Op karper met de vliegenhengel (deel 1)

Op karper met de vliegenhengel (deel 1)

door Eddy te Mebel

Het gebeurt slechts af en toe dat er een karper aan de vliegenhengel word gevangen. Meestal is het toeval tijdens het nimfvissen, of een vals (aan de vinnen) gehaakte vis die per ongeluk door de leader zwom.

Toch is het goed mogelijk om gericht op karper te vissen en meerdere exemplaren op een dag te vangen. Ik heb in de drie warme zomermaanden al wel eens ruim vijftig karpers gevangen, met een topavond van 8 stuks in twee uur. Geen toeval meer… dus reden genoeg om er maar eens een artikel over te schrijven.


“Mijn eerste Babydollkarper, nu al weer 10 jaar geleden…”

Welk soort viswater?

Laat ik eerlijk zijn; het vliegvissen is natuurlijk niet de meest geschikte manier om karpers te vangen. Het is toch veel makkelijker om met boillies of natuurlijk aas een aantal (grote) karpers te vangen en je kunt er nog lekker bij gaan zitten of liggen ook. Toch geef ik de voorkeur aan de vliegenhengel, omdat een karper hieraan voor mij de mooiste sport geeft. In Nederland is dit denk ik wel de sterkste vis die aan de vlieg te vangen is. Maar denk eraan; niet elk viswater is geschikt voor deze visserij.

Groot water zoals; grindgaten, meren, brede en/of diepe rivieren vallen voor mij al af. Ik zal niet zeggen dat het onmogelijk is om in dit soort water karpers te vangen, maar de vangsten zullen waarschijnlijk sterk terug lopen. De vis is namelijk vaak buiten bereik van de vliegenhengel. Als ik in mijn vangstregistratie kijk, dan zie ik dat ik de meeste karpers heb gevangen in beekjes, slootjes, dorpsvijvers en soortgelijk water.

“Schubkarper aan de Babydoll…”


Ik zoek de vis altijd in helder ondiep water om de volgende redenen; Ten eerste bestaan in mijn omgeving de meeste waterlopen uit ondiepe afwateringssloten. Ten tweede vis ik altijd op zicht. Ik moet mijn vlieg onder water altijd kunnen zien, waarom leg ik zo meteen uit. En ten derde kun je ook bij minder warm weer op karper vissen, omdat ze niet weg kunnen kruipen in de diepte. Bij donker weer kun je de karpers soms toch nog zien, of azen ze tegen de oever.


Materiaal

Als hengel gebruik ik er eentje met een lengte van ongeveer 2,40m. (8 ft). voor een 5/6 lijn. (aftma 5/6). Mijn bijpassende reel is voorzien van een overkappende spoel en een goede slip. Het is wel prettig als je de vis met de hand op de spoelrand nog eens iets kunt bij- remmen als het nodig is. Mijn vliegenlijn is een DT-5, een WF-6 mag natuurlijk ook wel, maar is niet noodzakelijk. Ik vis toch niet op grote afstand.

De handgeknoopte tapse leader maak ik nog steeds altijd zelf uit verschillende stukken nylon van dik naar dun. (gebruik geen gevlochten leaders, want de karpers zijn verschrikkelijk schuw). De tip van de leader bestaat uit 0,20 tot 0,24mm. nylon en hier knoop ik de vlieg aan.


Foto 1


Foto 2


Foto 3


Foto 4


Dit is de vlieg die ik het meeste gebruik voor de karpers en volgens mij ook de beste die er bestaat. Van oorsprong is de babydoll een streamertje die men voor forel gebruikt op reservoirs en een (dood) visje imiteert. Als kleur bind ik ze altijd in wit of fluo oranje. (een zwarte babydoll kun je heel moeilijk volgen tijdens het afzinken in helder water). Haakmaat 8 is een mooi gemiddelde en ik zorg altijd dat ik sterke haken koop met een ruime bocht die niet uitbuigen.

Bindpatroon van de Babydoll:

Foto 1;
haak nr. 8 in de vliegbindklem plaatsen, binddraad bij het haakoog opzetten, twee stukjes wol op de haaksteel binden, waarvan er eentje kort afgeknipt word als staartje. Het andere stukje naar achteren laten hangen.

Foto 2;
nieuw stukje wol bij het haakoog inbinden, naar de haakbocht wikkelen en weer terug naar voren en vastzetten.

Foto 3;
het stukje wol dat nu nog naar achteren hangt als rugschildje naar voren vouwen en het geheel afbinden, kopje lakken en klaar.

Foto 4;
twee verschillende kleuren waar de karpers absoluut niet bang voor zijn.

ANDEREN LAZEN OOK