Op de mat bij… Mark Huizinga
Door Gert-Jan Buijs
Jarenlang leefde oud-judoka Mark Huizinga voor de sport. Karpervissen moest hij ‘erbij’ doen. Nu hij is gestopt met het bedrijven van topsport, heeft hij de rollen omgedraaid en een jaar vrij genomen om full steam te gaan karpervissen, met nog wat leuke reisjes tussen de bedrijven door. Die Huizinga heeft het mooi bekeken. Een jaloersmakend interview.
De afspraak met Mark Huizinga is om elkaar te ontmoeten aan de oevers van het Haringvliet, een pittig eind rijden. Naarmate ik het uiterste zuiden van Zuid-Holland nader, begint de invloed van het grote water al merkbaar te worden. Weidse uitzichten, hardere wind en het is bovendien een stuk kouder. Je ziet hier ook veel meer zeemeeuwen dan landinwaarts.
Voorbij knooppunt Hellegatsplein ontvouwt zich links van de N59 het enorme Volkerak. Rechts is een spookachtig schouwspel te zien. Achter de dijk waar nu het Haringvliet nog schuilgaat, zijn alle wilgen zilverwit en bladerloos. Ze zijn totaal ingesponnen door de rupsen van de spinselmot. Het was oorspronkelijk de bedoeling dat we zouden afspreken op een klein water van 4 hectare in de buurt van Schiedam. Dan is een wateroppervlakte van 11.633 hectare net even iets anders…
“Tja, ik wilde wel in Schiedam gaan vissen, maar daar zat het vol”, is het laconieke commentaar na een nogal stevige handdruk. “Ik wilde op een specifieke plek zitten, vanwege de zon en de wind. Dan heb ik geen zin me nog ergens tussen te wurmen.” Het Haringvliet is ook een specifieke plek. Water zo ver het oog reikt, met rechts een soort baai, begrensd door een krib. In de baai spelen zwemmende kinderen in de branding; ze laten zich keer op keer door de hoge golven op het strand smijten.
Eindelijk heeft Mark de tijd gevonden om lekker op karper te vissen.
Mark Huizinga (36) stopte vorig jaar met wedstrijdjudo, na een uiterst succesvolle carrière als topsporter. Olympisch goud in Sydney 2000, brons in 1996 en 2004, de lijst medailles op NK’s, EK’s en WK’s is te lang om hier op te sommen; dit is wel een karperblad. De man heeft vele jaren lang helemaal voor de sport geleefd. Als topjudoka moet je jong beginnen. Is het eigenlijk geen wonder dat hij ooit tijd heeft gevonden om te gaan vissen?
Mark Huizinga en interviewer Gert-Jan zijn beiden Karperwereldlezers.
“Het klopt dat je als je topjudo wilt bedrijven jong moet beginnen. Maar ik had het geluk dat mijn vader ook van vissen houdt. Ik ben eigenlijk begonnen met vissen toen wij binnen Vlaardingen verhuisden; ik was elf. Pa nam me mee, en zette me langs de waterkant. Karpervissen met een dobber en een aardappel. Ving ik een karper van 60 centimeter. Ik was gelijk verkocht.” De herinnering alleen al tovert een brede grijns op zijn gezicht.“Ik dacht wow, dit is het. Ik zat vervolgens wekenlang elke dag aan het water.” Hoewel het judo hem in alle uithoeken van de wereld bracht, bleef Huizinga het vissen trouw.
Wat een enorme slok water zeg!
Mark Huizinga en interviewer Gert-Jan zijn beiden Karperwereldlezers.“Nee. Judo heeft altijd voorop gestaan. Dat was geen keuze. Dat is de rode draad in mijn leven. Ik heb nu een jaar vrij genomen. Ik kan nu wel gaan nachtvissen. Dat hoefde ik vroeger niet te proberen, na een nacht vissen ben je geen optimale judoka.” Maar nu zit hij dus hier aan het Haringvliet. Op de zuidoever van een enorme plas water. Vanuit het noorden beukt een windkracht vijf, zes op de basaltkeien.
