Rivier in het vizier 10
door Yvo Bindels
24 oktober 2006
Het Zuid-Hollandse polderdorpje straalt veel rust uit. In het dorpscafé worden we vriendelijk ontvangen. De vergunningen liggen er al klaar. Onder het genot van een kop koffie lezen we even het reglement. Drie daagjes door de polder struinen. We hebben er zin in.
Dit type water is geheel vreemd voor ons. Geen idee waar te beginnen. De weilanden mogen we helaas niet in. Als gastvissers respecteren we uiteraard de regels van de vereniging. De Mepps Aglia nr 5 heb ik als tip meegekregen. In vier hengelsportzaken niet voorradig. De felgekleurde Spro impulse spinners van 12 gram moeten het gaan doen. Het langwerpige blad maakt ook z’n rondjes bij een traag tempo.
Een regenboog siert de vochtige lucht. Terwijl Sando met de spinner doorvist, schakel ik na een uurtje over op een toppie. De HS titan 2.00mtr hengel doet de jerkbait perfect uitslaan. Heerlijke hengel. Licht, strak en genoeg body om de jerkbait te werpen en de haak te zetten. Ik mis alleen het verkasoogje onder op de blank. We struinen licht bepakt rond. Beiden een hengel en een schoudertasje. Schepnet hebben we bij deze oevers niet nodig.
De poldersloot is kraakhelder en niet diep. Op veel plekken is de bodem zichtbaar. Twee uur en enkele honderden meters verder, wordt de sloot iets dieper. De oever lijkt een beetje hol. Overhangend gras en aangedreven vuil vormen een perfect afdakje voor een loerende rover. Lijkt me werk voor het geelgroene bulldawgje. Het zachte immitatierubber zit op een 9 grams loodkop. Een dregje maat 4 heb ik middels een splitring en klein tonwartje aan de enkele haak bevestigd. Twee stukjes stroef elastiek op de enkele haak zorgen dat de tonwartel er niet van af schuift.
lekker struinen
Ik vis het rubber strak langs de oever. Hoog in het water. De staartactie ziet er prima uit. Voor m’n voeten schiet er een snoek op. Vol eroverheen. Het spits is ervan. De eerste poldersnoek mag snel terug in haar element. Enkele meters verder gooi ik het bulldawgje te strak in de kant. Beter gezegd op de kant. Sando loopt toevallig langs en wil het kunstaas losmaken. Maar ik tik het al met de hengel het water in. Meteen een kolk eroverheen. “Woow, wat een aanval!”, roept m’n maat die er met z’n snoet boven op stond.
Waarschijnlijk is de plons aangezien voor een kikker, die het water insprong. Dregje zit perfect in het scharnier. Donker gekleurde vis met een stevig litteken voor haar staart. Reanimeren is er niet bij. Zodra ze het water voelt schiet ze weg. De vissen gaan flink tekeer tijdens de dril, maar blijven daarbij vrijwel op dezelfde plek. Niet vergelijkbaar met de rivier. Helaas heeft maar een klein stukje van de sloot een diepere oever.
Als ik de bulldawg traag, maar niet te diep wil vissen moet de hengeltop omhoog. Weer een kolk! De snoek schudt zich meteen van los het kunstaas. Het imitatierubber is al helemaal aan flarden. Als ik de bulldawg ondersteboven wil monteren, zie ik dat een stuk staart weg is. Actie is er helemaal uit.
Verweer onder de top
We zoeken een andere sloot op. De stevige wind hebben we nu in de rug. Het werpen gaat veel makkelijker. Dan is Sando aan de beurt. Zijn spinner wordt in korte tijd door drie snoeken gegrepen maar alle vissen gaan los tijdens de dril. Eerst wordt de dreg grondig geïnspecteerd. Weerhaakloos haakt veel makkelijker, maar de kans op lossen is ook iets groter. Toch ligt de oorzaak ergens anders. Het grote blad van de spinner trekt redelijk zwaar aan de hengel. De spinhengel van Sando is vrij licht en parabolisch. Ik vermoed dat de haak hierdoor niet goed gezet kan worden.
Als we terug richting het dorp lopen vinden we tussen de huizen nog een mooi schooltje baars. Deinzen niet terug van maatje 5. We hadden niet verwacht zulke mooie baarzen hier aan te treffen. Ik hang er toch even maatje 3 op. Negen vissen komen in korte tijd even op het droge. Zelfs een voorn pakt de spinner. Leuke afwisseling in de schemering.
