Overdreven voerkampagnes, staan top-vangsten in de weg! (deel 2)
door Dick Langhenkel.
Veel karpervissers hebben dat niet eens in de gaten, eenvoudig omdat ze alleen naar de aantallen kijken en niet letten op het aantal uren dat nodig is om een karper te vangen. Deden ze dit wel, dan hadden ze al lang ontdekt, dat die overdreven voercampagnes eerder in hun nadeel zijn, dan in hun voordeel, afgezien van al het geld dat betrekkelijk zinloos te water wordt gegooid. Een herbezinning is hier denk ik op zijn plaats.
Er wordt heel wat voer zinloos in het water gekieperd
Is het maken van voerstekken dan verkeerd? In afgesloten water met een goed karperbestand is mijns inziens het lang van te voren maken van voerstekken, zinloos. Erger nog het werkt nadelig en staat top-vangsten in de weg. Steeds meer verenigingen voeren terecht op zulke wateren een voer verbod in. Als ik zelf op een dergelijk water ga vissen, dan is het eerste wat ik doe bij aankomst, wat licht voeren, een krap uur later zit ik op dat voer te vissen. Zo nu en dan voer ik dan wat bij en dat blijkt altijd voldoende. Ik weet zeker dat ik meer vang dan anderen die op hetzelfde water dagen van tevoren een enorme voerplek aangelegd hebben. In de zomer voer ik op dat soort water al helemaal niet, dat hebben anderen al ruimschoots voor me gedaan, in de winter volg ik de route zoals ik die zojuist heb beschreven. Is het maken van voerstekken dan verkeerd? Natuurlijk niet, maar het moet wel met overleg gebeuren. Voeren is meer dan het te water plempen van emmers boilies of ander spul. Stel jezelf eens een paar vragen en probeer daar eens antwoord op te geven? Vragen als: Hoe groot is het water? Is het afgesloten? Hoe groot is de hengeldruk? Wat weet ik van het karper-bestand? Is het stromend of stilstaand water? Is er veel scheepvaart? De antwoorden op die vragen doen ons besluiten om, op bijvoorbeeld de Bosbaan, niet of weinig te voeren, op het Twentekanaal beperkt, en op de Noorderplassen een flinke voerstek aan te leggen. Echt uitgebreide voercampagnes hebben alleen zin op groot water met een beperkt karperbestand, waar dan ook niet te veel hengeldruk is. Maar ook dan moet zo’n voerstek rustig en geleidelijk aan opgebouwd worden met niet te veel voer in een keer. Ik heb me door duikers laten vertellen dat er inderdaad vuile gistende plekken op de bodem zijn, die door de vis gemeden worden. Dergelijke troep wordt dus door de vis niet opgeruimd en verdwijnt alleen door bederf. Wie op een dergelijke plek, of in de buurt van zo’n plek een sessie gaat houden, kan er bij voorbaat van verzekerd zijn, dat hij voor Jan- met- de- korte- achternaam, zit te vissen! Het karpervissen heeft een enorme vlucht genomen. Toen ik in 1974 met een aantal mensen de Karperstudiegroep oprichtte, kon ik niet vermoeden dat deze ontwikkeling in ons land zou plaatsvinden. In principe heb ik hier niets op tegen, hoe meer zielen hoe meer vreugd!! De levenspraktijk is echter weerbarstiger, want met dit grote aantal karpervissers, neemt ook het wangedrag en de narigheid toe. Ik denk echter evenzeer aan dat overdreven voeren waar sommigen mee behept zijn, ik ben zo al verschillende goede stekken kwijtgeraakt. Het is helemaal niet erg om met meerdere vissers een zelfde stek te bevissen, ik doe dat al jaren. Ik weet hoe ze voeren en zij weten dat van mij en we vangen allemaal prima en gunnen elkaar het licht in de ogen. Omdat ik regelmatig weken in het buitenland verkeer, heb ik er zelfs gemak van, ik kan zonder voorbereiding een sessie maken. Een gezonde en sportieve samenwerking is ook aan de waterkant in het voordeel van alle belanghebbenden. Maar o wee…als je stek bezocht wordt door zo’n hysterische voer fanaat. Als ik weet dat onbekenden mijn stek hebben bezocht, dan is het voor mij direct afgelopen en kies ik een andere plek. Gelukkig is dat hier in de polder geen enkel probleem, maar ik kan me voorstellen dat anderen dat probleem wel hebben en behoorlijk gefrustreerd raken van hun voergedrag.
Een sportieve samenwerking is in het voordeel van iedereen
Voerstek opbouwen!