Af en toe zendt een brekende golf waterdruppels in je gezicht. Het waait zo hard dat je je zonnebril alleen al ophoudt om te voorkomen dat de tranen je over de wangen biggelen. Op de rod pod liggen twee hengels. Daar komen straks nog de hengels van Huizinga’s vismaat Mark van der Ham bij te liggen, ook al een judoka.
Heeft hij nou echt nooit de gedachte gehad ‘fuck dat gejudo, ik wil vissen’? Nog net hoorbaar boven het lawaai van water en wind dient zich een sms-je aan. Da’s Mark”, zegt Mark. “Nog dertig kilometer, we gaan helemaal los”, leest Huizinga voor. “Die heeft er zin in.”’ “Een hele slok water, hè?” En wat je hier voor je ziet is niet eens de overkant. Dat is het eiland Tiengemeten. We hebben voor deze stek gekozen omdat de wind er al dagen op staat. Noordenwind, dan willen we op de zuidkant zitten. Er ligt hier een grote zandplaat. De hoop is dat de vis hier de kant komt afschuimen op zoek naar losgeslagen voedseldeeltjes.
Gisteren was het water nog helder en hebben we veel vis gezien. Brasem, windes, harders en ook een karper van tussen de 20 en de 25 pond. Inmiddels is van helder water geen sprake meer.
Karpervissen met een dobber en een aardappel…
De situatie lijkt een beetje op die ene foto in het boek De dunne lijn van Luc De Baets; een groot meer met hoge aanrollende golven. ‘Leg de onthaakmat maar klaar, we gaan vangen’, staat erbij. Een paar honderd meter uit de oever is een duidelijk kleurverschil in het water te zien. “Dat is de overgang naar het diepere water.” Huizinga vist niet ver uit de kant.
De rechterhengel net buiten de basaltblokken, de linker een meter of 25 ver. Flarden wier worden door de wind steeds hoger de lijn op geblazen. Het is niet de eerste keer dat hij en Mark het Haringvliet bevissen. “Een stuk verderop hebben we ook al diverse keren gevist. Je moet hier net in de vis vallen. Voor hetzelfde geld ligt de vis 200 meter verderop.”200 meter? Of tien kilometer?’ “Dat kan ook, dat ze (te) ver uit de kant liggen. Maar we hebben het meegemaakt dat we zo zeven vissen op rij vingen.”
Een fraaie schubkarper, gevloerd door Mark Huizinga.
Heeft Huizinga zich nog een beetje uitgesloofd qua rigs? “Hoeft niet. De vissen hier zijn niet zo kieskeurig als op een afgesloten watertje. Ik heb aan mijn kanthengel een losse pillowbait en aan de andere een snowman. Het liefst zou ik nog de boel uitvaren met een voerbootje. Dan ligt het precies waar je het hebben wil, zonder dat je een flinke zwieper hoeft te geven. Maar met een voerbootje hoef je in deze omstandigheden echt niet aan te komen.” Afgelopen voorjaar viste Huizinga al twee keer op de Lot, op Villedon en Lac Sebastian. In totaal zat hij dit jaar vijf weken in Frankrijk.
Niet uitsloven als het over rigs gaat…
“In maart zaten we op Sebastian. Dat was nog geen echt succes. Na de strenge winter waren de vissen nog niet op gang. Ikzelf ving maar één vis, en dat was vlak voordat we vertrokken, een 24-ponder. Een maand later waren we terug. Nu ving ik geen karper, maar wel de enige steur van het meer, 43 pond.” Diezelfde maand beviste Mark de Lot met meer succes. “Prachtige schubs van 26 en 27 pond.” Om daarna maar weer meteen door te rijden naar Villedon, alwaar een hele serie mooie spiegels op de mat gelegd werd. Met nog een meerval op de koop toe. “Een week daarna was ik weer terug op de Lot.”
Op zijn website www.mark-huizinga.nl doet Mark ook verslag van zijn karperavonturen. Opvallend is dat hij duidelijk een genieter is en geen kilo-knaller. Behalve foto’s van zijn dikste vissen, is er ook aandacht voor natuur en de geneugten des levens. “Joh, ik vang heel graag vis, maar dat is niet het belangrijkste. Mark en ik zoeken bijzondere of grote wateren op. Laatst waren we een nacht wezen vissen, hadden we alleen een paar brasems. Dan zeggen we tegen elkaar ‘wat hebben we lekker gevist’.
