Door Berthil Bos
Het vissen op snoek kan je op vele verschillende manieren beoefenen. Van doodaas tot aan een streamer, gepresenteerd d.m.v. de vliegenlat en alles wat hier tussen zit. Ook de habitat van onze zoetwater wolf is zeer uitgebreid.
Grote meren tot veenplasjes, van kanalen tot rivieren en ook de kleinste slootjes zijn een goede verblijfplaats voor onze groene vriend. Zelfs het brakke water deert deze rover niet als je bijvoorbeeld kijkt naar de Oostzee. Omdat de snoek in bijna alle wateren voorkomt, is hij ook zeer geliefd als sportvis.
prachtige snoeken uit Noorwegen, maar…
Zelf heb ik vriend Esox op allerlei manieren bevist en op vele verschillende soorten wateren. In het mooie Zweden, Noorwegen tussen de prachtige Fjorden en niet te vergeten het o zo groene Ierland met zijn enorm sterke snoeken. Ook in ons eigen, soms onderschatte, landje zijn er vele meren, rivieren en kanalen regelmatig bezocht en bevist. Alles heeft zo zijn eigen charme en wat zijn wij toch bevoorrecht om hier te mogen en kunnen vissen.
Grootwater heeft zijn charme, maar…
Een plek die uniek is in de wereld en stiekem door mij als favoriete visomgeving geldt, is de oer Hollandse polder. Nu de herfst begonnen is, begint bij mij het bloed weer te kriebelen. Wat is nu de reden waarom en niet alleen bij mij, deze omgeving zo populair is. Voor mij geldt de eenvoud van het vissen in de polder als een groot pluspunt. Niets geen boot die van tevoren in gereedheid gebracht moet worden en d.m.v. een trailer naar het water vervoerd dient te worden. Hier gaan dan vaak grote hoeveelheden kunstaas mee, aangezien er toch voldoende ruimte is. In de polder is de benenwagen je beste vriend en loop je van water naar water. Hierdoor is een grote hoeveelheid kunstaas alleen maar lastig en bovendien zal gaandeweg blijken niet nodig. Een tasje met een aantal fopbeestjes, wat onderlijntjes, een tang om te onthaken en te knippen indien nodig. Natuurlijk vergeten we de hengel niet en dit alles staat garant voor een fantastische visdag. Ook voor een aantal uurtjes, die je over hebt na een werkdag, is deze unieke omgeving geschapen.
Die unieke Hollandse polder heeft iets extra’s voor mij.
In deze reeks artikelen ga ik jullie mijn manier van aanpak bespreken, die in de basis heel eenvoudig is.
Materiaal:
Laten we eens de gebruiksvoorwerpen onder de loep nemen, waar je niet zonder kan bij het snoekvissen in de polder. Het kunstaas komt later aan bod, want eerst moet een basis gelegd worden om snoekvissen in de polder goed en doordacht te doen.
De hengel:
Ga opzoek naar een hengel die diverse soorten kunstaas aankan.
Ondanks dat ik niet veel kunstaas kan en wil meenemen, zoek ik het wel in de verscheidenheid. Ik neem dus een hengel mee die diverse kunstaassoorten aan kan. Dit kan variëren van een lichte werpstreamer tot aan stuk zwaardere Jerk of Swimmbait. Hierdoor moet een hengel goed overweg kunnen met diverse werpgewichten en niet te vergeten vistechnieken. Een variabel werpgewicht van 20 tot 60 of 30 tot 80 gram is prima en dan het liefst met een snelle actie (Fast of X Fast). Het ideale gewicht voor een dergelijke stok licht rond de 40 á 50 gram, maar door zijn actie mag je hem wel iets onder of overbelasten. Je hebt toch niets aan die extreem lange worpen, dus kan je hiermee al het kunstaas, licht en wat zwaarder, zeer goed presenteren. Mijn persoonlijke voorkeur voor het vissen in de polder, is dat ik graag met iets groter kunstaas vis. Dit doe ik omdat in de meeste polderwateren de dressuur of beter gezegd conditionering hoogtij viert.
