Praktijktips van Jan van Schendel (10)
23 Cuppen
Het cuppen is de laatste decennia een van de grootste evoluties geweest in de witvisserij en de wedstrijdvisserij in het bijzonder.
Voercups werden voor het eerst gebruikt tijdens het Europees Kampioenschap in 2003 dat toen in ons eigen Nederlandse Vries werd gehouden.
De beste ontwikkelingen zijn bijna altijd verbazingwekkend simpel en zo was het ook bij deze nieuwigheid. Iedereen kon meteen de enorme voordelen zien en begrijpen. Ieder voerbolletje zou nu exact op de juiste visplaats komen te liggen, met andere woorden tot op de centimeter nauwkeurig, daar waar je dat wilt.
Vanaf dat moment zijn er allerlei compleet nieuwe voerstrategieën bedacht die een ware revolutie hebben teweeggebracht in de wedstrijdvisserij. Heel weinig aas en voer, maar wel precies geconcentreerd, daar waar je vist.
Eerst een groot grond- of voertapijt met relatief weinig of zelfs geen voedingswaarde aanleggen (vaak door met de hand te werpen) waarop dan centraal en precies daar waar je vist enkele gecupte bolletjes met daarin vrijwel al het aas… ik noem hier zo maar snel enkele voorbeelden.
Hoe je het ook wendt of keert, voercups zijn niet meer weg te denken uit de moderne witvisserij en al helemaal niet meer uit de wedstrijdvisserij. Ik kan iedere witvisser dan ook adviseren om er een aan te schaffen.
24 Drijvende maden
Wat je daarvoor nodig hebt zijn maden die zo vers mogelijk zijn. Je herkent die versheid altijd aan het maagje dat je duidelijk in de made ziet zitten (het stipje). Hoe verser de made, hoe gemakkelijker het is om ze te laten drijven.
Je moet wel een madenbakdeksel opofferen om de maden het ontsnappen tijdens het vissen onmogelijk te maken. Je knipt ongeveer de binnenste helft van het deksel eruit. Wanneer je nu de doos sluit kun je met je handen bij de maden komen, zij kunnen echter nooit ontsnappen uit de bak.
Verder is het zaak om de bak zo horizontaal mogelijk weg te zetten met daarin een handvol maden (voldoende haakaas voor de vissessie) en net zoveel water dat de maden half in het water en half erboven kruipen.
De maden drinken van het water en nemen tegelijkertijd iets op aan lucht. Je herkent dat heel simpel doordat het maagje groter en beter zichtbaar wordt. Binnen 15 tot 20 minuten drijven ze allemaal. Gooi simpelweg enkele maden op het wateroppervlak en je ziet wanneer ze klaar zijn voor gebruik. Superhandig wanneer de vissen boven de bodem azen en als een langzaam zakkend haakaas noodzakelijk is en ook -misschien wel het belangrijkst- wanneer de bodem vuil is.