Met vier man tegen een heilbot (deel 1)

Met vier man tegen een heilbot (deel 1)

Door Geert Luinge
 
Dit is het verhaal van een man die zijn drie vismaten nodig had om samen de grootste vis van zijn leven te vangen. Nee, dat zeg ik fout. Het is geen verhaal, het is echt gebeurd. Vlakbij de Lofoten in Noorwegen in het dorpje Nordskot waar wij in juni 2013 een fantastisch vissers-avontuur beleefden. 
 
Het gaat over een 60 kilo zware heilbot met een lengte van 147 centimeter. Een vis om U tegen te zeggen, dacht ik zo. Een vis waar deze jongen in ieder geval al járen van droomde. 
 
Heilbot-schim.
 
In de 54 jaren waarin ik nu met een hengel langs de waterkant loop is er nog nooit een vis geweest die zó ongelooflijk sterk en zó indrukwekkend was. Een vis om nooit meer te vergeten. Maar het verhaal erachter was eigenlijk nog interessanter....
 
Ik weet niet of wij het enige groepje vissers zijn dat zich op Schiphol aanmeldt met een zware vracht aan viskisten en hengelkokers, maar wij hebben dus altijd en eeuwig gedoe bij het inchecken en met de douane. 
 
Natuurlijk weten wij ook wel dat je een fileermes en een gaff niet mag meenemen in de handbagage en wij snappen ook dat een thermosfles eventueel als 'slagwapen' zou kunnen dienen. Wij accepteren nog dat een doodgewoon pakje appelsap tot de afdeling 'mogelijke explosieven' kan worden gerekend.
 
Vliegtuig uitzicht.
 
Wij hebben zelfs kuipjes smeerkaas (!) moeten inleveren omdat die blijkbaar als handgranaten uiteen kunnen spatten en natuurlijk snappen wij ook wel dat er strenge eisen moeten worden gesteld in verband met de veiligheid ...  maar het is vaak zo vreselijk inconsequent.
 
Deze keer hadden wij dus het zoveelste akkefietje. Peter was vergeten dat er een paar piepkleine forellen-plugjes in het trommeltje in zijn handbagage zaten en daar zaten nog minuscule dregjes aan. Die moesten eraf van de strenge douanedame. Dus nu had hij de keuze: óf die dure plugjes acuut in de vuilnisbak mieteren (ammenooitniet!) óf nu terplekke de dregjes eraf halen. 
 
Haventje in avondlicht.
 
Dus Peter stond onder streng toezicht zenuwachtig de ieniemienie splitringetjes los te wurmen en dat zag er zó zielig uit, dat Chiel besloot om hem even te gaan helpen. "Nee Ho meneer!... U mag hem beslist niet komen helpen!" 
 
Dus Chiel moest aftaaien en Rein vond dat zo'n leuk tafereeltje dat hij besloot om even met zijn iphone een fotootje van deze komische situatie te maken. "Nee Ho meneer!"... Ook hij was er gloeiend bij! 
 
Na wat verbaal gedreig en wapengekletter mochten we uiteindelijk doorlopen, dus ik pakte mijn (niet-gecontroleerde maar wel vijf kilo te zware) tas op en konden we eindelijk een nieuw Noors visavontuur tegemoet vliegen.
 
Uitzicht over de baai.
 
Bij aankomst werden we meteen overvallen door de schoonheid en de serene rust van het Noorse landschap en binnen een paar minuten hadden we de opgefokte westerse stresstaferelen ver achter ons gelaten en konden we heerlijk relaxen: in een boot, op zee, met een hengel in de hand, in de frisse zilte zeelucht.
 
Vuurtoren in pasteltinten.
 
Natuurlijk hadden wij ons huiswerk goed gedaan. Vooraf hadden we alle verkrijgbare info over de stekken en waterdiepten uitgebreid doorgespit, er waren geplastificeerde kaarten geprint waarop alle rotsen en alle zandbanken duidelijk zichtbaar waren. 
 
We wisten tenminste tien stekken waar door andere vissers vorige week al héle knappe heilbotten waren gevangen. Met behulp van de uitstekende fishfinder aan boord konden we onder water alle kabeljauwen en koolvissen traceren...maar...ehhh....een heilbot ligt plat op de bodem...en die zie je echt niet op de fishfinder... Wáár moeten we vissen ? 
 
Let's go fishing!
 
Je kunt het visgebied rond Nordskot (en ook een heleboel andere plekken langs de Noorse kust) grofweg opdelen in drie verschillende gebieden, met elk hun plus- en minpunten en hun meest optimale vis-techniek. 
 
In de eerste plaats is er het fjord. Dat is een lange, diepe, door gletsjers uitgesleten gleuf in het land, waar een rivier(tje) in zee uitkomt. De bergen zijn hoog en de massa's sneeuw op de bergtoppen zijn hard aan 't smelten, waardoor langs de steile rotsen van het fjord op sommige plekken een bergbeek of waterval naar beneden klatert.
 
Op die hotspots doe je er verstandig aan om even de boot (en motor) uit te zetten en werpend met lepeltjes of plugjes deze uitstroom van zoet water in zee uit te kammen. Wij vingen hier vaak (door het ijskoude smeltwater bijna blauw gekleurde-) zeeforelletjes op piepkleine spijertjes. We hebben hier ook eens een partij héle dikke pollakken aan het oppervlak op onze pluggen zien knallen en dat was een vette bonanza.  
 
