Pluggenpraat met diepgang
Door Henk Rusman
Kunstaas wordt ingezet met een bepaald doel voor ogen. Om de vis op een bepaalde diepte te bereiken, tussen de waterplanten in de oppervlakte, strak tegen de bodem, of ergens tussen bodem en oppervlakte. Wie met een doel met kunstaas aan de slag gaat, zal altijd meer vangen dan iemand die onnadenkend zomaar een aasje aanknoopt, omdat het zo’n leuk kleurtje of rammeltje heeft. Bedenkt u daarom dat de diepte, de actie en de snelheid van een kunstaas een veel belangrijkere rol spelen dan de kleur of een rammeltje. De kleur gaat pas een rol spelen als de presentatie deugt.
Diepte
De maximale diepte waarin een plug loopt, wordt bepaald door verschillende factoren, te weten de lijndikte, de afmeting en de stand van de schoep, het volume van de plug en de manier waarop een bepaalde plug wordt binnengevist. Ik vind het daarom klinkklare onzin dat sommige fabrikanten een diepteaanduiding op hun pluggen aangeven. Iedere vislijn ondervindt in het water namelijk een zekere weerstand. Die weerstand wordt bepaald door de dikte van de lijn en hoe dikker een lijn is, des te meer weerstand hij ondervindt en des te ondieper een plug loopt. Door gebruik te maken van deze wetenschap kan een en dezelfde plug op verschillende diepten worden ingezet. Neemt u eens het oude model Grandma van zes inch. Met deze plug is het heel goed mogelijk om in combinatie met een 50-ponds dyneema lijn in ondiep polderwater te vissen. Met dezelfde plug zou het echter ook heel goed mogelijk zijn om met een dunne 15-ponds lijn in een dieper kanaal te trollen. Aan een dunne lijn haalt een Grandma namelijk gemakkelijk drie meter.
Natuurlijk zijn er wel grenzen. Een fragiele plug, zoals een Rapala Original van 11 centimeter loopt bijvoorbeeld voor geen meter aan een 80-ponds lijn. Bovendien valt die plug dan ook niet meer te werpen. En een knoepert van een plug als de grootste Nilsmaster wordt natuurlijk ook niet aan een 8-ponds lijntje gevist. Da’s vragen om problemen Voor veel pluggen, zoals de genoemde Grandma komt u uit op lijnen die liggen tussen 15 tot en met 50 pond. Bij de grotere pluggen is dat 40 tot 80 pond.
Nu zullen er best wel lieden zijn die zeggen dat die lijnen veel te dik zijn en dat vissen ermee bijna onmogelijk is, maar in de praktijk blijkt het allemaal best mee te vallen en kunt u door middel van de lijndikte de diepgang van uw plug beïnvloeden.
Zoals ik al liet doorschemeren, is de diepgang van de plug afhankelijk van de afmeting en stand van de schoep. Hoe groter de schoep en hoe rechter deze op het lichaam staat, des te dieper zal een plug duiken. Op de foto’s die dit artikel begeleiden vindt u twee keer een plug van het type Grandma. Beide pluggen zijn zo’n veertien centimeter lang. De ene heeft een korte schoep die redelijk haaks op het lichaam is gemonteerd, waardoor deze plug bijzonder geschikt is voor het ondiepe water. Op de ander foto (met 2 exemplaren) ziet u de nieuwe Grandma. Dat is een heel andere type plug dan de oude Grandma. Door de grote schoep die behoorlijk naar voren steekt, is veel meer diepte te bereiken. Deze plug heeft al gauw mimimaal drie meter water nodig om vrij van de bodem te blijven. En zou u beide pluggen aan de waterkant testen, dan zou u ook een groot verschil in actie zien. De plug met het kleinere schoepje heeft een luiere actie dan de plug met de grote schoep. In het algemeen is het zo dat ondiep lopende pluggen een luie, rollende actie hebben. Deze pluggen kantelen als het ware om hun lengte-as. Diepduikende pluggen rollen daarentegen veel minder om de as. De actie is korter, maar wel vinniger.
|
Trucje
Nu u iets meer aan de weet bent gekomen over de lijndikte, de schoep en het volume van een plug, kan het voorkomen dat een bepaalde plug toch een haartje te diep of te ondiep loopt voor uw favoriete watertje. Geen nood, want met een paar simpele ingrepen kunt u de diepte en de actie beïnvloeden.
Door het bevestigingsoogje van de plug voorzichtig met een puntbektang naar beneden te buigen, zal een plug minder diep duiken. De actie van de plug wordt daardoor ook iets langzamer en hij rolt verder door over zijn lengte-as. Om een plug meer diepgang te geven, buigt u het oog, u voelt hem al, naar boven. Nu loopt de plug iets dieper en de actie is korter en vinniger.
Bij deze truc is het wel zo dat u niet ongestraft kunt blijven buigen. Op een gegeven moment is de koek op en houdt u geen enkele actie meer over. Hetzelfde verhaal gaat op voor pluggen met een metalen schoep. Door de schoep naar beneden of juist naar boven te buigen, verandert u de diepgang en de actie van de plug. Om grotere effecten te krijgen, moet er worden overgegaan naar een meer rigoreuze aanpak. Om een plug behoorlijk wat ondieper te laten lopen, kunt u bijvoorbeeld met een ijzerzaagje een randje van de schoep afzagen. Uit ervaring weet ik dat dit bij grotere pluggen, zoals de Super Shad Rap, de Nilsmaster en de Grandma van negen inch prima werkt. Bedenk echter wel dat wat u er van afzaagt, er niet meer aan kan worden geplakt. Gaat u daarom voorzichtig te werk en zaagt u liever een paar keer totdat het gewenste resultaat is bereikt. Zo behandelde pluggen trekken minder hard aan de hengel en zijn daardoor ook prima te jerken.
Dieper
Soms kan het noodzakelijk zijn dat een plug iets dieper loopt. Door gewicht aan de plug toe te voegen in de vorm van zwaardere haken, splitringen en lood kunt u veel bereiken. Een voorstander van zwaardere haken ben ik niet, dus verzwaar ik mijn pluggen met dikkere splitringen en lood. Het liefst verzwaar ik mijn pluggen met zelfklevende loodstrips die ik gewoon aan de onderkant van de plug plak. Sommige pluggen, zoals de kleine Grandma en de Bomber Long A krijgen hierdoor een jerkbaitachtige actie. En natuurlijk dient u deze pluggen dan ook als een jerkbait te vissen.
Het volledige artikel kunt u lezen in het eerstvolgende nummer van Dé Roofvis dat vanaf volgende week te koop is bij uw hengelsportwinkelier of in de kiosk.
ADVERTENTIE
ANDEREN LAZEN OOK
