Hoe pionieren leidde tot succes op barbeel
Door Frans Vogels
Het afgelopen najaar concentreerde ik mij op de Waal en zocht daar een parcours met kribben op. Ik zoek dan bijvoorkeur een krib op in het midden van een rivierbocht en ga zodanig op de kop zitten dat ik stroomafwaarts kan vissen. Op deze manier staat de hengel al meteen goed gericht op de nering. Bij aankomst werp ik eerst een paar handen maïs en kleine blokjes kaas in de volle stroom langs me en dat voer wordt zo netjes in de richting van mijn stroomafwaartse visstek gevoerd. Met een werppijpje gaat dit prima, ook bij wat wind.
Ik vis met een 50 grams wartelloodje en een blokje kaas waarin de haak helemaal verstopt zit. In eerste instantie werp ik in de volle stroom in en laat de lijn van de spoel aflopen, totdat het aas in de eerste nering blijft liggen. Dat is meestal op een afstand van zo’n 15 meter uit de krib. Het aas krijgt vervolgens de kans om tot 3/4 van de nering mee te rollen. Zo’n 50 grams lood rolt mooi mee, maar niet zo snel als de stroming en geeft gelijkmatige tikjes op de top. Totdat…. je een paar felle rukken krijgt en dan is het aanslaan en hangen. Je staat soms verbaasd hoe snel de eerste aanbeet zich al aandient. Als de beten in de eerste nering uitblijven of minder worden, bevis ik de tweede nering op wat grotere afstand. Na een tijdje zal het daar ook minder worden en vis ik de stroomnaad steeds verder af, tot een meter of 40.Toen ik voor het eerst op barbeel ging vissen, maakte ik gewoon gebruik van mijn feederuitrusting, bestaande uit een Bert van Gerven Ecoline en een Titanex H4200 van SPRO. Ik had onderlijnen bij me van 14/00, 16/00 en 18/00 nylon en enkele daarvan voorzien van een flinke haak. Wat kon me gebeuren… Ik ben begonnen met 14/00, een gaaskorf van 100 gram in een schuivende lusmontage (feedermontage) en mijn haak voorzien van een blokje kaas van 1 x 1 cm. Dit stukje jong belegen 48+ had ik geborgd met een stevig stukje gras en in de eerste nering gedeponeerd. Dit was de allereerste keer dat ik zonder voer ging vissen en dat knauwde toch wat aan m’n vertrouwen. Dat minuscule stukje kaas in die grote Waal; hoe moest zo’n barbeel dat in vredesnaam vinden..?
Na ongeveer een half uur kreeg ik een ferme ruk op de top. Kort daarop gevolgd door de volgende. Daarna begon mijn top lichtjes te trillen en sloeg ik aan. Mis! Een nieuw stukje kaas werd naar de bodem gebracht. Een minuut of 10 daarna kreeg ik weer zo’n enorme ruk, even daarna gevolgd door enkele rukken achter elkaar. Deze beet sloeg ik wel vast. Een enorme dril volgde, waarbij de barbeel mijn hengel een paar keer tot het handvat deed buigen. Dit was zeker een 60’er! Gelukkig stond mijn slip goed! Tijdens het binnendraaien kwam de vis mooi mee, tot kort bij de kant. Daar volgde echter weer een hele strijd van zeker een minuut of vijf, waarbij de vis opnieuw enkele keren flink door de slip ging. Helaas (voor mij!) ging de onbekende vis kort daarna toch nog door mijn haaklijntje 14/00. Mijn onderlijn werd vervangen door 18/00. Maar na een volgende aanbeet ging ook dáár een vis doorheen alsof het niets was. Na 1,5 uur frustratie wist ik al twee dingen: mijn materiaal was veel te licht en ik was besmet met het barbeelvirus!
