering sluiten we de dag op de stek waar we ook begonnen. Piet fluistert dat een grote snoek zijn kunstaas tot aan de boot is gevolgd. De vis keert om en duikt weg. Niet veel later krijgt Piet eindelijk een aanbeet, maar mist deze en baalt daar van. Dan is mijn groene bass assasin shad met rood staartje gepakt. Hangen! Een zeventiger snoek heeft boven de mosselbank toegeslagen. Heeft de shad recht in z’n bek staan en probeert deze naast de boot uit z’n bek te schudden. Mag van mij. Terwijl ik achter me de onthaaktang wil pakken slaagt de snoek in zijn poging en duikt weg.
The Riverpiker in z’n element
Ondertussen is de regen toch begonnen en pakken we in het bijna donker onze spullen in. Ik heb genoten van de actieve visserij, prachtige vissen en de humor van Piet. Na een drukke werkweek weer helemaal ontspannen. Vind het alleen jammer dat de aanbeten niet eerlijk verdeeld waren, maar dat hebben we niet voor het kiezen. De uitstekende stekkenkennis en bootbeheersing van Piet waren doorslaggevend voor het succes vandaag. Dat versterkt nog eens het gevoel dat je in de boot toch eigenlijk altijd samen vangt.