Rivier in het vizier 104
Door Yvo Bindels
5 september 2008
Hans staat al op de uitkijk als Wiel en ik hem op halen. Zijn foedraal met hengels verdwijnt in de skibox. De kunstaasdozen en tassen met kleding passen nog maar net in de propvolle auto. We gaan een weekje op visvakantie in eigen land. Na het aankoppelen van de polyesterboot van Hans kunnen we vertrekken.
De reis verloopt voorspoedig. De files zijn wonderbaarlijk alleen aan de andere kant van de snelweg. Hoe noordelijker we rijden, des te meer water we tegen komen. Op een gegeven moment zijn we zowat omsingelt door water. Sloten, plassen en kanalen. We zijn op onze bestemming! In het vissersdorp lijkt iedereen wel een bootje in bezit te hebben. Overal waar maar oever of kade is ligt een stalen schuit, speedboot of plezierjacht.
Na het traileren van onze visboot en het uitpakken van de spullen, zoeken we de supermarkt op. Eerst even wat inkopen doen voor de komende dagen. Omdat het miezert en al laat in de middag is als we terug zijn, besluiten we niet met de boot te gaan vissen, maar achter het huisje met de matchhengel aan de slag te gaan. Het troebele water is er anderhalve meter diep en er is er weinig wind. Een dobber van één gram wordt op de 12/00mm nylon lijn geschoven. Drie loodhagels en haakje 18. Bolletje voer op de stek, een enkele made eraan en vissen maar.
Volop witvis
Het blijkt er te wemelen van de witvis. Bijna elke inworp levert een vis op. Dikke voorns en gretige kolblei vormen de hoofdmoot. Bronzen brasems, fraaie windes en een enkele ruisvoorn zorgen voor de afwisseling. Regelmatig gooi ik wat kleine voermaden op de plek om de vis actief te houden. Een mini schele pos van 6 cm heeft de made van Wiel weten binnen te zuigen. “Jouw made heeft een vis opgegeten”, krijgt hij te horen. In twee uurtjes staan er 65 vissen op het tellertje en houden we het voor gezien.
De morgen erna waait het hard. Als ik ’s ochtends het donkerbruine gordijn aan de kant schuif, blijkt de weerman van de vorige avond gelijk te hebben. Harde wind en opnieuw regen. Uitgebreid ontbijt en alle tijd om de roofvishengels alvast eens op te tuigen. Als het weer wat rustiger wordt besluiten we de kant te snoeken. Bewapend met regenkleding, spinhengels en wat kunstaas zoeken we de polder op. We besluiten onderweg dat degene die de eerste snoek vangt de vaatwas vanavond voor z’n rekening neemt.
In het drassige weiland lopen enkele grote zwart witte vogels met lange rode snavel. Inderdaad, ooievaars. Omringt door kieviten scharrelen ze hun kostje bij elkaar. Een fraai polderplaatje. Wiel zet de auto even een stuk in de achteruit zodat ik wat foto’s maken kan. Poldersloten zien we in overvloed, maar voor begaanbare oevers is het even zoeken. Terwijl ik m’n laarzen in het natte gras zet, denk ik na over de kunstaaskeuze. Het water is door de regen nogal wat troebel. Een Big-s van Shakespeare of de bekende Rapala jointed 13. Het wordt die laatste in firetiger-kleur. Op de eerste inworp slaat een snoek vanonder wat drijfvuil direct toe. Een beste vis mist de plug. Helaas komt er geen herkansing meer. Ook Wiel heeft al snel een volger op een spinner.
Polderplaatje
Zo gaan we even door en missen en lossen nog enkele vissen. Er blijft gewoon geen vis hangen. Sterk stuk. “Volgens mij wil er niemand die vaatwas doen!” Uiteindelijk is het dan toch raak en vangt Wiel de eerste snoek van de dag op een klassieke Mepps spinner. Als ik even met een Toppie aan de slag ga, hoor ik een plons en zie ik een kolk onder de oever. Mijn Toppie is echter nog in het midden van de sloot. Nu zie ik wat er aan de hand is. Ik kijk boven op een donkere grote rug van een snoek die richting m’n gele Toppie zwemt. Zeker een negentiger! En dat op dit kleine slootje! Gespannen tik ik de Toppie verder. De snoek volgt heel rustig. Ik laat de jerkbait even stilhangen. Merk dat m’n handen er van trillen. De Toppie en snoek zijn ondertussen vlak voor m’n voeten. Dan geeft de snoek een forse roei met haar staart en schiet weg. Jammer!
’s Avonds maken we de laatste uurtjes weer vol met de matchhengel. De volgende morgen is het gelukkig droog, maar het waait nog hard. Na een stevig ontbijt met spek en ei, wordt de polyesterboot volgeladen met roofvisgerei. We besluiten een kilometers lange rietkraag die aan de windkant ligt ondiep te bevissen. Er staan nog enkele plompenresten, die een mooie hinderlaag kunnen zijn voor een snoek die op de loer ligt. Al na vijf minuten is het raak. Hans zijn Supershadrap is in het propellorwater gegrepen. Een mooi gekleurde snoek wordt buiten de boot onthaakt.
De Supershadrap blijft een vanger
Niet veel later mag ik een fraaie tachtiger op een bulldawg noteren. Ook Wiel is succesvol en vangt twee snoeken achter elkaar met een felgele HS shad op vijftien grams. De snoeken blijken goed los op het ondiepe water. Tussen een halve en anderhalve meter water vangen we nog enkele fraai getekende vissen. Dan slaat het weer om en lijkt er storm op komst. Een donkere lucht komt in rap tempo onze kant op. Mooi op tijd kunnen we de boot achter het huisje aanmeren. ’s Avonds vieren we het succes in de kleine gezellige dorpskroeg.
Ook de shad scoorde goed
Mooi getekende vis van 1 meter water
Wordt vervolgd!