Over vliegvissen gesproken; met Ben van der Meer
Door Chantal Hermkens - deforelvisser.nl
Ben, je vist al heel wat jaren op forel, zowel met de werphengel als met de vliegenhengel. Wat vindt je het leukste om te doen en waarom?
“Vind beide manieren van vissen zijn charme hebben maar ik heb een hele duidelijke voorkeur voor vliegvissen. Met vliegvissen kan je op zo veel manieren vissen. Zo kan je vissen met een drijvende, een langzaam zinkende of een snel zinkende vliegenlijn.
Met een drijvende vliegenlijn kan je hoog in het water vissen of op het water met een droge vlieg. Vissers die voor het eerst een forel vangen op een droge vlieg zijn meteen verkocht omdat je de forel met zijn bek uit het water ziet komen en vervolgens de vlieg ziet opslokken. Dit geeft de meeste vliegvissers een extra kick.
Het is ook spannend dat je met een drijvende vlieg ook wel wat vaker misslaat omdat een forel ook wel eens de vlieg onderzoekt; soms vertrouwd hij het niet en pakt hij de vlieg heel voorzichtig of geeft hij gewoon een duwtje tegen de vlieg. De meeste vliegvissers slaan dan vaak meteen enthousiast de hengel omhoog en missen vervolgens de vis.
Je moet altijd goed blijven kijken en het geduld kunnen opbrengen om de vis de vlieg goed te laten pakken en dan pas de haak zetten. Dat is moeilijker dan je denkt kan ik je melden. Verder kan je met een drijvende lijn ook vissen met een nympf, streamer, buzzer, bloedworm, zalmeitje, en zo kan ik er nog wel 100 opnoemen. Ik vis als ik een drijvende lijn gebruik met een leader van ca. 2,70 tot 3,5 meter.”
Ben in actie tijdens de finale van het NK Vliegvissen op Forel 2011 bij Het Blank Water in Someren Eind.
“Met een intermediate (glas)lijn (langzaam zinkend) kun je wat dieper in het water vissen. Omdat kunstvliegen niet zo zwaar zijn kan je ze met deze lijn gemakkelijk naar de diepte brengen. Als de vis dus diep zit dan kan je beter voor deze lijn kiezen omdat je dan gewoon met een normale leader van ca.1,2 tot 2 meter kunt vissen.
Met een intermediate vliegenlijn is het niet nodig om een lange leader te gebruiken omdat de vliegenlijn de vlieg naar de diepte brengt. Ik vis zelf dan altijd met een glaslijn simpelweg omdat deze lijn doorzichtig is en dus minder argwaan bij een forel wekt. Het voordeel van deze lijn is dat wanneer je deze agressief binnen vist, de vlieg op dezelfde hoogte in het water blijft.
Je kan ook met de drijvende lijn met een hele lange leader vissen ca 4,5 tot 6 meter, maar dan kan je niet zo snel vissen of je moet je vliegen zo sterk verzwaren dat het werpen niet echt prettig meer gaat. Je zult merken als je gaat vliegvissen dat hoe langer je leader is, des te moeilijker wordt het werpen.
Hetzelfde geldt voor het gewicht van een vlieg: hoe zwaarder de vlieg des te moeilijker zal het werpen gaan. Een vliegenlijn werpt het beste als er geen gewicht aan hangt. Alles wat je eraan knoopt is ballast en zal je moeten opvangen met je werptechniek.
Met de snel zinkende vliegenlijn vis je eigenlijk met een pop-up-systeem. Je gebruikt een leader van circa 0,5 tot 1,5m en daar knoop je een vlieg aan van piepschuim of foam. Het is de bedoeling dat je vlieg naar boven stijgt omdat deze zinkende lijn op de bodem van de vijver ligt. Als je dus net boven de bodem wilt vissen gebruik je een leader van 0,5 meter met daar aan bijvoorbeeld een booby (streamertje met een foamkop) of een zalmeitje dat stijgt. Als je vlieg niet stijgt ,dan zit je constant vast aan de bodem of het wier. Je zult zien dat deze techniek erg goed werkt in de winter of op momenten dat de forel niet zo actief is.
Verder heb je er nog een leuke hobby bij, want een beetje vliegvisser maakt natuurlijk zijn eigen vliegen. Op avonden wanneer je even niks te doen hebt laat je je fantasie de vrije loop en probeer je de nieuwste supervlieg te maken die niemand heeft. Of je maakt een vlieg die in een van de honderden vliegbindboeken staat en probeer je die zo goed mogelijk na te maken. Er is keuze uit honderden bindmaterialen dus er is vast wel iets waarmee jij je geheime wapen kunt maken.”
Ben werd 2de tijdens het Nederlands Kampioen Vliegvissen op Forel 2008.
“Ik weet zeker wanneer mensen voor het eerst een aanbeet krijgen met de vliegenhengel en het directe contact met vis voelen, dat ze dan meteen begrijpen waarom vliegvissers zo enthousiast zijn over hun hobby. En dat niet alleen de vangst de grote voldoening geeft maar ook dat je de perfecte worp had of je eerste aanbeet op je zelfgemaakt vlieg!
Soms kan je dezelfde vis wel drie of vier keer mis slaan en heeft de forel een keer gewonnen, gek genoeg kan dat het hoogtepunt zijn van de dag. Je weet wel, die grote die je keer op keer verprutste!
Nou, ik hoop dat de beginnend vliegvisser hier iets aan heeft gehad en ik wens iedereen strakke lijnen toe!”
Ben van der Meer