Mark doet verslag van zijn karperavonturen op zijn eigen website.
Dat je bijvoorbeeld zoals hier, aan het Haringvliet kunt zitten, dat is al genieten op zich.” Daar heeft hij helemaal gelijk in. Deze slok water is really something else. We vergeten weleens dat we in Nederland over een gigantisch areaal water beschikken. Waarvan ook nog eens niet de hele potentie in kaart is gebracht.Staand op de basaltblokken is direct zichtbaar hoe rijk dit water is. Mosselen te over. Visdiefjes vliegen af en aan en slagen er blijkbaar zelfs op dit wilde water nog visjes te scoren.
Zeg Mark, is dat nou jouw voorslag die ik uit het water zie steken? Hij komt er even bijstaan. “Verrek!” De wind, geholpen door de hoge golven en het nodige wier op de lijn, heeft de montage van Mark weggesleept en zowat tussen de basaltblokken gesmeten. Hij draait binnen, en vist en passant een klont mosseltjes op. Het gebruikte loodje is niet geschikt voor de job, stelt hij vast. Hij begint in zijn rugzak te neuzen, maar komt al snel tot de conclusie dat zijn eigen voorraad tekort schiet. Weer een sms-je. Weer Mark: “Ik ben er.”
Enig geruis in het riet achter ons kondigt even later de komst van die andere Mark aan. Boven het inmiddels halfvolgroeide riet torent een waggelende rugzak uit. Meteen na aankomst kan Mark II om te beginnen zijn loodvoorraad door Mark I laten screenen op geschikte exemplaren. Met een Big Grippa van een paar ons is Mark I tevreden, en een paar minuten later ligt de rig weer op z’n plek, voor de zekerheid net een metertje verder uit het basalt.
Mark van der Ham besluit om ook de oeverzone te gaan bevissen, maar dan een meter of dertig, veertig verder naar links. Hij moet daar dan wel zien af te rekenen met de harde wind en de golfslag. Het is onmogelijk de boel op z’n plek te houden als je gewoon de lijn evenwijdig aan de basaltblokken door het water laat lopen. Je kunt er zeker van zijn dat de lijn tussen de stenen/mosselen zal belanden.Terwijl ik een paar foto’s van de zonsondergang boven het wijd sta te maken, hebben de twee Marken al een plan van aanpak bedacht.
In balans blijven is voor een getrainde judoka een peulenschilletje…
Er worden drie extra steunen tevoorschijn gehaald, twee voor de hengel en een voor de lijn. Mark II wrikt een hoge steun tussen de stenen ter hoogte van zijn stek en beaast zijn rig met een paar tijgernootjes. Samen met een Big Grippa belandt de combi via een korte pendelworp op zijn plaats. Paar handen losse nootjes erop, klaar. Nu gaat de lijn recht van de rig naar de steun en vandaar naar de hoog opgestelde hengel. Ik help een handje door de lijn bij de steun vast te klemmen en controleer op de terugweg of er geen planten in de weg staan.
Is Huizinga nou net zo fanatiek met vissen als met judo?
“Nee, met judo was ik echt fanatieker. Met vissen probeer ik er wel de balans in te houden. Maar ik zou hier zo twee weken kunnen zitten. Maar ja, dan zie al die tijd geen mensen meer, dat is het ook niet helemaal. Maar ik heb een jaar de tijd, dus …”
Heeft dat judo je dan zo veel opgeleverd dat je je dat kunt permitteren? “Eh … ja. Ik heb wat gespaard. Laten we zeggen dat ik genoeg heb overgehouden om nu een jaar te kunnen vissen. Maar ik geef ook clinics en lezingen. En ik heb sponsors. Ik ben in dienst van Defensie, waar ik me bezighield met het begeleiden van topsporters. Tot voor kort was ik assistent-chef. Het is de bedoeling dat ik als ik terugkom de coördinator topsport word.”
Over sponsors gesproken. In de nieuwtjesrubrieken van diverse hengelsportbladen stonden foto’s van jou tijdens een gelegenheid waarop je zojuist een sponsorcontract had getekend..? “Klopt. Ik word tegenwoordig gesponsord door de internationale hengelsportgigant Pure Fishing, dat naast bekende merken als ABU, Berkley en Penn onder meer ook JRC verdeelt. En mijn aas krijg ik van Pillowbaits.” Met name het sponsorship van JRC is moeilijk te missen. Rugzak, bivvy, jack, pet, allemaal JRC.
