Nieuwe kansen met bombetta’s
door Lucas Ghekiere
Nu het voorjaar ook het Oostvoornse meer in zijn greep heeft, kan ik even wat zaken op een rijtje zetten. Als niet-vliegvisser ben ik vorig jaar met mijn vliegvissende kameraden meegeweest om de sfeer en de faam van dit meer eens mee te maken. Onder de indruk van de vangsten die er gedaan werden ben ik voorzichtig eens op mijn hoofd gaan krabben. Wat doe je met een spinhengel langs een meer waar grote forellen gevangen worden?
Het begon in de zomer. Met wat kleine plugjes en spinnertjes (dregjes verwijderd en één enkele haak aangebracht) kon ik redelijk in de buurt komen van wat forel die niet ver uit de oever achter visbroed aanjoeg. Naarmate het jaar vorderde zag ik echter met lede ogen hoe de vliegvissers hun imitaties een stuk doelgerichter konden aanbieden met hun zinkende lijnen voorzien van zalmeitjes en boobies. De forel zat, net als het insectenaanbod en de voedseldiertjes, al wat dieper tegen de bodem en rond de wierbedden. De hoogste tijd om de viskist eens om te keren en een list te bedenken. Opdracht: de (geleende) boobie aan te bieden met de spinhengel.
De auteur brengt een Oostvoornse bombetta-forel onder de oever.
Probeersel nummer 1 bestond uit een wartelloodje, vrij op de lijn geschoven. Een Unix nylon onderlijntje trekkracht 3.370 kg aan het einde. Direct al de eerste tegenvallers. Registratie ging niet slecht, maar de kracht van de aanbeten knalde rechtstreeks op de slip van de molen. Slip te strak betekende lijnbreuk, slip te los betekende een flinke run en vervolgens een losser door het zwabberende wartelloodje. Boven de wierbedden niet te gebruiken vanwege ‘wierverzamelende werking’. Een halfuurtje verder probeersel nummer 2: wartelloodje vastgezet. Meteen weer afgevoerd, want: vis voelt weerstand bij de aanbeet en bovendien verlies je alle gevoel van wat er met de boobie gebeurt. Nummertje 3: wartelloodje los en stopper op 30 cm. Iets beter, want je krijgt opnieuw feeling met het aas, maar harde aanbeten knallen te hard op de stopper met gegarandeerde lijnbreuk als gevolg. Niet echt een succes dus dat wartelloodje.
Bij een volgend bezoek aan Oostvoorne steekt er een bombetta in de viskist. Een snelzinkend exemplaar op de kop getikt. De voordelen van deze bombetta zijn het gewicht (de werpafstand is zeker drie keer zover als vliegvissers met de vliegenlijn) en de zinkende eigenschap. Het is even wennen aan deze Italiaanse manier van vissen, maar het biedt perspectieven. De bombetta wordt los op de lijn gezet boven de wartel van de onderlijn met boobie, de stijgende kunstvlieg met piepschuim die zoveel successen kent op het meer. Het voelt goed aan, de zinkende dobber valt nu zacht nu tussen de stenen en houdt de combinatie goed bij de bodem. De eerste aanbeten echter tonen hetzelfde euvel als bij het losse wartelloodje: veel lossers en bij harde runs een te grote aanslag op de molenslip, die echt van een goed merk is! Er dient een oplossing gevonden te worden om de harde runs te dempen.
Na een experimentje met elastiek zet ik op 30 cm van de bombetta een siliconen stoppertje. Dit miniscule juweeltje blijkt een schot in de roos. De voordelen van de bombetta zijn opeens vrij van een nadeel. Zowel bij zachte als harde aanbeten. Bij harde aanbeten zorgt het rap verschuivende stuitje ervoor dat de haak goed gezet wordt en tevens dat er gelijkmatige druk op de haak blijft. Bij zachte aanbeten biedt het stuitje voldoende weerstand om de haak te zetten.
Verschillende modellen en de siliconen stoppertjes die een schot in de roos bleken te zijn.
Nu wordt het spinvissen een feest. Zelfs met dyneema kan goed gevist worden ondanks het vrijwel ontbreken van rek in de lijn. Wel blijft het oppassen met harde aanbeten op korte afstand, maar dat is een kwestie van de slip los afstellen. In de winter blijkt de bombetta op veel dagen een effectieve vanger. Op een afstand van 30 meter uit de oever pakt de bombetta met boobie of zalmeitje enkele fraaie exemplaren op de koude openingsdag 15 december. Ondanks een paar lossers (niets is perfect) krijg ik 6 sterke forellen aan de kant, waaronder een schitterende ‘verzilverde’ beekforel.
De snelzinkende bombetta’s komen het best boven zand en stenen tot hun recht. De langzamer zinkende deden het beter boven de wierbedden waar ze niet te veel groenvoer opharkten. Al suspenderend konden ze daar goede zaken doen, want op deze plekken zit veel natuurlijk voedsel van de forel. Een van de weinige nadelen ondervond ik bij harde wind, die nogal wat ‘slack’ in de lijn brengt, een nadeel dat toeneemt bij lichtere of minder snelzinkende bombetta’s, en uiteraard met de werpafstand. Bombetta’s zijn er in veel kleuren, maten en merken. Vele zijn goed. Let vooral op het gewicht en de zinksnelheid, en pas die aan op de diepte en het viswater van je keuze. Zorg verder voor deugdelijk materiaal op Oostvoorne. Een molen met snelreagerende slip, een niet te korte soepele hengel en onderlijntjes van minimaal 22/00 omdat dunnere lijnen niet bestand zijn tegen de knalharde runs. Op die manier hou je rekening met de prachtige vis die hier rondzwemt en die met veel zorg wordt beheerd en gekoesterd.
Onder de bombetta verliest de boobie niets van zijn vangkracht.
De bombetta’s die ik gebruikte waren van verschillende merken. In België kocht ik de Sarfix in alle maten en gewichten. Voor Oostvoorne gebruik ik meestal de 15 grams versie (G 7.5), snelzinkend, met gewicht boven- en onderaan, dus platliggend op de bodem. Let op, want Sarfix heeft ze ook die rechtstaan op de bodem. Verder zijn er de Milo-leo’s van 15 gram (doorzichtig) en langzaam zinkend, en een Water Queen van 10 gram medium snelzinkend en rechtstaand op de bodem. Verder Spro bombetta’s, variërend van 10 tot 20 gram. Deze zijn, net als de ouderwetse buldo’s met water bij te vullen. Ik gebruikte ze volledig gevuld met water, in die toestand dus langzaamzinkend. Snelle zinkers kan je hier niet van maken, drijvers natuurlijk wel, zij het dan niet met het aangegeven gewicht.
Het gebruik van de bombetta houdt niet op bij het Oostvoornse meer. Eigenlijk kun je hem inzetten op heel veel andere viswateren en vormen van sportvisserij. Baars en snoekbaars op de grote rivieren met bombetta en boobie, twister of klein plugje? Kan. Met een langzaam zinkende bombetta een made aanbieden voor de winde op de Lek? Kan ook. Een drijvende bombetta met broodkorst voor de neus van een karper? Alles kan. Hou ze in de gaten in je viswinkel, deze Italiaanse ‘bommen’. Ze zijn tot meer in staat dan je denkt.