Het tweede weekend was ik beter voorbereid. Ik had de diverse Engelse artikelen die ik in de loop van de tijd had verzameld nog eens goed doorgelezen en onderlijnen geknoopt zoals daarin beschreven. Dat wil zeggen 20 cm lang, uit 25/00 nylon en met een karperhaak als ‘business end’. Daarbij was mijn keuze gevallen op de Hi Carbon Steel van Cormoran in een maat 6. Zo zwaar had ik nog nooit gevist….
Ik had nu ook enkele blikjes maïs mee van huis genomen, zodat ik toch iets kon bijvoeren. De 100 grams korf had ik eerder al vervangen door eentje van 80 gram. Ik had de eerste keer al gezien dat bij het passeren van een schip de korf wat rolde en dat ik juist daarbij steeds beet kreeg. Dus maakte ook die korf al snel plaats voor één van 50 gram. Deze rolde precies zoals ik wilde. Dat weekend ving ik 10 barbelen, de kleinste was 32 cm lang en de grootste 78 cm.
Ook met deze onderlijnen was ik echter nog niet geheel tevreden. Ik kreeg wel beet met zo’n haaklijntje van 20 cm, maar ik had al snel in de gaten dat het aas toch nog wat wat vrijer moest bewegen. Ik maakte er dus eentje van 50 cm lang en de beten kwamen meteen al veel frequenter door. Ik vis momenteel met onderlijnen van 70 cm en deze voldoen perfect. De haak is inmiddels al weer een stuk kleiner geworden: no. 10 of 12. Tenslotte heb ik de voerkorf vervangen door een wartelloodje.
Zoek een krib op in een bocht van de rivier en vis vanaf de kop van de krib stroomafwaarts.
Illustratie: Cor Juffermans, Sjoerd Schrassen en Jan Stroomer
Na die tweede, succesvolle sessie en de diverse aanpassingen die ik had gedaan, plande ik een derde weekend op de barbeel. En dat is met recht een superweekend geworden. Lekker weertje, veel zon, weinig wind, en veel aanbeten, waarvan er slechts weinig werden gemist. Op die zondagmorgen ving ik al in de eerste 40 minuten vijf barbelen van respectievelijk 65, 32, 77, 78 en 38 cm, verspeelde er eentje tijdens de dril en sloeg tweemaal mis. Ik kreeg uiteindelijk dat weekend in totaal 23 keer beet en ving 12 schitterende Waalbarbelen, met een totaalgewicht van ruim over de 40 kilo. Ik had een paar schitterende foto’s in mijn bezit, magnifieke drillen gehad en was een superervaring rijker.
Afgelopen oktober zat het een stuk minder mee. Tijdens het eerste weekend in oktober steeg het water van de Waal in twee dagen tijd ruim drie meter. Het water raakte volledig bruin gekleurd en kolkte als een razende langs de krib. Desondanks bleek je met 50 gram goed te kunnen vissen. Helaas bleven die dag de beten uit. Alleen vismaat Klaas kreeg één keer beet in de volle stroom en ving een vis van in de 40 cm.
In het nieuwe seizoen wil ik het met een uit de karperwereld bekend hairsysteem gaan uitproberen. Ook ga ik verder experimenteren met al dan niet voeren. Ik ben bijvoorbeeld benieuwd of je de vis op zijn plaats kunt houden tot maximaal de tweede nering. Daartoe ga ik o.a. hennep als grondvoer gebruiken en wil ik bovendien het effect van een gevulde korf eens gaan onderzoeken. Kortom: er is nog veel om uit te proberen en ik kom waarschijnlijk tijd tekort. Ik houd jullie graag op de hoogte van mijn verdere bevindingen.
Het praktische artikel van Frans Vogels is slechts één van de opnieuw weer uiterst lezenswaardige en praktische bijdragen in het nieuwe nr. 29 van Witvis Totaal, dat vanaf net voor de Jaarwisseling voor € 6,60 te koop is bij uw hengelsportwinkelier en in de kiosk. Klik hier voor meer informatie!