Door Berthil Bos
Deel 8 ging al over een aantal hulpmiddelen die je kunnen helpen bij een dagje poldervissen. In dit deel volgen er nog een paar, omdat er vaak alleen over het kunstaas en hengel wordt nagedacht.
Mijn praktijkervaring heeft mij geleerd, dat als je succes wilt hebben bij het vis, alles moet kloppen en je lekker in je vel moet zitten en blijven. Laten we beginnen met het schoeisel wat je draagt in de polder. Je loopt, zonder het te realiseren, vele kilometers langs de oevers en dat ga je wel voelen aan je voeten, als de laarzen niet goed zitten. Ik heb het liefst lieslaarzen aan en dan met een neopreen binnen voering. Ik zal je uitleggen waarom.
Allereerst zijn deze laarzen zeer behulpzaam bij het landen van de vis. Vaak zijn de oevers, vooral in een kleipolder behoorlijk steil en hoog. Wil je een snoek landen dan moet je naar beneden en steun zoeken in het water. Je weet nooit precies hoe diep het er is en een 80 cm speling voorkomt natte voeten. Heb je eenmaal de snoek op het droge dan kan je zonder problemen op je knieën zitten, zonder hier nat of smerig te worden. Lieslaarzen schelen je ook een regenbroek, aangezien je met een wat langere jas geheel beschermd bent tegen de regen. Regent het niet dan krul je ze tot net onder de knie, wat zeer makkelijk gaat bij neopreen, en loopt het wat aangenamer. Bij koude wind heb ik ze ook altijd omhoog en voel ik mij zeer comfortabel. Zo zie je dat dit soort laarzen veel voordelen hebben t.o.v. de gewone laars. Een nadeel is dat jij vaak degene is die in een groepje de vissen moet landen. Is het toch niets voor jou, schaf dan zo hoog mogelijke laarzen aan, waardoor je toch nog wat kan beteken, bij het landen. Doordat ik wat last van mijn voeten had, heb ik een goede kwaliteit knielaarzen aangeschaft, om een goede pasvorm te hebben. Dit voldoet prima, alleen mis ik mijn lieslaarzen nog iedere keer, waardoor ik toch weer op zoek ga naar een paar.
Hier zijn goede pleisters op zijn plaats.
Als ik na een visdag thuiskom en mijn handen bekijk, zie ik vaak dat ik de eerste tijd weer allerlei opmerkingen zal krijgen. Ze zien eruit als rosbief met af en toe flinke sneeën. Dit gebeurt meestal bij het landen d.m.v. de kieuwgreep en soms bij het onthaken. Helemaal geen probleem, vooral als dit in de zomer gebeurt. Het heelt dan vrij snel en een aantal keer afvegen is al voldoende. In de winter als het koud is, dan stroomt het bloed wat sneller, met het gevolg dat de wondjes maar blijven bloeden. Door de kou voel je er niets van, maar op een gegeven moment zal het rode hengelhandvat wel op vallen. Ook je jas, broek en ander kledij komt eronder te zitten en dat is niet de bedoeling. Neem altijd, ook in de boot, wat verband en pleisters mee en wat jodium. Er zijn extra lange pleisters in de handel die je een aantal keren om de vingers kan wikkelen. Lekker gemakkelijk als je vinger niet droog zijn en het bloed komt er ook niet snel doorheen. Echt, het vissen met niet stoppende bloedingen is geen pretje en dat moet vissen toch altijd blijven. Op de video laat ik zien dat de verwondingen vooral bij wat kleinere snoek gebeurt. Deze rakkers zijn helemaal niet voorspelbaar in hun bewegingen en daarom los ik ze het liefst in het water.
Ga je nu een polder in die je nog niet zo goed kent, is het helemaal niet zo verkeerd om van tevoren een plan te maken. Met behulp van een topografische Atlas en natuurlijk Google maps, kan je al van tevoren goed uitziende plekken aanduiden. Dit scheelt tijd en dus vis. Je kan als je het wilt ook aantekeningen bijzetten, waar je voor later wat aan hebt. Je bent op deze manier zeer planmatig bezig en dat verdient zich vanzelf terug.
Gelukkig vissen we in de buitenlucht en hebben de uien geen negatieve bijwerking voor je vismaat.
De volgende tip is er één die altijd weer onderschat wordt. Vooral als de aanbeten uitblijven gaan we maar stug door, tot we erbij neervallen. Begrijpelijk want je wilt alle vistijd benutten en die ene bonus toch verzilveren. Toch heeft de praktijk bij mij bewezen dat een culinaire onderbreking, het geloof en dus je concentratie helemaal terug kan brengen. Met culinair bedoel ik natuurlijk niet uitgebreid met stinkende viskleding een restaurant naar binnen gaan, wat nu niet gaat, maar gewoon op zoek naar een patatje bij de cafetaria. Vaak samen met je vismaat(en) de boel evalueren en de bovenkamer leeg en je buikje vol stoppen. Vooral als het koud is zal je zien, dat de energie weer terugkomt en dat is gunstig voor het vangen. Laatst waren we bij een uitbater, die zelf ook viste en zowaar kregen we wat tips. Niet eigenwijs zijn en dat leverde ons nog een aantal mooie vis op.
Soms is het moeilijk maar doorzetten loont al is het alleen voor het uitzicht.
Het zal je verbazen als ik aangeef dat je altijd de gehele dag moet benutten. Ik heb al in de vorige afleveringen aangegeven dat er in de winter bijttijden bestaan en dat de meest gunstige tijd tussen 11 en 15.00 uur is. Toch is het nog altijd zo dat zolang je je kunstaas geen zwemles geeft, je absoluut geen vis vangt. Ik begin in deze tijd altijd wat later, zo rond 9.00 uur. Dit houd wel in dat ik vaak door vis tot het wat schemerig wordt. Vaak voel je dat het na 15.00 uur al wat kouder gaat worden, maar ik ben toch al in de polder. Het is wel frappant dat ik mij grootste vissen na 15.00 uur heb gevangen. Het enige wat ik kan bedenken is dat het iets donkerder word en zodoende de grotere vissen zich wat vrijer gaan bewegen en ik als visser ook niet zo opval. Ik vis dus zo lang mogelijk door en dat heeft mij regelmatig geen windeieren bezorgd.
Twee man de gehele dag 1 visje, vandaar er geen lachje af kon (grapje).
Tot zover mijn manier van poldervissen in de koudere periode. Gelukkig hebben al mijn opmerkingen, tips, tricks en weetjes zich bewezen in de praktijk en toch wil het niet zeggen de snoeken voor het oprapen liggen. Ook ik(wij) lopen tegen dagen aan, dat je echt moet vechten voor een visje. Afgelopen week ben ik nog met mijn vismaat en poldercrack Peter Nan de West Friese polder in geweest. We hebben die dag alle in onze ogen goede stekken bezocht en ook de juiste kunstaasjes zwemles gegeven. We hebben werkelijk alles uit de kast getrokken en uiteindelijk één klein bandietje weten te verschalken. Zo zie je maar weer, onze hobby het ‘’Vissen’’ en niet ’’Vangen’’.
Het mooiste moment tijdens het gidsen, de eerste maar zeker niet de laatste snoek voor deze vent.
Heb je nu trek gekregen om een keer mee te gaan polderen, ik gids zo af en toe en wil goedlachse hobbygenoten met raad en daad bijstaan om het poldervissen te ontdekken. Door de huidige omstandigheden gaat het hier om kleine aantallen van max. 3 personen, zodat je twee groepjes van twee hebt. Voor informatie mail even naar berthil.bos@totalfishing.nl
Succes.