image description

Peter dobbert door…tussen mooie mensen

Het is begin juni. Ik heb 2 weken vakantie, de temperatuur loopt al in de 20°C en de laatste regen is net het land uit. Wij niet, we blijven in Nederland. Beetje vissen, beetje klussen en dagjes uit.

De wereld gaat langzamerhand weer een beetje open.Toeristen uit eigen land ontdekken allerlei plekken, waar ze nog nooit geweest zijn. Overdag zit je in de stad niet meer rustig te vissen. Om deze stroom mensen voor te blijven, ga ik een vroege ochtend in Amsterdam vissen, lekker op een door-de-weekse dag.

Altijd leuk om onze hoofdstad te zien ontwaken. Ik heb een stekje gevonden aan een smalle gracht, die afwatert op één van de hoofdwaterwegen in de stad. Mijn doel is om een grote winde te vangen of anders harders. Ik voer op verschillende plekken veel korstjes witbrood. Ik struin de gracht af op zoek naar geïnteresseerde vissen.

Onwillekeurig sluip ik zo achter een vrouw aan die haar hondje uitlaat. Enigszins verschrikt kijkt ze om. "Ik moet dezelfde kant op als u", verontschuldig ik me. Ze vraagt of ik al wat heb gevangen. "Nee, nog niet, maar dat gaat wel komen". Ik leg uit wat ik doe met dat sluipen en al die korstjes. Terwijl we praten zie ik een winde bij mijn broodjes scharrelen. Ik wijs haar de vis aan, leg mijn broodje in en deze wordt direct gegrepen. Door een dikke brasem die net onder de winde mee zwom. De vrouw is verbaasd dat er zulke grote vissen zitten. Ik laat haar de vis zien en zet deze weer rustig terug. Ze vond het heel gaaf om mee te maken. Vrolijk nemen we afscheid van elkaar.
 

 



































De volgende winde meldt zich onder het brood. Ik gooi mijn haak met korst erbij en weer is een brasem sneller dan de winde. Terwijl ik de vis onthaak, stopt een taxibusje achter me. Een vriendelijke vrouw met mondkapje voor maakt de bus gereed voor speciaal vervoer.

Drie hoog boven hoor ik een jongentje schreeuwen dat hij niet wil. Vader overtuigt hem liefdevol, dat hij echt naar school moet. "Heb je je bal mee?", hoor ik hem zeggen. De jongen wil vandaag zijn rode bal mee. Beneden bij de taxi zegt de chauffeuse begripvol: "goh wat mooi, je rode bal, die is wel heel speciaal".

De jongen knikt, toont trots zijn speeltje en gaat braaf in de bus zitten. Mevrouw van de taxi zekert hem, groet de vader, vraagt beleeft of ik al wat heb gevangen en wacht ook het antwoord af. Ze vraagt nogmaals aan de jongen of hij lekker zit, groet ons en wenst vader en visser nog een fijne dag. Wat een fijn mens. Geboren voor deze job.

Vader ziet me kijken en knikt begrijpend. Ik knik terug. Spontaan heb ik het nog een paar graden warmer.
Mooie mensen die het leven van anderen wat meer schittering geven.

ANDEREN LAZEN OOK

image description
Veel plezier met haar en veren: Deel 3
Willem Moorman -
image description
Veel plezier met haar en veren: Deel 2
Willem Moorman -