Aangezien er veel met het kleinere kunstaas wordt gevist, probeer ik dit met een iets groter formaat fopbeestje te omzeilen. Begrijp mij goed, een ultra licht hengeltje met een dito kunstaasje vangt zeker wel en is een fantastische sport, maar ik kies voor deze aanpak. De hengel is dus aangepast aan het kunstaas en niet aan het formaat snoek en het water waarin hij of zij vertoeft. Door het vermogen van de hengel durf ik ook wat meer risico te nemen tijdens het presenteren. Denk alleen meer aan de duikers en lage bruggen waarin en onder je leuke avonturen kan beleven. Met wat meer hengel vermogen en bijpassende vislijn hoef je niet bang te zijn dat je dynemalijn kapot schuurt aan de houten palen of betonnen wanden, omdat jij de baas tijdens de dril bent. Vistechnisch heeft een wat langere hengel zo zijn voordelen. Om de kunstwerkjes goed te kunnen sturen en vooral in de winter niet te dichtbij de kanten te laten lopen, is een lengte van 240 cm. wel het minste en ga ik persoonlijk voor een tikkeltje meer. Pas er wel voor op dat de actie van de hengel “Fast” blijft, want vaak levert de hengel snelheid in bij een wat hogere lengte. Een voordeel van wat meer lengte is ook dat je vaak het wat lichter kunstaas makkelijker weg kan zetten.
Zonder een behoorlijke hengellengte is het hier moeilijk vissen.
Ook bij het vissen vanaf een hoge kant van een sloot, wat je vaak in kleipolders tegenkomt, is een wat langere hengel in je voordeel. Je kan nu toch de hengeltop dichtbij de wateroppervlakte houden, wat bij sommige aasjes een must is. Nog niet zo eens langgeleden was het de gewoonste zaak om het riet langs de waterkanten weg te snijden, maar onderhoud is kostbaar. Ook op deze plekken is een langere hengelvriend een uitkomst.
Werpmolen en/of reel:
Molen of reel blijft persoonlijk, al heeft de druppelreel bij mij een streepje voor.
Ook hier is de persoonlijk voorkeur die vaak de doorslag geeft. Toch hebben beiden zo hun vis technische voordelen. Bij zeer licht kunstaas is een lichte werpmolen met een perfecte slip een hele goede keuze. De vislijn heeft geen weerstand als hij van de molenspoel wordt afgetrokken. Bij de reel heb je weer het voordeel dat onderhandse worpen makkelijker en secuurder gedaan kunnen worden. Een zogenaamde druppelreel zal voor dit werk een perfecte compagnon zijn. Persoonlijk heb ik een voorkeur voor de reel, omdat deze met één hand te bedienen is en ik hiermee sneller kan reageren en vissen. Met de duim kan je d.m.v. een druk op de knop de lijn vrijgeven voor de worp en eventueel om de slip te ondersteunen. Ook bij veel wind blijft de lijn beter beheersbaar t.o.v. een molen met open spoel.
Dit is misschien wat kort door de bocht, aangezien ik mannen ken die de molen op een fantastische manier bedienen. Persoonlijke keuze dus. Zorg er wel voor dat je de grote en het gewicht van de reel afstemt op de hengel, waarbij een goede hengelsportwinkel of een ervaren roofvisser je kan helpen. Je loopt en werpt de gehele dag langs de waterkant en dan is een uitgebalanceerde combinatie iets dat je helpt bij een ontspannende visdag. Het moet natuurlijk niet op werken gaan lijken. Je zult ook gaan merken dat als alles goed op elkaar is afgesteld, je het kunstaas beter “voelt” lopen en aanbeten beter registreert.
De volgende aflevering gaat over nog een aantal noodzakelijke “must haves”.