Spodden: Succesvolle kruisbestuiving (deel 2)
Door Mark Noorman
Aminozuren
Vis in blik is ook een supertoevoeging aan mijn spodmix, de vis is er verzot op. Tonijn en sardine zijn favoriet en de olie kan gewoon mee in de mix! Deze olie trekt in de pellets en komt in het water weer vrij, om naar het oppervlak te stijgen. De olie neemt ook de andere lokstoffen mee en trekt zo een geurspoor door de hele waterkolom, iets waar karpervissers graag en effectief gebruik van maken. Vertoeft de vis in hogere waterlagen, dan kunnen ze hiermee soms toch worden verleid om een snack op de bodem op te pikken.
Het slotingrediënt van mijn mix is Mainline Meta-Mino. Karpers zijn dol op aminozuren en witvissen verschillen daarin zeker niet. Voeg daarom gerust vloeistoffen uit de visproductie zoals aminol en salminol, leverextracten of andere producten met ‘mino’ in hun naam, aan je voertje toe. Het grote voordeel van deze natuurlijke producten is dat ze, in tegenstelling tot flavours die sterk geconcentreerd zijn en een kunstmatig oplosmiddel hebben, niet kunnen worden overgedoseerd. Doorgieten dus!
Het mag inmiddels duidelijk zijn dat een dergelijke voersamenstelling behoorlijk afwijkt van de gebruikelijke mix voor het feederen. Ze verschilt zowel qua geur en smaak, als qua werking onder water. De halfzacht geworden pellets en het eventueel extra toegevoegd grondvoertje, zorgen voor genoeg binding om het stevig in een korfje te kunnen drukken.
De voor witvis aangepaste spodmix is compleet anders dan een standaard feedervoertje.
Altijd peilen
Voor aanvang van de wedstrijd mag traditioneel de stek worden uitgepeild. Nu doet iedereen dat uitgebreid en secuur als er met de vaste stok wordt gevist. Maar vissend op afstand, als de match of feeder wordt gebruikt, neemt niet iedere visser de moeite de stek grondig uit te peilen. Veel karpervissers hebben zich de goede gewoonte eigengemaakt een nieuw water voor het vissen met de peilhengel te verkennen.
Met een goed zichtbare peildobber met een flink drijfvermogen aan het eind van de hoofdlijn en een wartellood schuivend over de hoofdlijn, kun je een stek nauwkeurig uitpeilen. Na het inwerpen trek je de dobber strak tegen het lood, waarna je steeds een halve meter lijn van de slip trekt.
De dobber zal vanwege het schuivende lood ook steeds een halve meter richting wateroppervlak stijgen. Door deze handelingen te tellen kun je de diepte nauwkeurig vaststellen. Vervolgens draai je de montage een stukje binnen en herhaal je het principe om te kijken of de diepte dichterbij anders is.
Het binnendraaien is minstens zo belangrijk als het eigenlijke peilen. Omdat je gevlochten lijn op je molen hebt, kun je de structuur van de bodem goed voelen. Als je het lood zijwaarts naar je toe haalt, transporteert de rekloze lijn alle trillingen perfect naar de hengeltop. Gaat het slepen gemakkelijk, dan bestaat de bodem waarschijnlijk uit hard en schoon zand of klei. Gaat het moeizamer, dan glijdt het lood waarschijnlijk over slib of bladeren.
Daarvan blijft waarschijnlijk iets aan het lood hangen als het volledig is binnengedraaid. Trek je het lood op of juist van een talud, dan komt het plots respectievelijk moeizamer of gemakkelijker mee. Harde tikken zijn het teken dat je waarschijnlijk een mosselbank hebt gevonden.
Door een aantal worpen met de peilhengel te maken krijg je een goed beeld van de situatie onder water, ook op grotere afstand. Heb je een plekje gevonden waar je besluit te gaan vissen, dan fungeert de peildobber als initieel mikpunt voor de hengel waarmee je vist, de spodhengel waarmee je voert, of de katapult waarmee je voerballen naar de plek schiet.
De voerplek
Onder feedervissers is het een goed gebruik om bij aanvang van de wedstrijd snel diversere korven op de stek te werpen en met enkele rukken te legen. Mogelijk is ook voor hen de spod een interessant voerhulpmiddel. Ze zijn er immers ook in grote maten waarmee je snel flinke hoeveelheden voer op de plek kunt brengen, bijvoorbeeld als zich een grote school hongerige brasems op de stek bevindt.
De voerplek wordt aangemaakt.
De spod geeft je de mogelijkheid om snel veel voer te brengen, terwijl de feederhengel gewoon doorvist. Sommige spods hebben bovendien een voering die de gaatjes afdicht, zodat je zelfs het kleinste aas, zoals maden, casters of hennep, zonder extra grondvoer over grote afstand kunt transporteren. De voering zorgt ervoor dat het aas tijdens de worp niet uit de spod valt.
De grotere spods moeten vanwege hun gewicht aan een echte spodhengel worden geworpen, met een testcurve van rond de 4 tot 5,5 lbs. Een klein model spod kan daarentegen heel goed aan een normale karperhengel met een testcurve van 2,5 tot 3 lbs. worden ingeworpen.
Het werkt!
Resultaat
In het kader van een sportdag heb ik inmiddels twee wedstrijden met de spod gevist. Beide vielen goed uit. De eerste won ik en het jaar erop werd ik tweede, in een veld met fanatieke wedstrijdvissers die het bewuste water goed kennen. Bovendien ben ik ook nog eens minder behendig met het werpen van een feeder. Ik ben immers heel ander materiaal gewend.
Mooie dikkerds!
Ook het onthaken en opnieuw beazen gaat bij mij stukken trager dan bij ervaren wedstrijdvissers. Ik bezit het goede ritme simpelweg niet. Mijn resultaten schrijf ik dan ook volledig toe aan de afwijkende aanpak. Ik viste immers met voor witvissers ongebruikelijke, maar voor de witvissen zeer aantrekkelijke voeringrediënten, aangevuld met nuttige technieken en materialen uit de karpervisserij.
Ook tijdens wedstrijden succesvol…
Concluderend kan ik iedereen aanraden eens wat vaker een kijkje te nemen bij andere specialismen en er je voordeel mee te doen.
Mark Noorman
Eerder verschenen: deel 1.
Bovenstaande bijdrage is één van de weer zeer lezenswaardige artikelen die zijn terug te vinden in het medio oktober 2010 verschijnende nieuwe nummer van Witvis Totaal. Deze uitgave no 52. is voor € 6,60 te koop in de beter gespecialiseerde hengelsportzaak, boekhandel en kiosk.
Voor meer informatie over o.a. een zeer aantrekkelijke abonnementsaanbieding op dit specialistische magazine zie www.hengelsporthuis.com