Om het opbouwen van een voerstek verstandig aan te pakken, moeten er eerst weer enkele vragen gesteld en beantwoord worden. Wanneer begin ik met voeren en wanneer ga ik daadwerkelijk vissen? Waar voer ik mee? Kan dat voer langere tijd blijven liggen, zonder te gaan gisten of bederven? Zakt het niet onvindbaar weg in een te zachte bodem? Het antwoordt op deze vragen bepaald uiteindelijk de waarde en duurzaamheid van onze voerstek. Zelf heb ik door de jaren heen een vast voer patroon ontwikkeld. Ik begin altijd met voeren, een week voor mijn eigenlijke visdag. Ik ga er bij mijn stek-keuze van uit dat de karper aanwezig is en in ieder geval niet te ver weg. Wat ik met het voeren wil bereiken is de aanwezige vis op die plek te houden en eventuele voorbij zwemmers aan deze plek te binden. Gaat het om een uitgebreide voerstek, die ook nog langere tijd bevist zal worden, dan kies ik voor een emmer geweekte mais als basis voer. Ik laat daartoe goedkope kippen-mais een week in het water staan weken. Soms meng ik het met oud brood en/of havermout! Het eerste probleem waar je met maïs tegenaan loopt, is de vraag hoe krijg je het op de gewenste plaats? Een hele emmer met een werppijp uitstrooien, kost je een halve dag en is niet aan te raden. De werpschep is al een verbetering en van harte aan te bevelen. Een andere oplossing is, invriezen in plastic bekertjes en aan de waterkant die bekertjes verwijderen om dan die ingevroren maïs, in bevroren toestand in het water te gooien. Door het gewicht kan dat nu ook over grote afstand. Van Andre Akkermans, de bekende medewerker van Fox, kreeg ik de tip om een plastic fles uit te snijden. Je neemt een grote plastic fles, laat de dop er op zitten en snijdt met een stanley mes de halve bodem en een stuk van de fles, er in een hoek uit. Wat overblijft is een grote schep. Pak de hals en de dop stevig vast, vul de schep met maïs en je zwiept de inhoudt gemakkelijk een heel eind weg. Wel de fles/schep goed vast houden, maar dat heeft u al begrepen! Ik laat het bed van maïs twee dagen liggen en voer dan bij met boilies in de smaak waar ik uiteindelijk ook mee ga vissen. Het zijn niet meer dan dertig tot veertig boilies. Dit bijvoeren herhaal ik na twee dagen nog een keer, met dezelfde hoeveelheid. Dit is echt alles en zo doe ik het al vele jaren. Wil ik de stek langer onderhouden, dan gaat er om de vier weken een halve emmer maïs in, al of niet aangevuld met oud brood en havermout. Bij oud brood, denk ik ook aan roggebrood, waar karpers van nature al gek op zijn. Een week voor mijn visdag, voer ik dan weer bij met boilies. Dergelijke voerstekken verzuren niet, al het voer wordt opgeruimd, mits er gevoerd wordt op harde bodem!
Matig voeren, (ook) grote vis…
Van dit laatste wil ik absoluut zeker zijn en daar kom je alleen achter, door te prikken en te peilen. Soms is een opblaas bootje daarbij onmisbaar. De praktijk heeft mij geleerd, dat wanneer ik regelmatig en daarnaast ook grote karpers wil vangen, er maar een weg is en dat is de planmatige aanpak. Dat is iets heel anders dan de simpele stelling:Veel voeren is veel vangen! Stap één is stekkenkeuze. Kan ik redelijker wijs verwachten dat de karper zich hier ophoudt? Zo ja, dan is dit mijn stek. Hoe is de bodem structuur? Is er een harde plek, waar mijn aas en voer goed liggen? Zo ja, dan kan hier gevist worden. Zijn er obstakels, kan ik de vis goed landen ook in een inktzwarte nacht? Zijn al deze vragen beantwoord dan kan er gevoerd worden en uiteindelijk gevist. Einde sessie.
Wat gebeurt er aan het slot van uw karpersessie? Dat iedere karpersessie een eind heeft, is gelijk aan het intrappen van een open deur. Maar helaas heeft niet elke sessie hetzelfde slot. De een laat een keurig opgeruimde plek achter, de ander een mini vuilnisbelt. De een neemt het aas en voer dat hij over heeft mee naar huis en de ander dumpt alles te water. Die laatste groep is dus weer aan het voeren. Het moet en het zal het water in, ongeacht de hoeveelheid. Zo neemt die berg voer onder water maar toe en maar toe. Er zijn nog steeds van die naïevelingen die denken:”Ach wat ik niet zie, dat is er ook niet!” Dus dump maar te water! Vindt u het gek, dat naarmate het seizoen vordert, de vangsten afnemen? Zolang het velen onder ons ontbreekt aan kennis en fantasie voor hetgeen onder water gebeurt, zal dit probleem blijven bestaan. Er worden in ons land per seizoen duizenden kilo’s boilies verkocht, als ik een sessie maak van drie dagen rond twee nachten, vissend met twee hengels, dan gebruik ik nauwelijks twintig van die knikkers.
Tot ziens!
Dat geldt voor iedere karpervisser, mag u raden waar de rest van al die knikkers blijft.! De bergen voer onder water blijven zich ophopen, het wordt naar mijn mening hoog tijd dat die simpele instelling van veel geld, veel tijd, veel materiaal, veel voer….veel karpers oplevert, niet waar is. De praktijk weerlegt dit dagelijks. Wie in ons land veel en grote karpers wil vangen, moet beseffen, dat het allemaal iets minder draait om geld, minder om materiaal, minder om grote hoeveelheden voer, maar meer om gezond en verstandig overleg! Met die instelling hou je het bovendien ook wat langer vol. (slot)