Rivier in het Vizier 113
Door Yvo Bindels
8 november 2008
Door de week hebben m’n collega Steven en ik het over pensioenberekeningen, AOW en systeem aanpassingen. Nu hebben we echter beiden één ding in ons hoofd; roofvissen! We varen richting rivier en leggen alvast wat kunstaas gereed. In de schaduw is het nog behoorlijk fris.
We starten werpend. De wind staat mooi parallel aan de oever. Zo kunnen we lange driften maken zonder dat ik al te veel hoef bij te sturen met de elektromotor. Steven kiest voor een grote grijze Seeker Shad van Storm. In mijn speld hangt een stevige groengele HS shad met baarsprint op een 30 grams jigkop. We driften zo’n 15 meter uit de kant en werpen richting oever. Vlak onder de oever vis ik de shad hoog binnen. Er kan best een knappe snoek tussen de laatste restjes van de waterplanten staan. Halverwege het talud laat ik de shad de bodem weer op te zoeken. Op deze harde bodem is al menige dikke snoekbaars verleid tot een aanbeet.
De eerste stek bevissen we werpend
Steven zoekt nog naar een nieuwe hengel voor deze visserij. Daarom vertrouw ik hem mijn HS STI 40-60 gram toe, een snelle stok met een topactie. Steven merkt al snel dat de hengel met zijn 2,75 mtr lengte ideaal is voor het ver en precies werpen van middelzwaar kunstaas. Worp na worp belandt het rubber vlak voor de oeverbegroeiing. Op de plekken waar het talud wat flauwer is, grijp ik graag terug naar de kaal gekloven Toppie. Het gele jerkje schaatst verleidelijk vanaf de ondiepe oeverzone richting boot. Daar! Oh nee, het is een plantensliert die in mijn wartel bleef hangen. Zo hou ik mijzelf voor de gek. Goed voor een mini adrenalinestootje.
Bij Steven is het wel raak! Zijn hengel staat goed krom en de bonkende tegenstand duidt op een forse snoekbaars. Helaas weet de vis zich op professionele wijze van de haken te ontdoen. Jammer! Als we het ontmaagde rubber inspecteren, zijn de gaten van de grijptanden best indrukwekkend. De wind is ondertussen fors toegenomen. De benzinemotor komt er nu aan te pas. Ook is de rivier plotseling gaan stromen. Blijkbaar is er een sluis opengezet.
We vissen onze shads nu tegen de stroom in. Af en toe contact met de bodem. Onze bedoeling is snoekbaars. Door het grote aas, beperken we de vangkans, maar neemt de kans op een grote vis natuurlijk toe. Steven slaat zijn hengel krom! Drilt enthousiast zijn vangst richting oppervlak. Het blijkt echter een gezonken tak te zijn die in de stroming cirkelt. M’n maatje is teleurgesteld, maar kan er zelf ook wel de humor van in zien.
Een nieuwe drift. Nieuwe ronde, nieuwe kansen. Daar veert mijn hengel recht! De spanning er in één keer vanaf vind ik nog mooier dan een harde beuk. Bliksemsnel zet ik de haak. Ja, het is er één! Het bonkend gemopper en een diep blijvende vis. Typisch grove snoekbaars. Na een paar venijnige ontsnappingspogingen kan ik de vis bij de staartwortel pakken. Hebbes! Hoge zeventiger of lage tachtiger? Interesseert me eigenlijk niet zo veel. Na een plaatje mag de vis meteen terug in het vrij heldere water.
Gericht op grote snoekbaars
Zo plots als het begon te stromen, zo plots valt de stroming ook weer weg. Op een grote plas werpen we een mooie oever uit. De elektromotor weert zich kranig tegen de harde wind. Omdat ik toch vaak moet bijsturen, vis ik niet echt lekker. Na een half uurtje gaan we slepend verder. Op een plaats waar ik eigenlijk snoek verwacht, krijg ik weer met een stevige snoekbaars aan de stok. Tenminste dat denk ik dan. Of dit klopt, kom ik niet met zekerheid te weten, want de vis rolt eraf.
Dan wordt het stil. Lang stil. We besluiten een ander stuk rivier op te zoeken. In de verte is een zwarte linie vogels op het water te zien. Eerst denken we aan een reusachtige school meerkoeten. Als we dichterbij komen, blijken het honderden aalscholvers. Zo veel heb ik er nog nooit bij elkaar gezien. Over de hele breedte van de rivier een sliert die zeker 5 a 6 vogels dik is. Nadat de eerste vogel opvliegt breekt er een paniekgolf uit. Ze gaan gezamenlijk de lucht in. Het zijn er zo veel, dat er een grote stankwolk hangt. Zoiets als de pinguïns in de dierentuin, maar dan veel erger.
Het begin van een stinkende paniekgolf
We vinden een stuk in de luwte en gaan opnieuw werpend aan de slag. Hier en daar staan nog waterplanten. Met onze shads en jerkbaits kammen we het hele gebied secuur uit. Net als we willen verkassen komt er een snoekje aanstormen en attaqueert een meter voor de boot vol overgave mijn Toppie. Prachtig om te zien! De deugniet gaan wild tekeer en weet zich in zijn enthousiasme vakkundig te lossen. Prima zo! Niet veel later weer actie. Een snoek draait onder mijn Toppie door, zonder in de aanval te gaan.
Het laatste half uurtje bevissen we een steil talud op een grote plas. We doen dat slepend. Beiden met een Jointed Shadrap. Steven weet een rivierkreeft te vangen. Het donkere beestje weigert het stevige scharnier open te doen en het kunstaas los te laten. Pas als de kreeft opnieuw in de gelegenheid wordt gesteld het water in te duiken, ontspant ze haar scharen. Plons, weg is ze. Op de plas zien we geen enkel teken van leven. We vinden het eigenlijk ook welletjes zo. Een grote kolonie meeuwen dobbert op het water. Blijven dicht bij elkaar voor de nacht.
Steven met zijn aparte vangst
Één vis (en een kreeft) met twee man, is niet wild. Toch is de dag weer om gevlogen en verheug ik me alweer op de visdag volgende week. Die is met Johan Caneel. Voordat het zover is, gaan we natuurlijk eerst nog even voor de Waterschapsverkiezingen stemmen op Water Natuurlijk.
U toch ook?