Op zich zit je nu dus helemaal in de karperwereld. Zijn er ook dingen aan het karpervissen die je irriteren? “Nee, niet echt. Ik heb weinig met andere vissers te maken. Ik doe liever mijn eigen ding.” Een half uurtje later komt Huizinga alsnog met een ontboezeming. “Jij vroeg net of er dingen waren die me irriteren? Weet je waar ik me nou aan kan ergeren? Aan sommige artikelen in de bladen.
Bij de keuze van zijn stekken laat Mark zich vooral leiden door de wind en zon.
Dat iemand iets schrijft alsof dat de waarheid is. Het moet zo en zo, en als je het niet doet dan ben je dom. Of er wordt verteld ‘iedereen viste op die manier, en toen deed ik het anders en toen ving ik wel en zij niet’. Als er iets is waar geen eenduidige waarheid in bestaat dan is het in vissen. Of in religie.” Auteurs zouden moeten vertellen ‘dit is een goeie manier waar ik succes mee heb gehad. Ik zal het zeker aanbevelen’.
Bij zijn stekkeuze laat Huizinga zich vooral leiden door de wind en zon. Nu er de tijd voor is, leert hij veel en snel bij. “Als je langer aan het water zit, zie je meer patronen. Ik merk het ook in Frankrijk. Waar worden op welke momenten de vissen gevangen? Diep? Ondiep? Mensen aan de waterkant kunnen ook heel leerzaam zijn.”
Voor de afwisseling reist Huizinga ook behoorlijk veel. Maar ook in het buitenland wordt als het maar even kan de hengel gehanteerd. Zo belaagde hij steuren, zalmen en forellen in Canada en deed hij aan Big Game vissen op de azuurblauwe oceanen in de tropen. “Dat Big Game vissen is wel mooi hoor, maar ook decadent. De deckhands doen al het werk; ze beazen je hengel, leggen ‘m in, en jij gaat met een drankje in de zon liggen totdat je geroepen wordt omdat je beet hebt. Geef mij dan maar karpervissen. Dan doe je echt alles zelf, stekkeuze, inwerpen, enzovoort.”
In zijn karpercarrière is Huizinga tot op heden (begin juni) qua persoonlijk record tot 31 pond gekomen. En dat vier keer, met vier verschillende vissen. “Ik maak me daar helemaal niet druk om. Het moet heel gek lopen, willen daar dit jaar niet een paar pondjes bij komen. Ik heb een heel jaar de tijd.”De zon is inmiddels onder, het wordt behoorlijk koud. Tijd om te vertrekken, het is nog een heel eind rijden.
Mark Huizinga, tegenwoordig drukbezet visser…
Het is de bedoeling dat we een paar dagen later nog even contact hebben over de afloop van de Haringvlietsessie. Het valt nog niet mee contact te krijgen. Zijn mobiel geeft slechts de voice-mail, mails blijven geruime tijd onbeantwoord. Uiteindelijk komt er een reply. Meneer blijkt na een tijd in de Verenigde Staten inmiddels op Aruba beland te zijn, het kan slechter. ”Ik ben hier nog tot 10 augustus”, mailt hij me begin juli. Tja, some guys have all the luck.“Op het Haringvliet heb ik toen jij weg was alleen wat brasem en windes gevangen.”, mailt hij ook nog. Huizinga kennende, is hij daarna met een tevreden gevoel naar huis gegaan. Lekker gevist!
Dit interview met Mark Huizinga
en ‘op zoek naar de X factor’ is
slechts één van de vele uiterst
leesbare en informatieve artikelen
die zullen verschijnen in
Dé Karperwereld no. 68.en zal
rond 29 september a.s. te koop
zijn in de kiosk of de
hengelsportspeciaalzaken.
Dit ‘oudste’ specialistische karpermagazine van de Lage Landen is uitgebreid tot maar liefst 116 pagina’s leesplezier Voor aantrekkelijke abonnementsaanbiedingen, zie www.hengelsporthuis.com