In het pension staat er koffie voor ons klaar. We worden vriendelijk ontvangen door de boerendochters Iris en Blossom. Moe van de reis en het struinen door de polder zoeken we op tijd onze bedden op. De nacht verloopt onrustig. Er is een muggeninvasie. Door de donkere houten wanden in de kamer, blijven ze vrijwel onzichtbaar. ’s Ochtends ga ik direct op jacht. We zitten al onder de bulten. Alleen wijfjesmuggen steken. De kleur die ze achterlaten als ze de onderkant van m’n slipper gezien hebben spreekt boekdelen.
De stekken waar we gisteren veel activiteit hadden, liggen helemaal dicht met kroost. De windrichting is 180 graden gedraaid. In het dorpje is een kleine sloot. Niet diep en niet breed, maar de kleine visjes die her en der uit het water springen geven hoop. Als snel vangen we beiden een baars aan een spinner. Sando belt z’n vriendin even op. “Gisteren twee snoeken, negen baarzen, een voorn en 5 muggen”, hoor ik ‘m tussendoor zeggen.
We moeten goed zoeken om toegankelijke plekken te vinden zonder kroost. Naast afgelegen veldweggetjes vinden we eindelijk een stukje bevisbaar water. Hoopvol gooien we de kantjes, bruggetjes en splitsingen af. Geen teken van leven hier. Hoewel, er komt uit de verte een grote herdershond op me afgestormen. Geen baasje te bekennen. “Rustig maar”, zeg ik, terwijl ik niet weet of ik dat tegen de hond of mezelf moet zeggen. Voor me begint het brave beest te kwispelen. Snuffelt even en gaat er weer vandoor. Een stukje verder zie ik m’n maat lachen. “Had je je verschrokken?”, vraagt hij met een glimlach op z’n gezicht.
Een prima vanger
Dan komen we bij een brede vaart uit. We gooien de vaart waaiervormig uit. Eerst een worp links en rechts strak langs de oever. We laten onze waaiers op elkaar aansluiten. Zo dekken we ongeveer het hele water af, zonder te lang op eenzelfde stek te blijven hangen. De veengrond geeft de trillingen goed door aan de vissen die vlak onder de kant liggen. We lopen dan ook met een boogje naar de volgende plek.
Sando krijgt een volger op de spinner. De worp erna pakt de vis de spinner wel vol overtuiging. Sando kan met de hardere hengel de haak nu wel goed zetten. Prima vissen om met de nekgreep uit het water te tillen. Schepnetten geven alleen maar narigheid. Binnen een uur nog twee vissen voor m’n maat. Ik experimenteer met allerlei kunstaas, maar moet het met slechts een volger doen. Ik kan niet begrijpen dat geen enkele vis reageert op jerkbaitjes.
De volgende morgen nemen we afscheid van de vriendelijke gastvrouw. De boerendochters willen een knuffel. Langs de waterkant ziet het er goed uit. De kroost is door de hard wind zeer geconcentreerd gaan liggen. We kunnen we vrijwel overal vissen. Golfslag op dit soort watertjes lijkt me niet verkeerd. Een grote vis volgt m’n Big-S plug tot aan m’n voeten. Allerlei kunstaas zet ik in, maar de dame houdt haar kaken gesloten. Niet veel later vangen we de eerste vissen op de spinners. De vissen liggen opvallend dicht bij elkaar. De meeste snoeken zijn tussen de 55 en 70cm lang. Een enkele tachtiger ertussen.
De boerendochters Iris en Blossom
Weer een mooie vis op Sando’s firetiger spinner. Hij blijft er maar mee vangen. Mooie sprongen vlak voor de oever. Met de lange onthaaktang tikt hij de haak uit de bek. De vis maakt zich uit de vinnen. Dan blijft het een tijdje rustig. Nog anderhalf visuur voor de boeg. We zoeken de succesvolle stek van de ochtend op. Toen werden onze spinners hier nog vol overgave gepakt, maar nu is er geen enkele actie.
In de schemering ruimen we onze spullen op. Heerlijk uitgewaaid verlaten we het Zuid-Hollandse polderdorpje.