Door Berthil bos.
Het is inmiddels begin September en de waterplanten, op welk water dan ook, zitten ons zo af en toe aardig in de weg.
De plantjes worden zacht, omdat ze de langste tijd hebben gehad en beginnen af te sterven. Vissen langs dit groen geeft geen problemen, maar erdoorheen is een nightmare. In het voorjaar en vroege zomer zijn de planten nog lekker hard en kan je er met een gerust hart bijvoorbeeld een spinnerbait doorheen vissen.
Snoek, waterplanten en snoekvisser zijn niet van elkaar te scheiden.
Nu pikt ditzelfde kunstaas veel te veel zacht materiaal op en is er van effectief vissen geen sprake. Ook zie je op plantenrijk water op dit moment veel drijfvuil (plantenresten), wat vooral het trollend vissen tot een frustrerende bezigheid kan maken.
In de zomer is er één visser die overal bij kan.
Over de polders heb ik het dan niet eens gehad. Hier is het vaak onmogelijk om een plantenvrij stukje water te vinden of maakt de weelderige plantengroei langs de oever het vissen onmogelijk. Hier gaat het weer kriebelen als het een stuk kouder wordt en al het groen zo langzamerhand van en langs het water verdwijnt.
Denk nu niet dat ik een hekel heb aan waterplanten, want waterplanten zijn mijn grootste vrienden als snoekvisser, dus wil ik wel graag weten waar de planten hebben gestaan als ze zijn afgestorven. Op het voor jou bekende water zal het niet veel moeite kosten om deze hotspots te vinden, maar op of aan het onbekende is het een ander verhaal.
Geavanceerde visboten met gps en fishfinders kunnen vaak wel onderwater kijken en op zoek naar structuur en overblijfselen van plantenvelden. Anders is het voor kantvissers en degene die niet beschikt over deze hulpmiddelen. Zij moeten de ogen goed de kost geven en op zoek gaan naar visuele factoren, die aan kunnen geven waar de vis zit.
Planten zijn afgestorven, maar blijven aantrekkelijk voor de snoek.
Waterplanten zijn verdwenen en dat zijn nu juist de plekken die ook in de koudere periode graag bezocht worden door de onderwaterwereld. Natuurlijk zijn er ook nog veel meer aanknopingspunten voor een goede stek, maar ik wil je er graag op wijzen dat je, nu de planten nog duidelijk zichtbaar zijn, goed gebruik kan maken van de vele zichtbare planten in het water.
Zowel in de polder als op het wijd kan je mooie onderwaterkaarten maken, door te noteren waar en wat voor waterplanten er op het water bevinden. Deze plekken zullen ook in de koudere perioden altijd aantrekkelijk zijn voor vissen, omdat de restanten veel voedsel kunnen aanbieden. Voedsel voor vooral witvis en dan weten we uit ervaring dat onze groene vriend niet ver weg is.
Altijd goed te weten waar een plantenbed heeft gestaan bij een monotone sloot.
Het is dus helemaal geen gek plan om juist nu met pen en notitieblokje een onbekende polder of plas op te gaan. Dit voorwerk scheelt je veel onnodig zoekwerk en je krijgt een goed inzicht van het water. Vooral planten, die ook als ze zijn afgestorven de nodige overblijfselen op de bodem achterlaten, zijn interessant. Gele plomp is hiervan een voorbeeld. In de nabijheid van deze aan de oppervlakte onzichtbare hotspot in de koudere periode is het goed toeven door zowel de vis als wij roofvissers.
De witvisser en een wedstrijdbordje nr. 2 geven aan dat hier regelmatig gevoerd wordt.
Een notitieboekje of natuurlijk je Smartphone is zo wie zo een handig hulpmiddel bij je hobby. Vaak kom ik onderweg op of langs een water witvissers tegen. Kom ik die vaker op diezelfde plaats tegen, dan maak ik graag een praatje en hoor dan hoe de witjes het op die plek doen.
Op deze manier kom je er snel achter of het een goede stek voor de witvisser is en er regelmatig op deze vissoort gevist wordt. Neem van mij aan als dat regelmatig gebeurt, er een mooie voerplek ligt die graag bezocht wordt door diverse vissen. De conclusie luidt dan weer, noteer deze plek en ga er eens roofvissen.