Aan het einde van het fjord stroomt een grotere rivier uit in zee, en ook hier mag je in het ondiepere brakke water vissoorten verwachten die je elders niet tegenkomt. Maar meestal moet je eerst vele kilometers varen voordat je bij zo'n stek bent aangekomen.
 
De weg erheen kun je dan het best langzaam trollend afleggen, met diepduikende pluggen langs het stijle talud. Maar vergis je niet in de diepte en de steilheid van de rotswand. 
 
Steile fjord-rotswand.
 
Als je tien meter uit de kant vaart geeft de dieptemeter bijvoorbeeld aan dat er acht meter water staat, maar zodra je een paar meter verder uit de kant vaart is het ineens 24 meter diep en als je even niet oplet zit je zo op 40 meter. 
 
Zigzaggend langs dat steile talud verschijnt soms op de fishfinder ineens een wolk vis in beeld. Laat dan gerust een shadje zakken, want soms/vaak is dat een school (overheerlijke!) schelvissen. Maar...laat ik eerlijk wezen...het fjord is (ook hier bij Nordskot) toch de minst aantrekkelijke stek om te gaan vissen. Vooral omdat er meestal weinig stroming staat. 
 
Ondiepe eiland-sleuf.
 
Het tweede gebied waar we kunnen gaan vissen wordt juist gekenmerkt door extra veel stroming, want in zee voor de kust liggen talloze langgerekte eilanden waartussen de getijdestroom zijn weg zoekt. 
 
Op de waterkaart kun je de smalste doorgangen tussen twee eilanden opzoeken, bijvoorbeeld waar het zeewater zich in een trechtervorm tussen de rotsen door perst. Daar zal altijd meer stroming staan dan elders...en daar komt meestal de roofvis op af: een topstek dus. 
 
Laat die boot vooral driften op een gunstige wind. Maar als de stroming en de wind dezelfde kant op gaan, dan drift de boot waarschijnlijk te snel om het aas vlak boven de bodem te houden. En als de wind en het getij juist tegen elkaar in staan dan liggen we misschien helemaal stil en kun je het gebied niet goed uitkammen. 
 
Dus door slim kaartlezen en oplettend schipperen (en door de juiste diepte op te zoeken, maar daarover later) kun je zo de -in theorie- beste stekken uitzoeken, waar je dan gaat uitvissen of er in de praktijk ook wat te vangen is. 
 
Waterkaart Nordskot.
 
Het derde gebied waar we ons op kunnen richten is de 'open zee' die ongeveer begint waar het laatste eiland eindigt. Daarvoor moet je hier eerst ruim tien kilometer tussen de eilanden door varen en heel goed de weersomstandigheden en alle veiligheidsmaatregelen in de gaten houden. 
 
Peter drilt links.
 
Op open zee heb je altijd veel meer last van de wind en de golven en de stroming. Het continentale plat loopt hier binnen een paar honderd meter af naar een diepte van 400 meter en daar zit zeker grote vis, maar het is verdomd lastig om daar te vissen en zeker niet voor iedereen weggelegd. 
 
Chiel drilt rechts.
 
Als je geluk hebt kun je op een windstille dag een poging doen om de ècht grote kabeljauwen en enorme lengen te vangen. Die hangen daar gegarandeerd in grote getale rond tegen het talud van 100 naar 300 meter. Dan moet je aan de slag met héle dikke stugge zware hengels en héle zware pilkers en daar hebben wij meestal niet zo'n zin in. Wij vissen meestal liever licht.
 
Gullen en glimlachen.
 
Zie jij ook iets opvallends aan die gullen hieronder? Ze zijn op exact dezelfde stek gevangen, maar ze zien er heel verschillend uit. 
 
Bonte gul.
 
De ene heeft waarschijnlijk veel tussen de kleurige waterplanten geleefd en gejaagd, terwijl de andere jarenlang met zijn buik boven een grijze zandbank zal hebben gelegen. Toch vingen wij ze hier gebroederlijk naast elkaar.
 
Grauwe gul.
 
Kijk, dit soort kiekjes kun je maken als je je huiswerk goed doet. Op stek nummer één die we thuis op de waterkaart hadden aangekruist (een bult van 12 meter, omringd door dieper water van ruim 30 meter) hing inderdaad een flinke school vis tegen het talud.
 

Visreisreklamefolderfoto.
 
Als je dan de boot precies boven die bult parkeert en je er langzaam vanaf laat zakken, dan staan er soms vier hengels tegelijk als een hoepeltje en hoor je ons gezamenlijk luidkeels gillen van genot. Ook de cameraman stond met een klapperende kabeljauw in zijn handen voordat hij hier op de knop drukte. Echt een kiekje voor de cover van een visreisreklamefolder.
 
Allemaal leuk en aardig, maar eigenlijk was ik toch hierheen gekomen om een hele dikke heilbot te vangen? Daarover dus meer in het tweede deelvan dit verslag.
 
Geert Luinge

ANDEREN LAZEN OOK