Praktijktips van Jan van Schendel (14)
31 Kraaienpoot
De voor mij beste manier om een vislijn op een elastiekmontage te zetten is door de lijn achter een zogenaamde kraaienpoot te haken.
Dat is een afgeknipte lus in de elastiek waardoor je 3 kleine uitstekende stukjes over houdt. De lijn bevestig je door eerst een grote lus te maken in de te gebruiken vislijn en op die grote lus nog eens een klein knoopje.
Als je daarna het stukje nylon net onder de grote lus door die lus heen trekt en daarna het geheel over de elastiekknoop (kraaienpoot) schuift en aantrekt dan zet je de lijn onherroepelijk vast achter de kraaienpoot.
Hoe je de lijn weer los trekt? Door simpelweg aan het kleine lusje te trekken waardoor de lijn weer los komt van de elastiek. Zo simpel en zo goed. Wel gebruik ik altijd een rubber kraaltje dat ik op het elastiek trek en dat je weer achter de vislijnknoop schuift. Het kraaltje voorkomt dat de hengeltop vol water loopt wanneer die onder water gehouden wordt.
32 Feedervissen
Feedervissen is iets dat ik altijd graag heb gedaan. Nooit echter heb ik er op de een of andere manier dezelfde passie voor gehad als voor het dobbervissen. Vreemd eigenlijk.
Het is gewoon een feit dat het feedervissen bij veel omstandigheden (wanneer toegestaan) gewoon met afstaand de beste vismethode is tijdens veel van de viswedstrijden waaraan ik mee deed. Dat besefte ik al snel en de reden is ook simpel. Altijd een stille aasaanbieding pal tegen de bodem en altijd wat voer vlakbij de haak. Bovendien is het ook een ideale manier om een visplek ‘op te bouwen’.
Hoe meer vis er op de stek komt en hoe meer je vangt, hoe vaker je ook weer opnieuw voer op de stek kunt brengen. Toen ik de beginjaren van het feedervissen meemaakte was het voor mij maar moeilijk te begrijpen hoe je met zo weinig voer en aas zoveel vis kon vangen. Het feedervissen vereiste gewoon een totaal andere denkwijze.
In ons land heb je tegenwoordig relatief veel feedervissers en relatief weinig specifieke dobbervissers die eigenlijk alleen hun eigen specialiteit beoefenen en vaak zelfs niet eens veel willen weten over elkaars vismanieren. Een vaak gehoord commentaar is dat ‘je gewoon niet alles goed kan doen’. Tja.
Geloof me wanneer ik zeg dat een dobbervisser ongelooflijk veel kan leren van het feedervissen en precies hetzelfde geldt ook andersom. Hoe meer allround viskennis des te beter het is en hoe meer bagage je hebt als visser. Eerder in dit boek omschreef ik het verhaal over de lijnzwemmers op Lake Garradice in Ierland. Een van de belangrijkste lessen over gedragingen van vissen die ik ooit leerde en hoe had ik dat ooit zonder het feedervissen kunnen leren?
Je ziet inmiddels dat het feedervissen ook in andere landen steeds meer populair wordt. Logisch ook. Een meer simpele en doeltreffende vismanier bestaat niet. Echte topvissers zullen altijd geïnteresseerd zijn in iedere vismanier en die manieren ook beheersen.
Het beste voorbeeld is Alan Scotthorne. Het is misschien niet zo algemeen bekend, maar een van zijn grootste specialiteiten is het feedervissen.
Kijk ook eens naar de uitslagen van de Feeder WK’s van de laatste jaren. Heel vaak staan absolute dobbervistoppers uit verschillende Europese landen heel hoog in de uitslag of zelfs helemaal bovenaan. En dat gaat nog veel vaker gebeuren.